Dossier

Passend onderwijs

Tekst Redactie Didactief
Gepubliceerd op 04-06-2020 Gewijzigd op 25-04-2022
Op 1 augustus 2014 werd de Wet passend onderwijs ingevoerd. De laatste jaren is veel onderzoek gedaan naar de beginsituatie van passend onderwijs. Hoe kijken scholen eigenlijk aan tegen zorgleerlingen en over welke faciliteiten beschikken zij? In dit dossier zetten we onze onderzoeksartikelen, de originele rapporten en opinies van deskundigen bij elkaar.

2022

Voor het eerst sinds de invoering van passend onderwijs zijn er meer leerlingen in het (voortgezet) speciaal onderwijs dan in 2014. Dat staat in het nieuwste jaarverslag van de onderwijsinspectie, de Staat van het Onderwijs 2021, die vandaag is verschenen. (Passend onderwijs failliet, april 2022).

De eerste fundamenten van de verbeteraanpak passend onderwijs zijn gelegd, blijkt uit een voortgangsrapportage van OCW. Nu komt het vooral aan op de uitvoering en wetgeving. Daarbij steken een hoop dilemma’s de kop op. (Dilemma's bij verbeteraanpak passend onderwijs, februari 2022).

Stel de leraar, het leren en het lesgeven centraal. Onder het motto ‘Het graf gaapt, we moeten voortmaken!’ van de Nederlandse schrijver Gerard van het Reve publiceert het RED-Team Onderwijs vandaag een manifest met een dringend tien-puntenplan om het Nederlandse onderwijs te verbeteren (Onderwijsmanifest: Breng de basis op orde, februari 2022).

2021

Het onderwerp inclusief onderwijs heeft een lange baard, er wordt al zeker zo’n 50 jaar – vanaf het begin van de jaren ’70 van de vorige eeuw – over gesproken. Toch komt het in Nederland maar mondjesmaat voor. IJsbrand Jepma en Sanne Spiero kijken terug hoe dat zo komt. (Voor inclusief onderwijs is actie nodig, november 2021).

Scholen professionaliseren dankzij passend onderwijs, maar leraren houden moeite met de complexere taken die erbij horen. Dat blijkt uit gesprekken van onderzoekers met tien samenwerkingsverbanden (Passend onderwijs vergt compromismei, 2021).

Het Kohnstamm Instituut onderzocht een selecte steekproef van leerlingen waarbij ouders een conflict met de school voorlegden aan de Geschillencommissie Passend Onderwijs. Het levert een uniek inzicht op in de omstandigheden van ‘thuiszitters’ (Uniek inzicht op thuiszitters, mei 2021).

 

2020

Consortium van onderzoekers - Met 25 maatregelen wil Minister Slob passend onderwijs verbeteren en stapsgewijs toewerken naar inclusiever onderwijs. De Kamer steunt die koers. Dat heeft alleen kans van slagen als er draagvlak is bij leraren. Precies dat hebben we de afgelopen jaren zien afkalven in het basis- en voortgezet onderwijs (Draagvlak voor passend onderwijs, november 2020).

Steeds meer ouders uiten hun onvrede over passend onderwijs op bijzondere scholen, stelt stichting Geschillen Commissies Bijzonder Onderwijs in zijn jaarverslag. Maar ze kan Didactief geen precieze cijfers geven (Jaarverslag GCBO roept vragen op, oktober 2020).

Een landelijke toelaatbaarheidsverklaring en een landelijke norm voor lichte onderwijsondersteuning: op weg naar inclusiever onderwijs wil de Onderwijsraad een en ander aan passend onderwijs verspijkeren. De raad kiest daarmee een andere route dan de onderzoekers van de eindevaluatie. (Onderwijsraad: geen passend, maar inclusief onderwijs, juli 2020).

De eindevaluatie passend onderwijs ligt op tafel. Sietske Waslander schreef mee aan het rapport en waarschuwt: te hoge en onrealistische verwachtingen hebben passend onderwijs van meet af aan parten gespeeld. Werkdruk dreigt nu de bijl aan de wortel van deze operatie te leggen. Werkdruk is ook een heikel punt op De Driemaster, waar Bobby na een jaar in een zorggroep werd verwelkomd in groep 3 (Het laatste woord, juni 2020).

De bevindingen van het evaluatieonderzoek passend onderwijs zijn afgerond en de bevindingen gepresenteerd tijdens een online symposium. De opnames en antwoorden op veelgestelde vragen staan nu online (juni 2020).

Mick is een doorsnee puber, tot hij in 3 vmbo een grote epileptische aanval krijgt. Een jaar later wordt zijn epilepsie zo ernstig dat zijn leraren de juiste ondersteuning niet meer kunnen bieden. Zijn school, Het Noordik (Almelo), nam deel aan langdurig onderzoek naar passend onderwijs, waarvan recent de eindevaluatie verscheen (De juiste plek voor Mick, juni 2020).

Strikt genomen zijn de beleidsdoelen van passend onderwijs gehaald, zegt Sietske Waslander, co-auteur van het eindrapport dat 27 mei verscheen. Maar waarom krijgt het dan toch zo’n slechte pers? (Twee werelden, juni 2020.)

De Geschillencommissie passend onderwijs behandelde in 2019 aanzienlijk meer geschillen dan in 2018. Ruim 70% daarvan ging over verwijdering (In 2019 meer geschillen PO, mei 2020).

Kinderen met sociaal-emotionele en gedragsproblemen hebben vaak moeite om aansluiting te vinden bij medeleerlingen. Ze hopen dat een klasgenootje hen uitnodigt om mee te spelen, maar durven dat niet (meer) zelf te vragen. Ze vinden het ook moeilijk de leerkracht om hulp te vragen en hopen dat die hen uit zichzelf te hulp schiet. Deze leerlingen bij de groep betrekken is een aspect van passend onderwijs waar leerkrachten moeite mee hebben (Erbij horen in de klas, april 2020).

Kinderen met een ernstige meervoudige beperking zorg en onderwijs op maat geven, op een reguliere school: een mooi streven, maar is het ook werkbaar? Voor het eerst zijn onderzoekers nagegaan wat de houding van Nederlandse leraren is tegenover de inclusie van kinderen met een ernstige meervoudige beperking (EMB). Heeft de Samen naar school-klas hun houding beïnvloed en welke voor- en nadelen zien zij? (Samen naar school, maart 2020).

