Nieuws

De Staat van de Schoolleider

Tekst Eline Geus
Gepubliceerd op 02-05-2016 Gewijzigd op 23-10-2016
Dit jaar had de onderwijsinspectie een primeur op het jaarlijks onderwijscongres: voor het eerst werd De Staat van de Schoolleider gepubliceerd. Dit verslag beschrijft hoe het ervoor staat met de Nederlandse schoolleiders.

De inspectie gebruikt hiervoor voor het primair en speciaal onderwijs een heleboel cijfers uit een onderzoek van de Algemene Vereniging Schoolleiders. Voor het deel over het voortgezet onderwijs schreven vijf schoolleiders een essay over de inhoud en invulling van schoolleiderschap.

Ruimte, richting en ruggensteun
Het verslag begint met de boodschap dat de schoolleider de laatste jaren een steeds belangrijkere rol toegeschreven is. Scholen hebben veel autonomie, maar daardoor hebben de schoolleiders meer verantwoordelijkheden om een strategische koers te varen. De schoolleiders zelf vinden het schoolleiderschap veel meer dan alleen organiseren van een school. De schoolleider verbindt het bestuur, het team en de directe omgeving van de school met de visie en de schoolontwikkeling.
Daarnaast sturen ze op de kwaliteit van de leerkrachten en vertalen ze onderwijsbeleid, -vernieuwingen en maatschappelijke veranderingen naar de school. Veel van de schoolleiders in het voortgezet onderwijs schrijven in hun essay hoe belangrijk het is om de leerkrachten op hun school te steunen en hoe zij dit zo goed mogelijk proberen te doen. Elke schoolleider noemt daarbij zijn eigen motto. Zoals een van hen schrijft: 'Ik zie het als een belangrijke taak om medewerkers in hun kracht te laten komen om het onderwijs op school verder te ontwikkelen. Dat probeer ik door ruimte, richting en ruggensteun te bieden.'

Stapje verder
Om al deze mooie doelen te bereiken gelden speciale competenties voor schoolleiders, zoals visiegestuurd werken, in relatie staan tot de omgeving en hogere orde denken (bijvoorbeeld het anticiperen op risico's en het gebruiken van interne gegevens voor schoolverbetering). Schoolleiders in het po zeggen deze competenties te beheersen. Veel schoolleiders zeggen bijvoorbeeld dat ze de professionalisering van leerkrachten goed kunnen stimuleren. Een van de competenties, namelijk het hogere orde denken, kan bij veel van hen echter nog verbeterd worden.
Schoolleiders willen zich wel professionaliseren. Dat zou bijvoorbeeld kunnen met een schoolleidersbeurs. Van de bevraagde schoolleiders ziet 88% zo'n beurs wel zitten. Een van hen zegt: 'Ik geloof dat een schoolleider steeds een stapje verder moet zijn dan overige teamleden. Nu er beurzen zijn voor leraren voor wo en/of promotie, is het raar dat schoolleiders achterblijven in verband met hoge kosten.' De bestuurder kan hier een rol in spelen door schoolleiders te steunen.

Werkdruk
Verantwoording wordt voor de schoolleider steeds belangrijker. Er zijn bijvoorbeeld schoolleidersregisters voor het po en vo opgezet, er zijn beroepsstandaarden voor het vo geformuleerd en er zijn gecertificeerde opleidingen voor schoolleiders in het po opgezet. Al deze verantwoordelijkheden, taken en verantwoording vragen veel van schoolleiders. Meer dan de helft van hen ervaart een hoge werkdruk.
Het verslag sluit af met een kritische blik van hoogleraar sociologie Sietske Waslander. Zij beschrijft dat de onderwijsinspectie in hun rapport uit 2014 over kwaliteit van schoolleiders constateert dat de helft van de schoolleiders niet alle basiscompetenties voldoende beheerst. In het vo zijn leerkrachten bovendien het minst tevreden over de kwaliteit van schoolleiders. Daarom onderschrijft zij het belang van zelfreflectie van schoolleiders. Mede dankzij zelfreflectie kan een professionele cultuur binnen een school ontstaan. Een uitgebreid interview met Sietske Waslander over schoolleiders is te lezen in Didactief, december 2015 (nr. 45).

Click here to revoke the Cookie consent