Interview

De biotoop van...Esther Schipper

Tekst Paulien de Jong
Gepubliceerd op 18-06-2019 Gewijzigd op 19-06-2019
Wie ben jij? Wat als je kracht, ‘verschil mag er zijn’, je zwakte wordt? Het overkwam gemengde openbare basisschool Corantijn in Amsterdam-West. Een etnisch incident leidde tot een filmproject waarbij klasgenoten elkaar thuis interviewden. ‘Wie kennis vergaart over de ander, krijgt meer empathie.’

Breedlachende gezichten en een flinke dosis enthousiasme vullen het scherm. ‘Uit welk land komen je ouders?’ vraagt een jongen aan een klasgenoot bij wie hij op bezoek is. Haar moeder komt uit Iran en haar vader uit Afghanistan. ‘Maar ik dacht dat je Turks was,’ reageert de jongen verwonderd.

Wie de trailer van het filmproject Wie ben jij? bekijkt, wil meer. Want in deze film zien we kinderen in hun natuurlijke habitat. Hier is hij of zij geen leerling of klasgenoot, maar een dochter of zoon, een broer of zus. Een kind met gescheiden ouders. Een kind met een geloof. Een kind dat grapjes met zijn ouders maakt. Een meisje dat prachtig pianospeelt. ‘Aanschouw mijn keyboard, wil je er een stukje op spelen?’

Badenur vindt het leuk dat ze klasgenoten beter heeft leren kennen: ‘Dan wordt iemand wat aardiger.’

Bordspelen

Het is alweer bijna een half jaar geleden dat de 21 kinderen uit groep 6/7 van juf Esther Schipper de film maakten. Voor Badenur (11), dochter van Turkse ouders, was het de tweede keer. Dit jaar zat ze bij klasgenoten Amin en Raphael in de groep. Met z’n drieën filmden en interviewden ze elkaar, elk in hun eigen huis. Ze kende de jongens niet zo goed. ‘Daarom had juf Esther ons aan elkaar gekoppeld.’ Ze vroeg Raphael naar zijn lievelingseten, zijn hobby’s en vrije tijd. Dat hij een huisdier heeft en met zijn zusje een kamer deelt, wist Badenur nog niet. Ze vindt het leuk dat ze de jongens nu iets beter kent. ‘Dan wordt iemand wat aardiger.’

Klasgenoot Nadine (10) interviewde Nimue en Momin. Ze was verrast dat Momin vertelde dat hij in zijn vrije tijd vaak bordspelen doet. ‘Ik dacht dat hij gamen zou zeggen.’ En de ouders van beide jongens waren heel aardig. ‘De vader en moeder van Nimue zijn wel iets – hoe zeg je dat? – deftiger en Momins moeder draagt een hoofddoek, mijn moeder niet.’

Twee werelden

Het filmproject is een idee van Saskia Boorsma, documentairemaakster én moeder van een leerling op de Corantijn. Aanleiding was een incident in 2016 in de groep van haar zoon over het al dan niet bloot douchen na de gymles. Klasgenoten maakten elkaar uit voor ‘homo’, ‘stink-Hollander’ en ‘kut-Marokkaan’. Na een interventie in de twee klassen 6/7 en groepsgesprekken met ouders werden vooroordelen pijnlijk zichtbaar.

Hoog tijd voor actie, vond de school. Samen met Boorsma en haar collega Remke Westerhof gaven directeur Arnie Schuil, OR en MR het filmproject vorm. Kinderen en ouders zouden elkaar beter moeten leren kennen. In één wijk en op één school kunnen immers twee werelden bestaan, waarvan de bewoners elkaar zelden ontmoeten en eerder tegenover elkaar komen te staan. De school zegt: maak geen ruzie, leer overeenkomsten herkennen en omarm de verschillen. Vraag door: wie ben jij eigenlijk? Want wie kennis vergaart over de ander, krijgt meer empathie en oordeelt minder snel over afkomst of achtergrond, is de gedachte.

