Nieuws

College Tour met Nobelprijswinnaar Feringa

Tekst Monique Marreveld
Gepubliceerd op 21-06-2022 Gewijzigd op 23-06-2022
Nobelprijswinnaar Ben Feringa (Scheikunde 2016) maakt een College Tour langs scholen in het Noorden. Hij lokt leerlingen uit hun tent met z’n Ask Me Anything, georganiseerd door de Scholierenacademie van de RUG in samenspraak met de scholen. Ook gaan de kinderen in de weer met reageerbuisjes en mogen ze de Nobelprijs allemaal even vasthouden. Het resulteert in magische momenten.


Eerst duiken de leerlingen van 3vwo een beetje weg op de achterste rijen. Afdelingsleider Sander Loeff maant ze vooral wat naar voren te schuiven. Het is rumoerig in de aula van SG Ubbo Emmius (locatie havo/vwo) in Stadskanaal. Boven ons  kijken leerlingen nieuwsgierig omlaag als ze over de loopbrug komen. Beneden wordt een vreemde meneer van een loopmicrofoon voorzien. Wie dat is? Niemand minder dan de winnaar van de Nobelprijs Scheikunde 2016, een van de hoogste wetenschappelijke onderscheidingen ter wereld: Ben Feringa.

Inmiddels is hij al jaren hoogleraar in Groningen, maar zelf zat hij vroeger 30 kilometer verderop op school, in Emmen. Zijn vader had een boerderij, pal aan de Duitse grens, aan het Ter Apelkanaal in Bargercompascuum.. Zijn huidige rockstarstatus stond echt niet in de sterren geschreven, wil hij maar zeggen, als hij zich later die middag met ontroerend gemak tussen de scholieren beweegt en hun vragen beantwoordt. Wat is zijn favoriete vakantiebestemming (‘sjouwen in de Franse bergen en zeilen in Friesland’)? En zijn lievelingsmuziek (Fire van The Pointer Sisters klinkt wat later uit de boxen)? Maar ook: had u ooit verwacht dat u die Nobelprijs zou winnen?

 

Braindrain


SG Ubbo Emmius is een plattelandsschool, zegt iedereen hier. ‘Het hangt soms van de ouders af waar een leerling terechtkomt na school, en niet per se van zijn of haar capaciteiten. Maar dat toeval willen we uitschakelen’, zegt Sander Loeff, afdelingsleider van de bovenbouw havo/vwo. ‘De school werkt heel bewust met leerlingen aan presentatie en ambitieniveau, iets dat ze niet allemaal van huis uit meekrijgen. Leerlingen moeten hun kop boven het maaiveld durven uitsteken, leren dat het niet gek is om je ergens in te verdiepen en in je toekomst te investeren.’ Want dat is hier niet vanzelfsprekend, benadrukt hij. ‘Soms kiezen ouders voor vmbo omdat de school dichterbij is terwijl de leerling een havo advies heeft. Na het eindexamen geldt ook: Groningen en Assen voelen ver weg. Studeren is duur, vinden veel ouders.’

Sommige ouders vragen zich af waarom hun kinderen al die moeite zouden doen. De werkgelegenheid is beperkt in de regio: er is plek in de zorg of het onderwijs, en anders moet je naar de stad. Velen doen dat trouwens ook. Wie vwo heeft gedaan, vertrekt meestal voorgoed volgens Loeff. Van de havisten blijft volgens hem iets minder dan de helft in Stadskanaal wonen (dat nu zo’n 30.000 inwoners telt).

Niet alleen de plaatselijke schouwburg maar ook het bedrijfsleven heeft last van deze braindrain. Voor bedrijven als AVB (aardappels) en Bitec (computerfreesen) is het moeilijk om hoogopgeleid personeel te vinden. En voor school heeft het ook consequenties: het Ubbo Emmius heeft een technasium, maar levensechte opdrachten verkrijgen is mede om deze reden moeilijk. Ook heeft de school te maken met krimp (tien jaar geleden waren er drie vwo1-klassen, nu nog maar anderhalf). Sommige vakken worden met kunst- en vliegwerk in stand gehouden: Frans in de bovenbouw telt 21 leerlingen uit 3 jaarlagen. Voor Grieks is er komend jaar geen examenklas, het jaar daarna zijn er twee examenkandidaten. Toch blijft school Grieks aanbieden, immers het wegvallen van aanbod kan leiden tot verdere krimp. Het is bovendien best lastig om docenten te vinden. De school zet extra reiskostenvergoedingen in om mensen te blijven trekken en behouden (voorheen bij maximaal 30 km, nu tot 45 km van het Ubbo Emmius, en inderdaad, daar ligt Groningen).