In een gele schoolbus brachten ontevreden ouders in januari hun klachten over passend onderwijs naar de inspectie. De medezeggenschap over dit onderwerp kan veel beter, blijkt uit onderzoek naar obstakels in de regeling (Medezeggenschap in passend onderwijs, maart 2020).

In zijn Britse thuishaven maakte Mel Ainscow het onderwijs inclusiever. Dit jaar sprak hij op het congres Naar inclusiever onderwijs. Hoe maak je een school effectief voor álle leerlingen? Zijn antwoord is verrassend: ‘Toezicht is een krachtig middel voor verandering.’ (A collective effort, januari/februari 2020).

 

2019

Bij passend onderwijs zijn scholen geneigd afzonderlijke leerlingen met problematisch (leer)gedrag aan te wijzen en soms te laten diagnosticeren. Maar wat problematisch is, ligt ook aan de context: hoe meer drukke kinderen (met name jongens) de klas telt, hoe meer stress een leraar ervaart. En dat kleurt zijn blik op álle leerlingen: gedrag is in de ogen van de leraar sneller afwijkend en lastig. (De klas kleurt je blik, november 2019).

Dat passend onderwijs ook anders kan, bewijst basisschool Nieuweschool in het Limburgse Panningen. Op Nieuweschool worden geen kinderen naar het speciaal onderwijs verwezen. De leerlingen, veel zij-instromers voor wie op andere scholen geen passend aanbod is, krijgen geen etiket opgeplakt. ‘Met een sticker op het voorhoofd help je niemand verder,’ luidt de schoolvisie. Gedifferentieerd leren is de norm (In de biotoop van Imke Houben, oktober 2019).

Onderzoekers van de Vrije Universiteit doken in de kwestie van onderzoekend leren in passend onderwijs. Er wordt soms gedacht dat deze aanpak voor kinderen met sociaal-emotionele en gedragsproblemen niet passend is, maar wat weten we daar eigenlijk over? Met de handen werken, dingen zelf doen en zelf kiezen – ook aspecten van onderzoekend leren – sluiten juist erg goed aan bij hun behoeften (Past onderzoekend leren elke leerling?, oktober 2019).

Tussen begin november 2018 en eind januari 2019 konden mensen hun ervaringen met passend onderwijs delen via het digitale vertelpunt van OCW. Ruim de helft van de 4.300 vertellers waren ouders (2.253), 40% waren leraren, schooldirecteuren en ib’ers. Bij beiden overheersen negatieve gevoelens zoals hopeloosheid en teleurstelling (Ouders kraken passend onderwijs, september 2019).

Welke ondersteuning voor passend onderwijs bieden vo-scholen en wat zijn de ervaringen daarmee? In een praktijkstudie in Groningen is gekeken hoe scholen omgaan met de verschillende arrangementen om het leerrendement te verhogen (opp-l) of om andere problemen (sociaal-emotioneel, motivatie, werkhouding) te lijf te gaan (opp-o). (Kort & Goed, welke ondersteuning voor passend onderwijs? september 2019).

Monitor scholen. Passend onderwijs in het primair, voortgezet en speciaal onderwijs: Intern begeleiders, zorgcoördinatoren en schoolleiders zijn iets positiever over wat ze leerlingen kunnen bieden in het passend onderwijs dan in 2016. Maar de bureaucratie is niet verdwenen en scholen wijzen naar elkaar als het om de zorgplicht gaat (Bureaucratie volgens scholen nog steeds aanwezig in passend onderwijs, augustus 2019)

De afgelopen vijf jaar is er intensief evaluatie-onderzoek gedaan, volgend jaar volgt het eindrapport. Maar dit jaar is er nog een tussenevaluatie gedaan, specifiek gericht op het basisonderwijs en het middelbaar onderwijs. Er leven veel zorgen over thema’s als de zorgplicht, thuiszitters en bureaucratie. In deze evaluatie proberen de onderzoekers dan ook antwoord te geven op vijf vragen die in het onderwijs, de media en de politiek veel aan bod komen (Passend onderwijs is nog steeds 'werk-in-uitvoering', augustus 2019).

In het vijfde jaar na de invoering van het passend onderwijs zijn leraren nog altijd matig positief. 91 procent zegt dat de werkdruk is toegenomen. Ook hebben veel leraren het gevoel tekort te schieten. Door die negatieve opvattingen is het bij tijd en wijle een somber beeld dat geschetst wordt in Passend onderwijs in de klas, de tweede meting in het basisonderwijs en voortgezet onderwijs door onderzoeksbureaus Kohnstamm Instituut en KBA Nijmegen (Passend onderwijs: een zware dobber voor leraren, augustus 2019).

Bezuinigen en reorganiseren is voor veel samenwerkingsverbanden aan de orde van de dag sinds de invoering van passend onderwijs. Het blijft de vraag hoe ze het bestuur en het toezicht goed van elkaar kunnen scheiden. Toch werken veel schoolbesturen binnen de samenwerkingsverbanden in relatieve harmonie met elkaar samen, blijkt uit de Monitor Samenwerkingsverbanden gemaakt door onderzoeksbureau Oberon (Samenwerkingsverbanden nog niet ingeburgerd, augustus 2019).

Sinds drie jaar kunnen scholen experimenteren met het loslaten van procedures en criteria in het lwoo en praktijkonderwijs. Dat zorgt nu al voor minder bureaucratie en stempels voor leerlingen. Maar leveren ze ook daadwerkelijk meer passend onderwijs? (Minder labelen in het lwoo, augustus 2019).

Begin juli 2019 verzocht de Tweede Kamer in een motie van Kwint, Westerveld en Van den Hul om een landelijke norm voor basisondersteuning. Slecht idee, zegt het consortium dat de langetermijnevaluatie van Passend Onderwijs uitvoert, op basis van onderzoek. Hulpvragen van leerlingen zijn vaak te gecompliceerd, en laten zich niet vangen in heldere definities (Landelijke norm basisondersteuning PO onwenselijk, augustus 2019).

