Interview

'Zeg scholen wat kinderen moeten leren'

Tekst Bea Ros
Gepubliceerd op 22-09-2014 Gewijzigd op 27-10-2016
Aanvankelijk reageert Heim Meijerink terughoudend: 'Ik heb mezelf toen ik hoofdinspecteur was afgeleerd om al te nadrukkelijke opvattingen te hebben. Ik word crazy van al die opvattingen die mensen maar spuien over onderwijs.' Dat gezegd hebbende wil hij best zijn mening geven. Bijvoorbeeld over de taak van de overheid: 'Er moet een balans zijn tussen de autonomie van scholen en de grens die de overheid bepaalt. Je kunt niet helemaal je eigen gang gaan, al denken sommige leraren dat wel.' Dijsselbloem stelde dat de overheid het wat en de scholen het hoe bepalen. Paul Frissen zei dat de overheid helemaal niet over het wat mag gaan vanwege de vrijheid van onderwijs (Didactief, juni 2014). Waar staat u? 'Ja, die opvatting ben ik bij de inspectie ook tegengekomen, vooral in fijn-christelijke kringen. Ik vind dat echt onzin. De overheid is nu eenmaal verantwoordelijk voor de kwaliteit van het onderwijs. Als de overheid niet mag gaan over wat kinderen leren, dan hebben we chaos. De conflicten van de inspectie met de vrije scholen vonden daarin hun grond. Als je het als overheid al te vrij laat, weten leraren, leerlingen en ouders niet waar ze aan toe zijn. Daarom had ik ook geen enkele moeite om referentieniveaus voor taal en rekenen vast te stellen. Dat is duidelijk het wat.' Er is anders veel kritiek op de grote nadruk die taal en rekenen hebben gekregen. 'Ik constateer dat scholen juist met opmerkelijk gemak die niveaus hebben overgenomen. Ze werden zelfs toegejuicht: eindelijk kunnen we leerlingen langs een meetlat houden. Dat er later gemor kwam dat het alleen nog maar over taal en rekenen ging, dat kon je uittekenen. Er zijn nog meer doelen. Alleen, die hogere doelen zijn wel afhankelijk van scores in taal en rekenen. En verder kun je niet in een overgangsperiode al concluderen: we zijn overdreven bezig. Je kunt pas echt conclusies trekken als taal- en rekenonderwijs vanaf groep 3 goed geregeld is. Op dit moment krijgt 20-30% van de leerlingen het niet voor elkaar het vereiste niveau te bereiken. Dat – en nu word ik even fel – moet terug naar 10%. We moeten accepteren dat niet iedereen het niveau kan halen, maar een kwart is te veel. Natuurlijk kun je discussiëren of 2F niet te hoog gegrepen is voor de basis- en beroepsgerichte leerweg. Doe dat vooral. Praat daarover, scholen. Geef uw inbreng.' Want dan kan het bijgesteld worden, bedoelt u? Het ligt toch per wet vast? 'Wij hebben vier referentieniveaus beschreven, maar die niet gekoppeld aan schooltypen. Onze verwachting was dat de scholen ermee zouden gaan experimenteren en dat na een aantal jaren de niveaus, al dan niet bijgesteld, konden worden ingevoerd. Die pilotfase is overgeslagen; de overheid heeft de referentieniveaus in 2010 al wettelijk vastgelegd.' Er zijn meteen ook toetsen bijgedaan. Wat vindt u daarvan? 'Daar waren wij ook voor. We vonden de vrijblijvendheid op het gebied van taal en rekenen onnodig groot. Kom op zeg! Iedereen deed maar wat! Dat was echt zorgelijk. Er vielen te veel leerlingen uit de boot. Terwijl dit nu net iets is waar de school wel iets aan kan doen. We waren nogal uitgesproken over het leerklimaat in het funderend onderwijs. Het moest overal gezellig en leuk zijn, maar de didactische vaardigheden van leraren schoten tekort. Bij een degelijke methodiek en didactiek horen toetsen. Zeker als je zo'n fundamenteel niveau serieus neemt.' De Commissie Bosker concludeerde afgelopen mei dat de rekentoetsen in het VO nog geen goede uitwerking van de referentieniveaus zijn. Ze zijn onder meer te snel ingevoerd en te slecht gemaakt. Hoe kijkt u daartegenaan? 