Voor een school als deze is het essentieel om met zoveel mogelijk partners samen te werken, vindt Loeff. ‘Daar is het bedrijfsleven in Stadskanaal zich ook van bewust en bedrijven, welzijnsinstellingen, de woningbouwvereniging, de gemeente en de burgemeester persoonlijk helpen de school bij projecten om de leerlingen relevant onderwijs voor te schotelen. Het belang van verbinding wordt gezien.’ Dit jaar heeft Loeff voor het eerst de RUG-Scholierenacademie (RSA) van de Rijksuniversiteit Groningen uitgenodigd. Alles om de horizon van zijn leerlingen te verbreden én leerlingen te blijven trekken natuurlijk. En eerlijk gezegd ook, zegt hij, om de eigen leraren uit te dagen fris en ambitieus naar leerlingen te blijven kijken. ‘Leerlingen verdienen het dat we op allerlei manieren in hun onderwijs blijven investeren, juist in een krimpgebied.’

De Scholierenacademie is een soort makelaar tussen onderwijs en wetenschap in de provincie Groningen. Scholen kunnen er (onder andere) hun vragen aan de wetenschap neerleggen en omgekeerd kunnen wetenschappers er contact zoeken met scholen. De Scholierenacademie bedacht samen met een aantal scholen een College Tour voor Feringa, waarbij scholieren in de les vragen voorbereiden die ze hem uiteindelijk LIVE mogen stellen. Daarna doen de leerlingen nog wat proeven in hun eigen practicum (of klas in de basisschool) onder leiding van team Feringa, een groep jonge wetenschappers, promovendi van Feringa en medewerkers van de RSA.

Feringa is inmiddels op twee middelbare scholen in Stadskanaal en Joure geweest en op basisscholen in Heerenveen en Scheemda.

 

 

De magie van het contact

‘Wat is uw lievelingsontbijt, meneer?’ Feringa schetst overtuigend hoe hij op zaterdag nog wel eens eieren met spek wil bakken, maar door de week net als de meeste leerlingen thee met boterhammen eet. Met hier en daar een uitdrukking in dialect, komt hij de leerlingen heel nabij. Ook met de vragen die hij zichzelf stelde als kind, bijvoorbeeld: Waarom is een papaver rood en een korenbloem blauw? Hoe kan uit een klein zaadje een zonnebloem groeien van drie meter? Ook hij bouwde hutten in het bos en speelde verstoppertje. En hij is open over zaken waar de leerlingen van het UE zelf ook over twijfelen. Studeren in Groningen? ‘Ja, dat was voor mij een nieuwe wereld natuurlijk, voor het eerst in de stad wonen, in Groningen. Mijn vrienden kwamen allemaal uit Emmen; sommigen zaten op de HTS, sommige op de lerarenopleiding, een aantal op de uni. We sporten heel veel en we kwamen ook wel in de kroeg. Als je ooit in Groningen komt, café Havenzicht, daar heb ik veel gezeten, biljarten of bierdrinken.’

Net als veel leerlingen waarschijnlijk wist hij vroeger niet wat hij wilde worden (‘boer misschien?’) en al helemaal niet wat een hoogleraar was… ‘Maar ik vond scheikunde zo mooi op school, en ik was daar kennelijk goed in, dus toen ik scheikunde ging studeren, begon ik langzamerhand steeds meer plezier te beleven aan  de wetenschap. Maar toen ik eenmaal hoogleraar werd aan de universiteit, heb ik wel aan mijn familie moeten uitleggen wat dat betekende.’

Wat hem het meest stimuleerde? ‘Ontdekkingen doen, iets willen weten wat nog niet bekend is. En het mooie van scheikunde is dat je niet alleen dingen kunt ontdekken maar ook dingen kunt ontwikkelen: een kleur, een stukje plastic , een nieuw geneesmiddel, misschien een brandstof voor de auto’s van de toekomst.’