Voor ouders is het een ultiem redmiddel: hun kind thuishouden omdat er geen passend onderwijsaanbod is. Een nieuwe wet moet meer ruimte geven voor onderwijs op een andere locatie. Kan dit als een tijdelijke oplossing dienen? Of opent het de deur voor de ene na de andere uitzondering? (School of privésuite?, april 2019)

 

2018

Evaluatie Passend Onderwijs in opdracht van het NRO, januari-juli 2018
In 2018 heeft het door het NRO gefinancierde onderzoeksprogramma Evaluatie Passend Onderwijs (2014-2020) een veelvoud aan rapporten gepubliceerd waarin de invoering van Passend Onderwijs op beleids- en praktijkaspecten wordt geëvalueerd. Deze zogenoemde lange termijn evaluatie bouwt voort op de Korte termijn evaluatie, die in 2014-2015 is uitgevoerd. Hieronder zetten wij de evaluaties onder elkaar, en vullen die aan met relevante onderzoeken van andere partijen.
Dit is de verkorte versie, lees hier het uitgebreide stuk over de actuele rapportages rondom het Passend Onderwijs.


Minister Slob van Onderwijs heeft in juni een nieuwe voortgangsrapportage Passend onderwijs naar de Tweede Kamer gestuurd. In zijn reactie op de verschillende onderzoeken die daarin staan, heeft hij rustig gereageerd op alle kritiek die er begin die maand losbarstte in de Tweede Kamer. Zeker, hij signaleert knelpunten in passend onderwijs, maar hij gooit niet meteen het roer om.

Er zijn grote verschillen in de basisondersteuning die scholen leerlingen kunnen bieden, blijkt uit nieuw onderzoek van het Kohnstamminstituut, gefinancierd door het NRO. Door de verschillen in definitie, invulling en uitvoering van de basisondersteuning tussen samenwerkingsverbanden en tussen schoolbesturen en scholen is het niveau van de basisondersteuning niet op elke school hetzelfde. Consequentie van decentralisering, aldus onderzoeker Margriet Heim van het Kohnstamminstituut.

De Dienst Uitvoering Onderwijs heeft de leerlingaantallen en in- en uitstroom in passend onderwijs onderzocht in de jaren 2014 tot 2017. Een van de conclusies is dat het speciaal onderwijs licht groeit.

Het Kohnstamminstituut heeft in opdracht van het NRO gekeken naar de relatie tussen kenmerken van samenwerkingsverbanden en groei of daling van het aantal leerlingen in het speciaal onderwijs. De kenmerken waren: de mate van verevening, de financiële druk, de omvang van het samenwerkingsverband, het verdelingsmodel, en het aantal locaties voor speciaal onderwijs. Het blijkt dat de meeste hiervan weinig tot niet samenhangen met de toe- of afname.

Onderzoekers van de KBA Nijmegen en de Hogeschool Windesheim Zwolle onderzochten in opdracht van het NRO in de literatuur wat de kenmerken zijn van een succesvolle samenwerking tussen onderwijs, gemeente en jeugdhulp. Vervolgens gingen zij op zoek in Deventer, de Achterhoek, Dordrecht en Nijmegen naar praktijkvoorbeelden.  

Oberon heeft onderzoek gedaan naar opting-out in het lwoo. Sinds 1 januari 2016 zijn de samenwerkingsverbanden passend onderwijs vo verantwoordelijk voor de toewijzing en de ondersteuningsbudgetten van het leerwegondersteunend onderwijs (lwoo). Die toewijzing vindt voorlopig nog plaats aan de hand van de geldende landelijke criteria. Er wordt gewerkt aan een wetsvoorstel om de toewijzingscriteria en duur van lwoo aan de samenwerkingsverbanden over te dragen. Die wet zal waarschijnlijk rond 2020 in werking treden. Vooruitlopend op de wetswijziging kunnen samenwerkingsverbanden nu al kiezen voor ‘opting out lwoo’, dat wil zeggen dat zij hun eigen criteria hanteren voor het toewijzen van ondersteuningsbudget voor lwoo.  


Het Kohnstamm-instituut  deed in opdracht van het NRO onderzoek naar de governance van de samenwerkingsverbanden po en vo. Op bestuurlijk niveau gaat het over het algemeen goed: gezamenlijk belang wordt boven individueel belang gesteld, directeuren krijgen genoeg ruimte om beleid te voeren, en het speciaal onderwijs heeft het gevoel meer gehoord te worden. Wel ligt er een risico bij de grote rol van de directeuren: hun verbindende rol maakt de organisatie kwetsbaar bij hun vertrek.

Bij onderzoek door het Kohnstamm-instituut  naar de juridische handhaving van de zorgplicht (in opdracht van het NRO) komt naar voren dat de landelijke  Geschillencommissie passend onderwijs po en vo de zorgplicht vooral procedureel benadert: de zorgplicht wordt zodanig ingevuld dat zij onderwijsaanbieders en ouders in voldoende mate vrijheid geeft om in het concrete geval te bezien wat passend is, terwijl zij anderzijds borgt dat de procedures rondom toelatings-, begeleidings-, en verwijderingssituaties zorgvuldig worden doorlopen.

Ook is in opdracht van het NRO onderzocht of de invoering van het passend onderwijs invloed heeft gehad op kinderen met Downsyndroom in het primaire onderwijs. Hiervoor zijn de schoolloopbanen van leerlingen bestudeerd.

Oberon en Sardes hebben onderzoek gedaan naar de trends in leerlingenvervoer van 2012 tot 2017. Een van de uitkomsten is dat het gemeentelijk vervoersbeleid steeds strikter wordt.

Voor de leerlingen met een visuele beperking zijn de gevolgen van de invoering van passend onderwijs niet groot, is de conclusie van dit onderzoek door de KBA Nijmegen, in opdracht van het NRO. Qua systematiek is er niet veel veranderd. Voor de leerlingen met een auditieve of communicatieve beperking lijken de gevolgen van passend onderwijs groter. De systematiek is veranderd en het ‘rugzakje’ is afgeschaft. Sommige leerlingen missen de flexibiliteit die het rugzakje bood, waardoor ze lager presteren.

