Onderzoek

Doelen voor de toekomst

Tekst Irma Heemskerk, Yolande Emmelot en Ati Raban
Gepubliceerd op 03-05-2017 Gewijzigd op 18-10-2017
Beeld IJburg College
Innovatieve scholen hebben vaak al een reputatie opgebouwd in de media, zoals het Hyperion Lyceum en Vathorst College. Tien toekomstgerichte scholen onder de loep: wat doen zij anders en wat levert dat op?  

Innovatieve scholen benadrukken andere doelen dan hun reguliere broeders en zusters. Dit bleek in ons onderzoek onder tien van deze scholen het meest zichtbare kenmerk. Ze hechten veel waarde aan toekomstgerichte vaardigheden, zoals persoonsvorming, zelfsturing, kritisch denken, samenwerken, creativiteit, maatschappelijke bewustwording en algemene vaardigheden, zoals presenteren. Hun definities verschillen hier en daar overigens een beetje, en ook het gewicht dat zij aan hun diverse doelen toekennen. Het Hyperion Lyceum in Amsterdam profileert zich bijvoorbeeld vooral met maatschappelijke bewustwording en kritisch denken, het IJburg College, ook in Amsterdam, met zelfsturing, en het Vathorst College in Amersfoort met kritisch denken en creativiteit. Voor ons onderzoek hebben we eenduidige definities geformuleerd (zie didactiefonline.nl).

Toetsen

Om de ontwikkeling van leerlingen op deze doelen te volgen, zijn gebruikelijke toetsen (zoals Cito) ongeschikt. De scholen hebben daarom andere oplossingen bedacht. Zo volgen ze hun leerlingen met gestandaardiseerde meetinstrumenten (iSELF van TNO bijvoorbeeld) en met meetinstrumenten die competenties scoren (rubrics, volgboekjes). Maar ook bijvoorbeeld door een-op-een contact tussen mentor en leerling in ontwikkelgesprekken, of door geschreven of mondelinge rapportages door leerlingen zelf, zoals portfolio’s, presentaties en autobiografie.
De scholen zijn ook veel bezig met de vraag of de ontwikkeling op deze ‘andere’ doelen wel vastgelegd en meetbaar gemaakt moet worden, en hoe dan? Vooral in de bovenbouw, richting het examen, vinden ze het lastiger eraan te werken, wanneer de meer traditionele, cognitieve doelen aandacht vereisen. Veel scholen voelen zich dan genoodzaakt om zich meer daarop te richten.

Het examen blijkt vaker van invloed op de innovatieve kracht van de scholen. Want hoewel ze bijvoorbeeld zeggen graag eigen lesmateriaal te ontwikkelen, maken ze meer gebruik van lesmethoden als ze richting eindexamen gaan. Sommige geven aan dat de focus op goede eindexamenresultaten soms botst met wat de school belangrijk vindt. Overigens zorgt niet alleen het eindexamen voor spanning. Ook zelf het curriculum vormgeven blijkt uitdagend: scholen vinden het lastig om kwalitatief goed lesmateriaal te maken, onder meer vanwege de hoge werkdruk.

Desondanks bieden veel innovatieve scholen wel extra innovatieve vakken aan, zoals ‘Grote Denkers’ op het Hyperion, bedoeld om kritisch denken te ontwikkelen. Sommige vakken hebben meerdere doelen, zoals de kunstvakken op het Vathorst. Ze zouden bijdragen aan creativiteit en persoonsvorming door wilsontwikkeling en reflectie.

Soms kiezen scholen ervoor bestaande vakken anders in te richten, bijvoorbeeld door een onderverdeling in instructie- en zelfstudietijd (dat laatste voor vaardigheden als zelfsturing en samenwerken). Of ze bieden vakken buiten het curriculum aan, zoals creatieve workshops. Scholen die al langer toekomstgericht werken, kiezen er vaak voor om leerlingen in domeinen te laten werken met vakoverstijgend lesmateriaal. De leerlingen werken met meerdere klassen in een grote, open ruimte die speciaal voor dit doel is ingericht. Zij werken zelfstandig en samen aan thema’s, onder begeleiding van een aantal docenten (lees ook School verbeteren doe je met elkaar, over de werkwijze van het Vathorst College, Didactief, maart 2017).
Vooral voor de scholen die hun doelen en werkwijze nog aan het ontwikkelen zijn, blijkt het rooster af en toe spelbreker. Zij worstelen met lokalen en de extra vakken, en ervaren het rooster soms als ‘overspannen’. Het helpt wel dat scholen door nieuwe wetgeving meer vrijheid hebben om de onderwijstijd zelf in te delen.