‘Thuissituatie
heeft veel invloed
op groepsdynamiek’

Première

Het filmproject is sinds drie jaar een vast onderdeel in de twee groepen 6/7 op de Corantijn. Het project bereikte een finaleplaats in de Nationale Onderwijsprijs 2019, er komt een samenwerking met Cinekid, en recent werd voor nog eens drie jaar subsidie toegekend door het Steunfonds Amsterdam. Missie geslaagd?

‘Absoluut,’ ervaart Esther Schipper (36). Het douche-incident speelde niet in haar groep, maar er waren genoeg andere ‘uitdagingen’. ‘Er waren ouders die hun kinderen vertelden: “Sla er maar op los of kom – maakt me niet uit hoe – voor jezelf op.” Daarover hebben we tijdens de interventieavond goed met ouders gesproken. Dat schepte vertrouwen en duidelijkheid.’

Esther Schipper:
‘De film brengt ouders,
kinderen en de wijk
letterlijk samen.’

De school maakt de film elk jaar rond eind oktober, begin november, als de kinderen de nieuwelingen in de combiklas al een beetje kennen. In beide schooljaren merkte Esther dat de klas na het project relaxter is, hulpvaardiger, ook ouders zoeken elkaar meer op. ‘Als afsluiting is er in beide groepen een filmpremière. De film brengt ouders, kinderen en de wijk letterlijk samen.’ Ook maanden later werpt het project zijn vruchten af in de klas. Schipper: ‘Als we gesprekjes hebben of er is discussie, dan komen de anekdotes. “Dat heb ik al bij jullie thuis gezien, zij gaat ook naar Arabische les; hij heeft écht veel Lego.” Het blijft ze bij.’

Wat leert Schipper zelf van het project? ‘Dat je verdiepen in elkaar en sociaal-emotionele betrokkenheid de basis is voor lesgeven. We doen in de klas veel aan groepsvorming, we werken met een maatjessysteem, met Kanjertraining en vertrouwensoefeningen, we geven tips, complimenten en feedback. Ik mediteer met ze. Allemaal belangrijk, maar dat gaat vooral over gedrag binnen de muren van de school, de thuissituatie komt nauwelijks aan bod. Daar staan we als leraar niet altijd bij stil. Terwijl het zo veel invloed heeft op de groepsdynamiek en het gevoel van veiligheid in de klas.’

Buitenlandavontuur

Schipper groeide op als oudste van zes kinderen in een christelijk gezin in Oud-Beijerland. Geen van haar broertjes en zusje koos voor het onderwijs, maar Schipper riep als tienjarige al tegen de schooldirecteur: ‘Ik kom later bij je werken.’ ‘Ik was leergierig en kon met alle leraren goed overweg.’ Ze volgde de pabo in Rotterdam, gaf les op haar stageschool en werkte drie jaar in het speciaal onderwijs toen ze de liefde achterna reisde en zich negen jaar in Barcelona en Düsseldorf vestigde. Ze werkte op kinderdagverblijven, doceerde Engels aan kinderen en gaf Nederlands aan volwassenen.
Drie jaar geleden, in Duitsland, begon het gemis: het lesgeven op de basisschool, de verantwoordelijkheid voor een klas, de vertrouwensband met kinderen. Ze stuurde een open sollicitatie naar de Corantijn. Na haar buitenlandavontuur sprak een gemengde school met verschillende culturen aan. Ook thematisch werken, kinderen geen beoordeling geven en zo veel mogelijk de methode loslaten, klonken aanlokkelijk. ‘Het zijn voorwaarden voor de manier waarop ik les wil geven: kinderen moeten zich veilig voelen en zichzelf kunnen zijn in de klas. Wie ben jij? zou op élke school een goed middel zijn om elkaar beter te begrijpen en vooroordelen tegen te gaan.’

Meer informatie over het project: [email protected].

Bekijk de filmtrailer: wiebenjij.tv.

Dit artikel verscheen in Didactief, juni 2019, met gasthoofdredacteur Edith Hooge.

Verder lezen

1 In de biotoop van Gijs de Groot
2 In de biotoop van Yvonne Klooster

Click here to revoke the Cookie consent