Dit rapport doet verslag van onderzoek naar de samenwerking en integratie van het voortgezet speciaal onderwijs (vso) en het voortgezet onderwijs (vo). De belangrijkste motieven voor intensieve samenwerking/integratie zijn betere leerlingondersteuning en verbetering van individuele maatwerktrajecten. De knelpunten zijn o.a. bekostiging, organisatorische problemen, beperkte medewerking/ontbrekende steun van jeugdhulp-/zorginstellingen.

 

Wat publiceerden wij zelf over passend onderwijs in 2018? Zie hieronder het overzicht van relevante Didactief-artikelen

Leerlingen met een negatieve werkhouding of gedragsproblemen: hoe ga je daarmee om? Intern begeleiders en leerkrachten in Tilburg menen dat ze voldoende ondersteuning kunnen geven, maar vinden het wel zwaar. (Alle zeilen bij voor passend onderwijs, januari 2018)  Gebaseerd op Tim Hilkens en Ed Smeets, Leerlingen met extra ondersteuningsbehoeften in Samenwerkingsverband Plein 013, KBA Nijmegen, 2017.

Finland wordt Nederlandse leraren vaak ten voorbeeld gesteld, bijvoorbeeld voor passend onderwijs. Leraren zijn er hoogopgeleid en genieten veel vrijheid. Maar ook daar gaat niet alles van een leien dakje. Marjaana Matilainen en Teija Trofimov vertellen hoe het is om in Finland les te geven. (‘Inclusief onderwijs is niet makkelijk’, februari 2018)

De Geschillencommissie passend onderwijs krijgt steeds meer zaken in behandeling en steeds vaker draait het om verwijdering van een leerling. Leerlingen met gedragsproblemen die uiteindelijk een docent bedreigen of slaan en van school moeten. Ouders die niet willen meewerken aan nader onderzoek, als hun kind op school in de problemen komt. Of ouders en school die allemaal ontzettend hun best doen en tóch vastlopen. (Verwijdering leerling leidt tot geschillen, april 2018) Gebaseerd op het Jaarverslag Geschillencommissie Passend Onderwijs.

Besturen, samenwerkingsverbanden en gemeenten mochten zelf afspraken maken rond passend onderwijs. Nee, oordeelt de Tweede Kamer, geef de leerplichtambtenaar de beslissende stem. Nu is het aan minister Slob om te bepalen hoe het verder moet. (Passend onderwijs in pers en politiek, mei 2018) Gebaseerd op Sietske Waslander, Passend onderwijs in pers en politiek. Deel I. TIAS School for Business and Society, NRO 2017. 

De tijd van pappen en nathouden is voorbij volgens kamerlid Peter Kwint: stel bij passend onderwijs de leraar weer centraal. En herstel zo het draagvlak. (Passend onderwijs: u weet me te vinden… juni 2018)

Directeur-bestuurder van een samenwerkingsverband primair onderwijs Bas Wesseldijk reageert op Kwint: ongefundeerde kritiek op passend onderwijs is demotiverend. Zorg liever dat de volgende generatie nog in het onderwijs wil werken. (… nee, komt u maar eens bij ons langs, juni 2018)

De Tweede Kamer had het weer druk met het passend onderwijs in mei. Maar alle aandacht voor bestuurlijke en organisatorische maatregelen ten spijt, passend onderwijs gaat toch vooral om onderwijs. Onderwijs, dat aansluit bij de talenten en beperkingen van leerlingen. (IB’ers brengen Passend Onderwijs dichterbij, juni 2018) Gebaseerd op Wim Meijer (red.) Victor Felder, Alexander Minnaert en Aly Veenstra, Over leerlingen gesproken. Dordrecht: Instondo, 2016.

‘Passend onderwijs is mislukt’ – eind mei stonden de kranten er weer vol van en kwam het onderwerp voluit aan bod in de Tweede Kamer. (Passend onderwijs: geduld en meer samenwerken?, juni 2018) Gebaseerd op Minnaert, A., & Meijer, M. “Van ‘ieder voor zich’, via samenwerken, op weg naar coöperatief werken in de onderwijsketen.” Orthopedagogiek: Onderzoek en Praktijk, 57(3-6), 2018.

 

2017

Filip Bloem - De Onderwijsraad kraakt in een recent rapport harde noten over de invoering van passend onderwijs: de effecten zijn onduidelijk, het draagvlak ontbreekt. Hoe serieus is de situatie? (Ontspoort passend onderwijs?, januari 2017)


De Rekenkamer slikt het ondoorzichtige passend onderwijs niet, zo bleek afgelopen woensdag op Verantwoordingsdag. Hoe staat het met de rest van de financiën van OCW? (Rekenkamer wil meer transparantie, mei 2017) Gebaseerd op Algemene RekenkamerResultaten verantwoordingsonderzoek 2016 Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (VIII) Rapport bij het jaarverslag. Den Haag: Algemene Rekenkamer, mei 2017. 

Passend onderwijs betekent maatwerk, maar het onderwijs is een collectieve activiteit. Er zit een grens aan individuele ondersteuning zegt Jelle van der Meer, journalistiek onderzoeker en schrijver van het rapport De bomen en het bos. (Passend onderwijs: niet voor alle oogappeltjes, juni 2017)

Leraren willen meer tijd en de opleidingen voelen zich nauwelijks toegerust om studenten op de praktijk voor te bereiden. In de derde evaluatie van passend onderwijs zijn onderzoekers kritisch, maar geven ze ook tips. Vraag als leraar bijvoorbeeld zelf om hulp. (Passend onderwijs zit nog niet lekker, september 2017) Gebaseerd op Guuske Ledoux, Stand van zaken Evaluatie Passend Onderwijs. Deel 3: Wat betekent passend onderwijs tot nu toe voor leraren en ouders? Kohnstamm Instituut, 2017.

Het terugdringen van de bureaucratie die gemoeid is met het regelen van extra onderwijsondersteuning voor kinderen die dat nodig hebben: dat was een van de doelen van de wet passend onderwijs. Maar is de overheid in haar opzet geslaagd? (Bureaucratie nog niet minder door Passend onderwijs, september 2017) Gebaseerd op  Heim, M, Wellner, H., & Elshof, D. Passend onderwijs bureaucratisch? Tweede vervolgmeting ervaren bureaucratie in de school. Amsterdam: Kohnstamm Instituut 2017.