'Voor zover ik het kan overzien, ben ik het wel met Bosker eens: het is te snel en te rigoureus allemaal. Wij hebben herhaaldelijk gezegd dat het hele traject zo'n tien jaar zal duren. Zolang het rekenonderwijs op de basisschool nog niet op orde is, is het eigenlijk nog te vroeg om in het voortgezet onderwijs en mbo al rekentoetsen voor te schrijven. Al kan het natuurlijk geen kwaad om daar alvast een inhaalslag te maken met gericht onderwijs en ervaring op te doen met bijbehorende toetsing.' Bent u achteraf tevreden over deze operatie? 'Er is veel mee gebeurd en het heeft invloed gehad. Hoe het er nu echt aan toe gaat op de werkvloer, geen idee. Wel denk ik dat leerlingen aan de bovenkant nog steeds tekort komen. De overheid heeft onze funderende niveaus overgenomen, maar niet onze streefniveaus: in het overheidsvoorschrift is de uitdaging voor leerlingen die meer kunnen, niet opgenomen. Ook vind ik dat bij overheidsingrijpen hoort dat de overheid zich druk maakt over die 10% die het nooit zullen halen, zelfs niet met alle inspanningen van de wereld. Ik heb daar een voorzetje voor gegeven, ongeveer drie bladzijden in de Nadere beschouwing uit 2009, maar op dit punt liep ik met OCW vast.' Wat behelsde uw voorzetje? 'Geef leerlingen voor wie 2F te hoog gegrepen is, een referentiekaart met wat ze wel kunnen. Meer een proceskaart dan een resultaatkaart. Zo geef je kinderen een individueel referentieniveau. Maar dat vond de overheid te moeilijk. Daar gaan we niet over, zei ze. Dat zegt OCW altijd als ze ergens tegenop zien.' U hebt u ook bemoeid met de Kennisbasis Pabo... 'Ja, dat was een mooi klusje. Daarbij ging het echt om de kwaliteit van de leerkracht. We moesten in een half jaar voor veertien pabo-vakken het niveau beschrijven. Ik schrok me een ongeluk toen ik die hele stapel gelezen had van de verschillende vakcommissies. Het was totaal ongelijkwaardig en ieder vak vond zichzelf natuurlijk het belangrijkste. We hebben uiteindelijk gekozen voor een basis- en verrijkingsdeel.' En toen belandde het advies in de la? 'We hadden een implementatie bedacht voor landelijke invoering, maar zover is het niet gekomen. Ik hoor wel van pabo's dat ze tevreden zijn over ons voorstel, maar er is niets officieel vastgelegd. Best vreemd, want het niveau van eerstejaars is zo laag en verschillend dat pabo's een vol jaar bezig zijn om studenten op het algemene kennisniveau te krijgen van de onderbouw van het vmbo.' De overheid wil dit oplossen door voortaan mbo'ers te weren van de pabo. Goed plan? 'Nee, dat is veel te simpel en ook niet wat wij geadviseerd hebben. Je hebt heel goede mbo'ers en heel matige havisten. Wij zeiden: niet zeuren, voer entreetoetsen in, dus selectie aan de poort. Dat waren het ministerie en de toenmalige HBO-raad wel met ons eens, maar doen ho maar. Het mbo roept nu terecht dat het onzinnig en oneerlijk is om die hele groep af te stoten.' De overheid moet ingrijpen, vindt u? 'Selectie aan de poort is een beleidsingreep, en denkend aan Dijsselbloem is OCW natuurlijk huiverachtig. Maar ik vind het belang hier zo groot dat je het snel moet doen.'     Heim Meijerink was onder meer rector van een middelbare school, faculteitsdirecteur in het hbo en later hoofdinspecteur voortgezet onderwijs. In 2008 leidde hij in opdracht van OCW de commissie Referentieniveaus taal en rekenen, en in 2012 in opdracht van de toenmalige HBO-raad de commissie Kennisbasis Pabo's. Tekst Bea Ros Beeld KTF Fotografie Dit artikel is verschenen in Didactief, september 2014

Aanvankelijk reageert Heim Meijerink terughoudend: 'Ik heb mezelf toen ik hoofdinspecteur was afgeleerd om al te nadrukkelijke opvattingen te hebben. Ik word crazy van al die opvattingen die mensen maar spuien over onderwijs.' Dat gezegd hebbende wil hij best zijn mening geven. Bijvoorbeeld over de taak van de overheid: 'Er moet een balans zijn tussen de autonomie van scholen en de grens die de overheid bepaalt. Je kunt niet helemaal je eigen gang gaan, al denken sommige leraren dat wel.'