Keuzevrijheid

LeerlingenEen aantal scholen biedt leerlingen keuzevrijheid bij extra vakken, de manier waarop zij deze willen doorlopen (bijvoorbeeld versneld) of hoe zij de lesstof verwerken (bijvoorbeeld eigen uitwerking van opdrachten). De scholen signaleren dat samenwerkend leren binnen het reguliere onderwijs niet altijd goed uit de verf komt. Samenwerkingsvaardigheden worden ook maar sporadisch op een systematische manier door scholen behandeld. Daarom kiezen de onderzochte scholen vaak voor vaklessen in traditionele klassen, en samenwerkend leren in domeinen. Werken in domeinen betekent dat docenten hun leerlingen in een andere setting zien dan gedurende de vaklessen, en er is dan meer zicht op de interactie tussen leerlingen.

Voor een doel als persoonsvorming helpt het als leraren hun leerlingen positief benaderen en gelijkwaardig met ze omgaan. Wanneer leerlingen veel eigen verantwoordelijkheid krijgen en leraren daarover met hen in gesprek gaan, worden ze geprikkeld om initiatieven te nemen.

Sommige scholen denken uitdrukkelijk na over didactische strategieën in relatie tot de doelen die ze willen bereiken. Ze noemen bijvoorbeeld socratische gespreksvoering, onderzoek doen, samenwerken en elkaar feedback geven. Ook leerlingen uitdagen, door ze met een vraag naar huis te sturen en veel eigen inbreng van hen te vragen, horen daarbij.

Op alle scholen is een gevoel van veiligheid een voorwaarde om aan deze toekomstgerichte doelen te werken. Een uitgebreid mentoraat en een vast team docenten per groep leerlingen helpen daarbij: leerlingen voelen zich gekend. Ook een vast ritme en gewoonten binnen de school dragen bij aan een beter klimaat.

 

Bredere populatie is ‘n uitdaging
Vernieuwingsscholen herbergen vaak een specifieke populatie. Veel van deze scholen geven aan dat ouders vooral bewust voor ze kiezen vanwege het schoolconcept, omdat dit past bij hun opvoedingsstijl. Ook verwelkomen de scholen vaak leerlingen die al wat zelfstandiger zijn.
Doordat er op deze scholen veel prikkels zijn, bijvoorbeeld wanneer de leerlingen werken in domeinen, zijn ze minder geschikt voor kinderen met bijvoorbeeld autisme of ADD. Maar wanneer zo’n school extra begeleiding biedt, zoals een uitgebreid mentoraat, wordt deze kinderen soms juist wel aangeraden om hiervoor te kiezen.
Een van de scholen geeft aan dat ze door het bewuste keuzeproces (soms is er een intakegesprek en vaak is er een leerlingprofiel) meer leerlingen uit kansrijke gezinnen telt. Etnische minderheden of leerlingen uit arme gezinnen kiezen mogelijk minder vaak voor deze school, omdat het schoolconcept hen minder aanspreekt.
Het is een uitdaging voor de toekomstgerichte scholen om ook leerlingen op andere onderwijsniveaus en een bredere populatie aan te spreken. De onderzochte scholen zijn zich hiervan bewust, en werken hier al aan of denken erover na hoe ze dat kunnen doen.


UvA/Kohnstamm Instituut, Toekomstgericht onderwijs: vormgeving en resultaten voor verschillende groepen leerlingen. Eindrapport verwacht in najaar 2018.
Deelnemende scholen: Da Vinci College, IJburg College, Herbert Vissers College, Eerste Christelijk Lyceum, Werkplaats Kindergemeenschap, Vathorst College, Amadeus Lyceum, Hyperion Lyceum, Hoofdvaart College, Vrije Scholen Voortgezet Onderwijs Noord-Holland.

Lees hier ook over de workshops die de Jasmijn Kester, rector van het Vathorst College geeft.

Lees hier de ingezonden brief van leerlingen uit de vijfde klas van het Hyperion Lyceum.

Dit artikel verscheen in Didactief, mei 2017.

 

Verder lezen

1 School verbeteren doe je met elkaar
2 Voorhoedescholen in beeld
3 Vathorst College: Nieuwe wijk, vernieuwingsschool
4 Leergemeenschap op het IJburg College
5 Kritische burgers van het Hyperion Lyceum
6 Ingezonden brief: Hyperion Lyceum

Click here to revoke the Cookie consent