Scholen doen hun best, het lukt ze nog steeds niet om voor iedere leerling te doen wat nodig is. Passend onderwijs – inmiddels drie jaar onderweg (twee in het mbo) - blijft lastig. (Grenzen aan Passend onderwijs. Een casuïstisch onderzoek, september 2017) Gebaseerd op Corien van der Linden, Heleen van der Stege en José van der Hoeven, Past elke leerling in Passend onderwijs? Een case-studie naar passend aanbod en het ontwikkelingsperspectief, CED-groep 2017.

Onderzoekers van KBA Nijmegen, de Rijksuniversiteit Groningen en het Kohnstamm Instituut hebben leerkrachten en leerlingen op 39 basisscholen gevraagd naar hun ervaringen met Passend onderwijs. Leerkrachten hebben zelfvertrouwen, volgens ib´ers misschien zelfs wel te veel. Dat terwijl de meeste leerkrachten het in de klas zonder ondersteuning moeten stellen. (Passend onderwijs op de werkvloer?, september 2017)

Samenwerkingsverbanden van schoolbesturen hebben veel vrijheid sinds de invoering van de wet Passend onderwijs. Gezamenlijk zijn zij ervoor verantwoordelijk om alle leerlingen die extra ondersteuning nodig hebben een goede onderwijsplek te bieden. Slagen zij erin een dekkend aanbod vorm te geven en hoe gaan zij met die verantwoordelijkheid om? (Samenwerkingsverbanden tevreden met voortgang passend onderwijs, september 2017) Gebaseerd op de Monitor Samenwerkingsverbanden 2016. De voortgang van passend onderwijs volgens swv-directeuren, Oberon. Deel van het landelijke Evaluatieprogramma Passend Onderwijs in opdracht van het NRO.

Bij passend onderwijs denken de meeste mensen aan leerlingen op de basisschool of in het voortgezet onderwijs. Maar ook op het mbo is passend onderwijs in 2014 ingevoerd. Zijn mbo-studenten tevreden over de leerlingenzorg op hun opleiding? ‘Bést wel’, blijkt uit onderzoek van het Kohnstamm Instituut in opdracht van het NRO. (Mbo’er tevreden over Passend onderwijs, september 2017)

Margriet Heim - Waarom is de berichtgeving in de media over passend onderwijs zo negatief? Te meer daar uit het landelijke evaluatieprogramma een veel genuanceerder beeld oprijst. (Quick and dirty?, oktober 2017) Gebaseerd op Ledoux, G. Stand van zaken Evaluatie Passend Onderwijs. Deel 3: Wat betekent passend onderwijs tot nu toe voor leraren en ouders? Amsterdam: Kohnstamm Instituut, 2017.

Hoe kun je de vooruitgang bij leerlingen met een speciale onderwijsbehoefte systematisch volgen om zo leerdoelen op maat te bepalen? (Kort en goed: taal en lezen in Passend Onderwijs, december 2017) Gebaseerd op Judith Stoep en Marian Bruggink, GAS Geven: doelgericht werken aan taal en lezen in Passend Onderwijs. NRO kortlopend praktijkgericht onderwijsonderzoek (NWO-projectnummer: 405-15-511). Nijmegen, Expertisecentrum Nederlands, 2017. 

 

2016

Passend Onderwijs is een eind onderweg. Langzaam beginnen zich enkele zaken uit te kristalliseren. De bureaucratie lijkt enigszins gegroeid, maar het aantal verwijzingen naar speciaal onderwijs daalt. Misschien. (Halfjaarlijkse rapportage Passend Onderwijs, mei 2016)

In tijden van passend onderwijs kan de diversiteitsmeter helpen om de zorgbehoeften van leerlingen in één oogopslag zichtbaar te maken (Breng zorg in beeld, mei 2016)

Het aantal leerlingen in het speciaal onderwijs neemt af, passend onderwijs lijkt geslaagd. Maar nog steeds zit een flink aantal leerlingen thuis. En hoe nu verder met al die leraren die zich nog steeds niet voldoende toegerust voelen voor passend onderwijs? Drie evaluaties concluderen: passend onderwijs, het blijft een hele kluif. (Passend onderwijs: waar staan we?, juli 2016) Gebaseerd op de negende voortgangsrapportage van OCW, een evaluatie van de procedures van samenwerkingsverbanden door het Kohnstamm Instituut en een evaluatie van de ervaringen met passend onderwijs van DUO onderwijsonderzoek.

Leerlingen leren meer naarmate zij een betere relatie hebben met hun leraar. Wat betekent dit voor passend onderwijs en het gesprek daarover op school? En welke rol heeft de schoolleider? Een kijkje in de keuken op twee basisscholen. (Passend onderwijs: de kracht van een veilig werkklimaat, september 2016). Gebaseerd op onderzoek van het lectoraat leren en gedrag van de Pedagogische Academie van de Hanzehogeschool Groningen.

De Onderwijsraad is kritisch over passend onderwijs: we weten niet naar welke kinderen en welke zorg het geld gaat en er vallen nog steeds teveel kinderen tussen wal en schip. En de wet op passend onderwijs botst met de wetten voor kinderen met een beperking en/of chronische ziekte. Werk aan de winkel. (Passend onderwijs past nog niet, december 2016) Gebaseerd op Onderwijsraad, Advies passend onderwijs. Den Haag: Onderwijsraad. 2016.

Scholen moeten zich specialiseren in hun ondersteuningsaanbod, maar doen dat niet uit angst voor minder leerlingen. Schoolbesturen worstelen met hun dubbelrol in het bestuur van het samenwerkingsverband. En Dekker strijdt verder tegen bureaucratie en thuiszitters. (Een passende plek voor iedereen?, december 2016) Gebaseerd op Onderwijsraad, Advies passend onderwijs. Den Haag: Onderwijsraad. 2016 en de tiende voortgangsrapportage van staatssecretaris Dekker.