Hij haalt een leerlinge uit het publiek om zijn grootste ontdekking uit te leggen: de nanomotor. ‘Kijk, als jij gaat dansen op een gala, dan doe je dit: je beweegt’ (Feringa laat haar een rondje draaien). ‘Maar deze tafel beweegt niet, dat glas niet. Wat mij nu intrigeerde: hoe kan de levende natuur jouw armen en benen laten bewegen en waarom die tafel dan niet?’

‘Dan zullen jullie zeggen: “Ja, maar een auto beweegt toch ook?!” Omdat je er benzine in doet, ja, en er een motor in zit. En inderdaad, ons lichaam zit ook vol met motors, miljarden motortjes… dus toen hadden we het idee, als we díe motortjes nou eens kunnen laten bewegen? We zijn begonnen met het oog, want in je oog zitten miljoenen moleculaire schakelaartjes die de motor van je oog als het ware aanzetten, aan/uit, en zo signalen naar je hersenen sturen. Onze vraag was: kunnen wij schakelaars bouwen, net als in het oog, maar dan kunstmatig?’

 

Simpsons

De zaal vol leerlingen luistert ademloos. ‘Bij toeval ontdekten we dat een molecuul niet aan/uit ging, maar doordraaide onder invloed van licht. Na een paar weken puzzelen en proefjes doen, dachten we: als dat molecuul 180 graden draait, kan het – met meer licht - misschien ook wel 360 graden draaien? En dat lukte. Zo hadden we een motortje ontdekt, het kleinste ter wereld, een nanomotortje dat draait op licht.’ Een eurekamoment, een grote ontdekking, dat begrijpt de zaal vol leerlingen heel goed. Ze voelen mee met de professor die bekent: ‘Toen mijn studenten het me lieten zien in het lab, kon ik 5 minuten niets zeggen, ik was sprakeloos.’

Maar hij neemt de zaal meteen mee naar het nano-autootje dat hij vervolgens met zijn team bouwde, ‘direct maar een fourwheeldrive van 2miljardste meter groot, die rijdt over een laagje koperatomen als je hem een elektrisch pulsje geeft.’ Om er trots aan toe te voegen: ‘Tegenwoordig maken we kunstspiertjes die bewegen, we hebben nu een stukje plastic, dat onder invloed van licht over een oppervlakte loopt. Dan kun je in de toekomst bijvoorbeeld een robotarmpje maken. Robotics gaan onze wereld veranderen. Of je kunt denken aan een kunstklepje voor een hart.’

Hoe wist Feringa nou dat dit een Nobelprijs waard was? ‘Tja, we dromen allemaal wel eens he, om popartiest te worden of net zo goed te kunnen voetballen als Messi. Collega’s noemden het wel eens, maar ik was er niet zo mee bezig, tot ik in 2011 een telefoontje uit Amerika kreeg, op een dinsdagavond laat: “Ben, you were on American television.” Ik dacht: come on, ze weten niet eens waar Groningen ligt! Maar wat bleek, bij de Simpsons op prime time televisie werd voorspeld wie de Nobelprijzen gingen winnen en daar stond het: William Moerner van Stanford University en Ben Feringa. Moerner kreeg hem inderdaad in 2014 en ik twee jaar later. De volgende morgen kwamen er een paar studenten uit mijn groep die zeiden: “Ben, Ben, you will get the Nobelprize!! It was on the Simpsons.” Ik dacht, ik hoef helemaal geen Nobelprijs; op prime time on American television bij de Simpsons, dat is al mooi genoeg!’