Dijsselbloem stelde dat de overheid het wat en de scholen het hoe bepalen. Paul Frissen zei dat de overheid helemaal niet over het wat mag gaan vanwege de vrijheid van onderwijs (Didactief, juni 2014). Waar staat u?
'Ja, die opvatting ben ik bij de inspectie ook tegengekomen, vooral in fijn-christelijke kringen. Ik vind dat echt onzin. De overheid is nu eenmaal verantwoordelijk voor de kwaliteit van het onderwijs. Als de overheid niet mag gaan over wat kinderen leren, dan hebben we chaos. De conflicten van de inspectie met de vrije scholen vonden daarin hun grond. Als je het als overheid al te vrij laat, weten leraren, leerlingen en ouders niet waar ze aan toe zijn. Daarom had ik ook geen enkele moeite om referentieniveaus voor taal en rekenen vast te stellen. Dat is duidelijk het wat.'

Er is anders veel kritiek op de grote nadruk die taal en rekenen hebben gekregen.
'Ik constateer dat scholen juist met opmerkelijk gemak die niveaus hebben overgenomen. Ze werden zelfs toegejuicht: eindelijk kunnen we leerlingen langs een meetlat houden. Dat er later gemor kwam dat het alleen nog maar over taal en rekenen ging, dat kon je uittekenen. Er zijn nog meer doelen. Alleen, die hogere doelen zijn wel afhankelijk van scores in taal en rekenen. En verder kun je niet in een overgangsperiode al concluderen: we zijn overdreven bezig. Je kunt pas echt conclusies trekken als taal- en rekenonderwijs vanaf groep 3 goed geregeld is. Op dit moment krijgt 20-30% van de leerlingen het niet voor elkaar het vereiste niveau te bereiken. Dat – en nu word ik even fel – moet terug naar 10%. We moeten accepteren dat niet iedereen het niveau kan halen, maar een kwart is te veel. Natuurlijk kun je discussiëren of 2F niet te hoog gegrepen is voor de basis- en beroepsgerichte leerweg. Doe dat vooral. Praat daarover, scholen. Geef uw inbreng.'

Want dan kan het bijgesteld worden, bedoelt u? Het ligt toch per wet vast?
'Wij hebben vier referentieniveaus beschreven, maar die niet gekoppeld aan schooltypen. Onze verwachting was dat de scholen ermee zouden gaan experimenteren en dat na een aantal jaren de niveaus, al dan niet bijgesteld, konden worden ingevoerd. Die pilotfase is overgeslagen; de overheid heeft de referentieniveaus in 2010 al wettelijk vastgelegd.'

Er zijn meteen ook toetsen bijgedaan. Wat vindt u daarvan?
'Daar waren wij ook voor. We vonden de vrijblijvendheid op het gebied van taal en rekenen onnodig groot. Kom op zeg! Iedereen deed maar wat! Dat was echt zorgelijk. Er vielen te veel leerlingen uit de boot. Terwijl dit nu net iets is waar de school wel iets aan kan doen. We waren nogal uitgesproken over het leerklimaat in het funderend onderwijs. Het moest overal gezellig en leuk zijn, maar de didactische vaardigheden van leraren schoten tekort. Bij een degelijke methodiek en didactiek horen toetsen. Zeker als je zo'n fundamenteel niveau serieus neemt.'