 

2015

Bij passend onderwijs denken veel mensen al snel aan leerlingen met een zorgvraag. Maar ook voor (hoog-)begaafde kinderen moeten scholen en samenwerkingsverbanden een geschikt aanbod ontwikkelen. Hoe doe je dat? We vroegen het Lianne van Oosten van het samenwerkingsverband Passend onderwijs Almere. (Passend onderwijs is ook voor uitblinkers, januari 2015)

In de Canadese provincie Ontario is ‘inclusief onderwijs’ al jaren vanzelfsprekend. Didactief ging er op bezoek bij een basisschool en keek of we in Nederland iets van de Canadezen kunnen leren. (Een Canadees succesverhaal, januari 2015).

Fons Dingelstad - ‘Sinds half oktober ben ik directeur Primair Onderwijs bij het ministerie van OCW. Als directeur Jeugd, Onderwijs en Zorg heb ik de afgelopen zes jaar vooral gewerkt aan de invoering van passend onderwijs.’ (‘Kansen’, februari 2015).

De landelijke toewijzingscriteria voor het praktijk- en leerwegondersteunend onderwijs zijn behoorlijk ingeburgerd. Maar loslaten sluit beter aan bij de filosofie van passend onderwijs. Wat te doen? (Criteria ter discussie, februari 2015) Gebaseerd op Eva Voncken, Tom Eimers & Guuske Ledoux, Passend en zeker. Onderzoek naar het mogelijk loslaten van landelijke criteria en duur voor lwoo en praktijkonderwijs en de licenties voor lwoo, Kohnstamm Instituut, 2014.

Elke basisschoolklas is een bont mengsel van leerlingen. Die heterogeniteit maakt voor de onderwijsresultaten niets uit. Eerder het tegendeel. (Een sterke mix, maart 2015). Gebaseerd op Roeleveld, J., Karssen, M. & Ledoux, G. Samenstelling van de klas en cognitieve en sociaal-emotionele uitkomsten. Kohnstamm Instituut, 2014.

De samenwerking tussen passend onderwijs en jeugdhulp laat nog zeer te wensen over. Dat stelt Erik Gerritsen, bestuursvoorzitter van Jeugdbescherming Amsterdam. (Passend onderwijs en jeugdhulp: een niet ingeloste belofte, april 2015)

Voor scholen zijn er onderwijsconsulenten die kunnen bemiddelen in conflicten met ouders of hulp bieden bij ‘thuiszitters’. Met de invoering van passend onderwijs is hun rol voorlopig niet uitgespeeld, volgens onderwijsconsulente Ine van de Rijt en Aïscha Trokasti, de directeur van Onderwijsconsulenten. (Vraag het aan de onderwijsconsulent, juni 2015)

Passend onderwijs is alweer een jaar een feit. Toch geven leerkrachten aan dat zij nog niet voldoende zijn toegerust voor hun taak, blijkt uit onderzoek van het ITS, het Kohnstamm-Instituut en de Hogeschool Leiden. (Eén op de drie leerkrachten voelt zich overbelast, juni 2015)

Wat houdt het werk van onderwijsconsulenten in en hoe denken zij over passend onderwijs? We vragen het aan Aïscha Trokasti, de directeur van Onderwijsconsulenten. (Vier vragen over de onderwijsconsulent, juni 2018)

Passend onderwijs is ingevoerd op 1 augustus 2014. Sardes heeft de stand van zaken binnen de 77 samenwerkings-verbanden PO en 75 samenwerkingsverbanden VO onderzocht. (Passend onderwijs: werk in uitvoering, augustus 2015)

Door de invoering van de Wet Passend Onderwijs krijgt het reguliere basisonderwijs in toenemende mate te maken met leerlingen met een speciale onderwijsbehoefte. Studies van de Onderwijsinspectie en het lectoraat passend leraarschap bij de Hogeschool Driestar Educatief laten zien dat veel leraren zich onvoldoende bekwaam achten om kwalitatief goed onderwijs te geven aan deze leerlingen. (Word beter in passend onderwijs, augustus 2015)

In opdracht van NRO is gemeten hoe tevreden ouders waren over leerlingenzorg vóór de invoering van passend onderwijs. (Kort & Goed: ouders en passend onderwijs, september 2015)

(Hoog)begaafde leerlingen krijgen nog te weinig het onderwijs dat bij hen past, blijkt uit een recente SLO-rapportage, terwijl passend onderwijs ook voor hen moet gelden. (Herken de hoogbegaafde leerling, september 2015)

Schooldirecteuren speelden een beslissende rol bij de invoering van passend onderwijs, ontdekte Naomi Ruijs die voor haar bachelorscriptie vijf Bredase basisscholen onderzocht. (Alles draait om de schooldirecteur, september 2015)

Onderwijs echt passend maken, makkelijker gezegd dan gedaan. Leerlingen met een beperking uit heel Europa hebben nu hun ervaringen gedeeld en aanbevelingen gedaan. Nuttige feedback voor een sector die nog worstelt met toegankelijkheid. (Inclusief onderwijs, een Europees thema, december 2015)

Hebben we ons onderwijsstelsel handig ingericht en vervult ieder met verve zijn rol? Dat zijn vragen waar onderwijssocioloog Sietske Waslander graag haar tanden in zet. Haar stelling: schoolleiders, bemoei je meer met het hart van het onderwijs. En: overheid, die rekentoets had je verstandiger kunnen aanpakken. (‘Schoolleiders: bemoei je weer met de leraar', december 2015)

 

2014
 

Didactief las de voortgangsrapportage die staatssecretaris Dekker in december naar de Eerste en Tweede Kamer stuurde. De invoering van passend onderwijs verloopt goed, maar er zijn ook verbeterpunten (Passend onderwijs, wat gaat goed en wat kan beter?, december 2014).

Onderzoeker Ria Bronneman was nauw betrokken bij het werk van de Commissie Dijsselbloem. We zijn zes jaar verder. Hoe kijkt Bronneman nu tegen het onderwijsbeleid aan? (Is passend onderwijs Dijsselbloem proof?, november 2014).

Sinds 2003 kent Indonesië 'inclusief onderwijs' ofwel passend onderwijs. Dat loopt nog niet van een leien dakje, blijkt uit Gronings-Indonesisch onderzoek (Passend onderwijs in Indonesië, oktober 2014).