 

Sprookje

Toch kwam het telefoontje uit Stockholm in 2016 en het was fantastisch, vertelt Feringa. Niks geen valse bescheidenheid: ‘Het was een sprookje’. Feringa laat de Nobel-medaille door de aula gaan, alle leerlingen mogen hem even vasthouden, terwijl hij verhaalt over de uitreiking op LIVE televisie. Zelfs de meest sceptische leerlingen gaan om, op dat moment, vertellen ze later die middag. Die gouden plak in je handen is wel heel bijzonder…

‘Je bent op zo’n moment net een rockstar, een celebrity’, vertelt Feringa, ‘iedereen wil wat van je. Het is fantastisch hoor. Je krijgt die medaille uit handen van de Zweedse koning, altijd in december op de sterfdag van Alfred Nobel. Daarna was er een diner, met 1200 gasten, waarbij wij tegenover de koning en koningin zaten en naast de prinsessen en prinsen. Smakelijke details volgen: een diner van vier uur waarbij je alleen mag opstaan als de koning en koningin dat doen (‘en die zijn gewend aan diners  van 4 uur zonder dat ze naar het toilet hoeven’), een galatrap af met een prinses op hoge hakken (‘zulke stiletto’s’) aan je arm en andere leuke weetjes.

De uitsmijter is een vraag van leerling Merel. Zitten er nog nieuwe ontdekkingen in Feringa’s hoofd en kun je die Nobelprijs eigenlijk twee keer krijgen? Wat dat laatste betreft: ‘Ja, zeker, dat kan! Madame Curie is een voorbeeld voor alle meiden hier, hoor, ze heeft twee keer de Nobelprijs gewonnen.’ En wat de toekomst betreft: Feringa is nu bezig met de ontwikkeling van slimme geneesmiddelen tegen kanker die heel gericht aan en uit gezet kunnen worden. Later in het scheikundelab als de leerlingen proefjes gaan doen en Feringa door het lokaal loopt om te helpen, wordt hij er door een leerling op aangesproken. Zou hij misschien haar oma kunnen helpen die momenteel chemotherapie krijgt? Het is duidelijk niet de eerste keer dat Feringa dit overkomt. Geduldig legt hij uit hoe lang het duurt voor dit soort medicijnen veilig en publiek beschikbaar zijn: ‘Wel tien tot 15 jaar hoor; denk ook maar niet dat die Covid-vaccins met een druk op de knop ontwikkeld werden. Maar sterkte hoor en doe je de groetjes aan je opa en oma?’

 

Labjassen

In het scheikundelokaal kunnen de leerlingen Feringa later die middag aanraken en met hem praten, als ze met labjassen aan en veiligheidsbrillen op, het zogenoemde aanhechtingsvermogen en de oplosbaarheid van stofjes testen, en exotherme en endotherme reacties opwekken. Er klinkt gegiechel, wanhoopskreten maar sommige groepjes zijn ook heel serieus bezig. Er zitten kids bij die ik zo op mijn lab zou willen hebben, zegt Feringa. Voor de leerlingen wordt het programma daarna afgesloten met een soort TED-Talk. De leraren nemen de Nobelprijslaureaat nog even mee: hij mag een nieuwe Ben Feringa-hub openen in de kelder van het UE. Leerlingen en docenten kunnen er vergaderen met elkaar en met bedrijven, samenwerken aan vakken als ontwerp&design.

In het nagesprek in de hub draait het al snel weer om vragen stellen en ideeën uitwisselen. Diplomatiek loodst de hoogleraar vragen soms van het persoonlijke (‘Zijn uw drie dochters ook de wetenschap in gegaan?’) naar het professionele. Ook op zijn niveau, legt hij, gaat het er om dat studenten met nieuwe ideeën te komen. ‘Tuurlijk hebben we bepaalde  lijnen van onderzoek, maar daarnaast zeg ik heel vaak: bedenk eens wat. Dat is toch ook wat je wilt als docent, dat je studenten en leerlingen zelf aan het nadenken zet en enthousiasmeert.’

En komen ze eens met een slecht idee of maken ze een fout, brand je leerlingen dan niet af. ‘Als ik college geef, maak ik bewust wel eens een fout op het bord, waardoor studenten zeggen: “Maar meneer, klopt dat wel?” Zo ontstaat er discussie en dat is heel leerzaam.’ Voorbeelden uit de dagelijkse praktijk helpen ook, uit de industrie of de krant. ‘Cholesterol of sekshormonen, nou, ik kan je vertellen dat studenten en leerlingen dan best enthousiast worden.’

Verder lezen

1 De lat mag hoog
2 Drie vragen aan Ben Feringa

Click here to revoke the Cookie consent