De Commissie Bosker concludeerde afgelopen mei dat de rekentoetsen in het VO nog geen goede uitwerking van de referentieniveaus zijn. Ze zijn onder meer te snel ingevoerd en te slecht gemaakt. Hoe kijkt u daartegenaan?
'Voor zover ik het kan overzien, ben ik het wel met Bosker eens: het is te snel en te rigoureus allemaal. Wij hebben herhaaldelijk gezegd dat het hele traject zo'n tien jaar zal duren. Zolang het rekenonderwijs op de basisschool nog niet op orde is, is het eigenlijk nog te vroeg om in het voortgezet onderwijs en mbo al rekentoetsen voor te schrijven. Al kan het natuurlijk geen kwaad om daar alvast een inhaalslag te maken met gericht onderwijs en ervaring op te doen met bijbehorende toetsing.'

Bent u achteraf tevreden over deze operatie?
'Er is veel mee gebeurd en het heeft invloed gehad. Hoe het er nu echt aan toe gaat op de werkvloer, geen idee. Wel denk ik dat leerlingen aan de bovenkant nog steeds tekort komen. De overheid heeft onze funderende niveaus overgenomen, maar niet onze streefniveaus: in het overheidsvoorschrift is de uitdaging voor leerlingen die meer kunnen, niet opgenomen. Ook vind ik dat bij overheidsingrijpen hoort dat de overheid zich druk maakt over die 10% die het nooit zullen halen, zelfs niet met alle inspanningen van de wereld. Ik heb daar een voorzetje voor gegeven, ongeveer drie bladzijden in de Nadere beschouwing uit 2009, maar op dit punt liep ik met OCW vast.'

Wat behelsde uw voorzetje?
'Geef leerlingen voor wie 2F te hoog gegrepen is, een referentiekaart met wat ze wel kunnen. Meer een proceskaart dan een resultaatkaart. Zo geef je kinderen een individueel referentieniveau. Maar dat vond de overheid te moeilijk. Daar gaan we niet over, zei ze. Dat zegt OCW altijd als ze ergens tegenop zien.'

U hebt u ook bemoeid met de Kennisbasis Pabo...
'Ja, dat was een mooi klusje. Daarbij ging het echt om de kwaliteit van de leerkracht. We moesten in een half jaar voor veertien pabo-vakken het niveau beschrijven. Ik schrok me een ongeluk toen ik die hele stapel gelezen had van de verschillende vakcommissies. Het was totaal ongelijkwaardig en ieder vak vond zichzelf natuurlijk het belangrijkste. We hebben uiteindelijk gekozen voor een basis- en verrijkingsdeel.'

En toen belandde het advies in de la?
'We hadden een implementatie bedacht voor landelijke invoering, maar zover is het niet gekomen. Ik hoor wel van pabo's dat ze tevreden zijn over ons voorstel, maar er is niets officieel vastgelegd. Best vreemd, want het niveau van eerstejaars is zo laag en verschillend dat pabo's een vol jaar bezig zijn om studenten op het algemene kennisniveau te krijgen van de onderbouw van het vmbo.'

De overheid wil dit oplossen door voortaan mbo'ers te weren van de pabo. Goed plan?
'Nee, dat is veel te simpel en ook niet wat wij geadviseerd hebben. Je hebt heel goede mbo'ers en heel matige havisten. Wij zeiden: niet zeuren, voer entreetoetsen in, dus selectie aan de poort. Dat waren het ministerie en de toenmalige HBO-raad wel met ons eens, maar doen ho maar. Het mbo roept nu terecht dat het onzinnig en oneerlijk is om die hele groep af te stoten.'

De overheid moet ingrijpen, vindt u?
'Selectie aan de poort is een beleidsingreep, en denkend aan Dijsselbloem is OCW natuurlijk huiverachtig. Maar ik vind het belang hier zo groot dat je het snel moet doen.'

 

 

Heim Meijerink was onder meer rector van een middelbare school, faculteitsdirecteur in het hbo en later hoofdinspecteur voortgezet onderwijs. In 2008 leidde hij in opdracht van OCW de commissie Referentieniveaus taal en rekenen, en in 2012 in opdracht van de toenmalige HBO-raad de commissie Kennisbasis Pabo's.

Tekst Bea Ros
Beeld KTF Fotografie

Dit artikel is verschenen in Didactief, september 2014

Click here to revoke the Cookie consent