Hoogleraar Mary Schuh is directeur van het Institute on Disability van de Universiteit van New Hampshire in de Verenigde Staten en deskundige op het gebied van ‘inclusief onderwijs’. 'Leraren hoeven niet alles te weten van een beperking om kinderen goed les te kunnen geven.' (‘Geloof in wat je doet’, september 2014).

Samenwerkingsverbanden slaan per 1 augustus 2014 nieuwe wegen in en doen dit met de nodige voorzichtigheid. Sommige scholen kiezen voor het zogenoemde co-teaching, een concept waarin leraren met elkaar proberen zoveel mogelijk bijzondere leerlingen binnen de reguliere school op te vangen (Passend onderwijs met lef, juli 2014).

Schoolgebouwen zijn mogelijk te klein om alle kinderen met een beperking passend onderwijs te bieden. Terwijl scholen voor speciaal onderwijs bijvoorbeeld extra invalidentoiletten hebben of aparte ruimtes om leerlingen te verschonen, missen reguliere scholen deze voorzieningen. Het is de vraag of zij deze op korte termijn kunnen inrichten (Overheid ‘vergeet’ oppervlak, juni 2014).

Toen Gemma van Summeren vorig jaar ging lesgeven aan groep 3, kreeg ze Bea in de klas. Bea heeft een aangeboren oogaandoening. Haar gezichtsvermogen is ongeveer 10%. (Een nieuwe leerling, april 2014)

Zorgleerlingen raken uit het zicht en niemand hoeft zich te verantwoorden. Het passend onderwijs mag dan kostenefficiënter zijn, over de risico’s is volgens Pjotr Koopman en Guuske Ledoux van het Kohnstamm Instituut nog te weinig nagedacht (Uit het zicht, maart 2014)

Kinderen met ADHD en autisme gaan op een reguliere school net zoveel vooruit als op een speciale school. Succes voor passend onderwijs dus verzekerd? Ja en nee, stelt ontwikkelingspsycholoog Regina Stoutjesdijk (Ook op reguliere school gaan autisten vooruit, maart 2014)

Vanaf het begin was de Evaluatie- en Adviescommissie Passend Onderwijs (ECPO) betrokken bij de invoering van passend onderwijs. Een interview met de oud-voorzitter van de ECPO, Jules Peschar, gehouden in het voorjaar van 2014, is hier te lezen. Peschar is niet optimistisch: 'Passend onderwijs is als een toneelstuk dat straks in 152 theaters op even zoveel verschillende manieren zal worden opgevoerd. Binnen vijf jaar zal dat leiden tot rechtszaken. Let maar op.'

Alexander Rinnooy Kan is positiever maar ook niet helemaal gerust in het gesprek dat hij met Didactief had over passend onderwijs en andere hervormingen van na 2008. 'Er is veel voor te zeggen om kinderen - waar het ook maar enigszins mogelijk is - te laten functioneren in een regulier onderwijsproces.' Maar ook: 'Passend onderwijs is een balancing act. Als het voor de kinderen zelf slecht uitpakt, dan is er alle reden om nog eens te kijken naar die balans en misschien meer ruimte te bieden aan het speciaal onderwijs.' (De overheid bemoeit zich teveel met het onderwijs, mei 2014)

Dolf van Veen is bijzonder hoogleraar in Nottingham (GB) en lector aan Hogeschool InHolland en Windesheim. Al decennia houdt hij zich bezig met zorg in en om de school. Momenteel bereidt hij toekomstige leraren voor op passend onderwijs. In Nederland zijn we daar veel te laat mee begonnen, vindt hij, in Schotland deden ze dat beter. Een interview (Geen wij/zij, maar samenwerking, nov 2013).

 

 

Zo zijn we begonnen

Alle begin is spannend en dat geldt zeker voor passend onderwijs. De Evaluatie- en adviescommisie Passend onderwijs geeft in het adviesrapport Routeplanner passend onderwijs, dat op 25 november 2013 gepresenteerd werd, 'code oranje' omdat de belangrijkste spelers in het proces rond passend onderwijs – de leraren die het moeten uitvoeren - niet zouden weten waar ze aan toe zijn. Het artikel De prijs van passend onderwijs doet verslag.

SLO deed al eerder onderzoek naar de voorbereidingen die de pabo's troffen voor de invoering van passend onderwijs. Die bleken nogal te verschillen.

De Algemene Rekenkamer onderzocht in 2013 of basisscholen berekend waren, puur praktisch en financieel, op passend onderwijs. Meer taken en minder geld, dat maakt het evenwicht tussen wat basisscholen aankunnen en wat er van ze gevraagd wordt, wankel, concludeerde de Rekenkamer. (Wankele basis voor passend onderwijs, okt 2013). Het originele rapport is hier te lezen. 

Het Kohnstamm Instituut heeft in de aanloop naar passend onderwijs samen met het ITS onderzocht hoe leraren tegen zorgleerlingen aankijken. Wat blijkt: leraren zijn het er onderling niet over eens wie een zorgleerling is. En op welke school een zorgleerling zit, blijkt ook uit te maken voor de leerresultaten. De gegevens uit dit onderzoek fungeren als 'nulmeting' voor de evaluatie van passend onderwijs. De leraar maakt het verschil verscheen in oktober 2013. Het onderliggende rapport Prestaties en loopbanen van zorgleerlingen staat hier.

Het Kohnstamm Instituut en ITS onderzochten ook samen hoe leraren en intern begeleiders naar de toekomst kijken. Welke mogelijkheden zien zij om leerlingen met speciale zorgbehoeften te helpen in een reguliere klas? (Past dit kind in mijn klas? januari/februari 2014) De onderzoekers formuleerden vignetten voor 39 fictieve leerlingen, allemaal hadden ze een specifiek probleem of combinatie van problemen. Met faalangst, ADHD, dyslexie en sociaal emotionele problematiek bleken leraren de minste moeite te hebben. Bij kinderen met Downsyndroom in de reguliere klas hadden ze wel grote bedenkingen. Het scheelde ook hoeveel zorgleerlingen een klas telde. Het originele onderzoeksrapport is hier te lezen.

Scholen moeten straks een ontwikkelingsperspectief (OPP) maken voor iedere leerling die extra ondersteuning krijgt of behoeft. Hierin staat een einddoel (uitstroomniveau) en hoe de school dat denkt te bereiken. De CED-groep heeft in opdracht van de ECPO op 8 scholen onderzocht hoe scholen met het OPP omgaan.

 

 

Eerste ervaringen met passend onderwijs

De gevolgen van de schaalvergroting die het resultaat is van operatie passend onderwijs onderzochten Kohnstamm Instituut en ITS in Op de drempel van Passend onderwijs. Van de voorheen 240 samenwerkingsverbanden zijn er anno 2014 zo'n 77 over. Ze blijken flink van elkaar te verschillen. Met name in de bovenschoolse zorg die er beschikbaar is en de afspraken hoe die zorg geleverd wordt en aan wie. In het artikel Jongleren met olifanten (jan/feb 2014) worden de belangrijkste conclusies uit het rapport op een rijtje gezet.

Misschien wel het meest interessant is het onderzoek dat het Kohnstamm Instituut deed naar de enige pilot die al echt met geld oefende op passend onderwijs. In de regio Eemland bleken leraren, schoolleiders en adviseurs in staat met het budget voor één rugzakleerling ruim twee zorgleerlingen te helpen. Kenners spreken van passend onderwijs zoals het oorspronkelijk bedoeld was. In het artikel Eemland rules (juni 2014) komen de betrokkenen bij deze zorgarrangementen aan het woord, onder wie projectleiders Mark van der Plas en Riemer Poortstra.

Meer good practices komen aan het woord in de special Passend onderwijs in het VO (mei 2014) die Didactief maakte in samenwerking met de VO-Raad.

Hier bijvoorbeeld het verhaal van de samenwerkingsverbanden Sterk VO Utrecht en Stichtse Vecht en Helmond-Peelland VO. Meestal slagen ze erin passend onderwijs te bieden, vinden directeuren Ank Jeurissen en Marja van Leeuwen (Passend onderwijs is niet altijd haute couture: Het kan ook confectie zijn, mei 2014).

Uit onderzoek van Mirjam Meijssen (master algemene pedagogische wetenschappen, RUG) blijkt wel dat leraren meer kunnen dan ze denken. Zij deed onderzoek op basisschool De Laak en partnerschool zmlk-school De Kom in Wamel. Haar conclusie: 'Je hoeft niet het abc van alle mogelijke stoornissen te kennen om toch goed met bijvoorbeeld een autistische leerling te kunnen omgaan.' (mei 2014).

De overheid heeft het in het kader van passend onderwijs niet alleen over zorgleerlingen die niet kunnen meekomen, maar ook over bijvoorbeeld onderpresterende hoogbegaafde kinderen. Om deze groep te helpen ontwikkelde het ITS samen met de Open Universiteit het programma Excel Kwadraat. Met behulp van een kenniskast kunnen zij in hun eigen tempo aan de slag, de leraar fungeert vooral als begeleider (Leren in het kwadraat, mei 2014).

Leo van 't Spijker ontwikkelde, tijdens zijn studie en als zorg- en leerlingbegeleider op CSG De Goudse Waarden in Gouda, een bijsluiter voor leerlingen met ASS als hulpmidel voor didactische en pedagogisch handelen in de klas. (Een bijsluiter helpt zorgleerling en leraar, okt 2013).

Sommige scholen deden de afgelopen jaren al ervaring op met een vorm van passend onderwijs. Zo gingen bs De Kroevendonk en de Mytylschool in Roosendaal een groep 7 wekelijks samen lesgeven. Echt samen naar school dus.

Gert de Graaf promoveerde in maart 2014 op de verschillen tussen regulier en speciaal onderwijs aan kinderen met Downsyndroom. 'Heel belangrijk zijn de visie en de houding van de school', zegt hij. 'Als scholen zeggen: wij vinden integratie belangrijk, dan kunnen ze meer aan. Maar als ze zich blijven afvragen of het kind wel bij hen op school thuis hoort, dan maakt dat het heel moeilijk.'

Heleen van Tilburg bezocht in het kader van passend onderwijs een aantal scholen die al leerlingen met een beperking opvangen en sprak met hun leraren. 'Het scherpt je didactische vaardigheden aan' zeggen ze en: 'Ik ben nu veel alerter of de leerlingen hebben gesnapt wat ik vertel.' (Een stoplicht tegen herrie, april 2014)

De invoering van passend onderwijs heeft ook geleid tot een hausse aan trainingen, leermaterialen en hulpmiddelen voor leraren om beter te leren omgaan met gedragsproblemen. Sommige zijn ontwikkeld met behulp van OCW, zoals in het onderzoeksproject Excellent leraarsgedrag kun je leren, onderdeel van het traject Krachtig Meesterschap. In het artikel Lastige leerlingen de baas, kun je dat leren? (nog niet op de website, bestel een exemplaar via ww.didactiefonline.nl/contact) liet Madeleine Vreeburg zien wat er mogelijk is.

Time out-voorzieningen in het basisonderwijs zijn een nieuw fenomeen, maar zouden de komende jaren nog wel eens kunnen groeien. Het Kohnstamm Instituut deed onderzoek naar vijf BLijven Op School-klassen (BLOS-klas), bovenschoolse opvangklassen in de Ronde Venen. Ouders en leraren waren positief.

 

Verder lezen

1 Experimenteel theater
2 Dolf van Veen: ‘Geen wij/zij, maar samenwerking’
3 De prijs van passend onderwijs
4 Passend onderwijs op de pabo
5 Wankele basis voor passend onderwijs
6 De leraar maakt het verschil
7 Leren in het kwadraat
8 ‘Een bijsluiter helpt zorgleerling én leraar’
9 Echt samen naar school
10 Goed op weg met de BLOS-klas
11 Landelijke norm basisondersteuning PO onwenselijk
12 Bureaucratie volgens scholen nog steeds aanwezig in passend onderwijs
13 Minder labelen in het lwoo
14 Samenwerkingsverbanden nog niet ingeburgerd
15 Passend onderwijs: een zware dobber voor leraren
16 Passend onderwijs is nog steeds ‘werk-in-uitvoering’

Click here to revoke the Cookie consent