Nieuws

'Hé, een theoretisch vak kan ook leuk zijn'

Tekst Luutje Niemantsverdriet
Gepubliceerd op 20-10-2012 Gewijzigd op 20-12-2017
Beeld De Beeldredaktie: Koen Verheijden
Wat is het effect van differentiëren op leerprestaties en welbevinden van leerlingen? ‘Mooie producten!’, zeggen ze op de Nijmeegse Scholengemeenschap Groenewoud.

‘Mevrouw? Hoe kunnen we de toets het best voorbereiden?’, vraagt een jongen terwijl zijn buurvrouw begint te lachen. Sylvia Vosters die het gelach negeert, zegt: ‘Goede vraag van Noah. Wie weet het antwoord?’ Een paar vingers schieten de lucht in. Een samenvatting maken, mindmappen of zelf overhoorvragen bedenken, suggereren de leerlingen. ´Of je kunt een proeftoets maken: de toets van de methode of de toets die ik heb gemaakt’, oppert Vosters nog een alternatief.

Dinsdagmorgen 10.40 uur. In het brugklasgebouw van de Nijmeegse  Scholengemeenschap Groenewoud staat de laatste les geschiedenis voor de vakantie in het teken van de toetsweek. Sylvia Vosters geeft haar vmbo/t/havo-brugklas de keuze om te doen wat bij hun leerstijl past, dat wil zeggen: een manier van omgaan met leerstof en leeractiviteiten. Er zijn bijvoorbeeld leerlingen die het fijn vinden om te leren door veel vragen te stellen. Anderen zijn echte doeners, zij willen het liefst meteen met iets aan de slag. Ze past die verschillende stijlen ook toe in haar lessen. ‘Die investering heeft effect op de lange termijn, omdat ik op deze manier veel waardevolle informatie krijg over hoe ze leren en daarbij kan aansluiten.’

Liedtekst

Hoe werken met verschillende leerstijlen in de praktijk gaat, laat Vosters zien in een project over oorlog en revolutie voor de tweede klassen vmbo-t/havo en havo/vwo. Bij de opdrachten staat: ‘Deze opdracht is geschikt voor jou als je goed bent in lezen’ of ‘...als je goed bent in logisch denken’, ‘...in informatie verzamelen’, ‘...in tekenen’. Van de zeven opdrachten kiezen de leerlingen er drie of vier die het beste bij hen passen. Zo interviewen twee meisjes, beiden minder sterk in theorie, iemand over tolerantie. ´Ze vragen heel goed door. Zie je hoe ze opbloeien bij deze opdracht?’, zegt Vosters. ‘Het effect van differentiëren is dat een leerling nadenkt over zijn eigen leren. Soms komt hij er achter dat hij anders leert dan hij dacht. Zoals Lucas die aanvankelijk een spotprent wilde tekenen, maar gaandeweg merkte dat hij dat niet zo gemakkelijk vond bij dit onderwerp. In dit project zijn er voor iedereen
verrassende en mooie producten uitgekomen. Twee leerlingen schreven bijvoorbeeld een songtekst op een bestaande melodie waarvan de inhoud helemaal klopte met de lesstof. Ze hadden het lef het lied te zingen, op te nemen, en het klonk nog goed ook.’ Een leerling voegt daar aan toe: ‘Ik snap de Tweede Wereldoorlog nu beter en ik heb ook voor het eerst van mijn leven op een nieuwssite gekeken.’  Vosters: ‘Fantastisch, dat is opbrengst. De leerlingen hebben ervaren dat een theoretisch vak leuk kan zijn. Ze waarderen de keuzes die ze krijgen.’

Studiewijzer

De leerling een keuze geven; daar draait differentatie eigenlijk om. Dat kan ook op kleine schaal in de klas. Maar het lukt nog niet iedereen. ‘Om te  kunnen differentiëren moet je eerst de basis goed in je vingers hebben’, zegt CPS-adviseur Bert Moonen, die het onderbouwteam van de NSG daarin heeft begeleid.
‘Als de sfeer niet goed is of als je de leerlingen niet goed aan het werk krijgt, dan wordt het moeilijk.’ Petra Escher, teamleider onderbouw en docent wiskunde,
beaamt dat de organisatie in de praktijk lastig is: ‘Als je zeven of acht klassen hebt met dertig leerlingen die je maar een paar uur per week ziet, dan is het moeilijk ze
allemaal in beeld te krijgen. Binnen een les van vijftig minuten kom je lastig tot een goede differentiatie. Maar het is ook durven en ervaren dat het goed gaat. En levend houden wat we op de studiemiddagen hebben geleerd. Daarvoor gaan we in  tweetallen bij elkaar op lesbezoek.’

Zelf differentieert Escher in haar lessen vooral door de leerlingen na de diagnostische toets lesstof te laten herhalen dan wel verdiepen. Hulpmiddel is de studiewijzer, eigenlijk een soort planning van de lesstof. Alle vakken gebruiken hetzelfde stramien: een eenvoudig A4-tje met op de achterkant aanwijzingen voor
leerlingen die de lesstof hebben doorlopen. Op die van Escher staat precies waarmee de leerlingen verder moeten na een goed of fout gemaakte opdracht. ´De
studiewijzer geeft de leerlingen structuur. Ze wilden zelf zo’n eenvoudig papier zonder poespas. Ons als docenten geeft het een beeld van de leerling. Leerlingen
die hun huiswerk niet maken of de stof niet begrijpen vallen eerder op, terwijl snelle leerlingen eerder kunnen gaan verdiepen.

Variatie in differentiatie

CPS hanteert voor differentiatie een driedeling met variaties in:

  • Instructie: De variatie in instructie sluit aan bij de zes denkniveaus van de Amerikaanse onderwijskundige Benjamin Bloom, oplopend in complexiteit: onthouden, begrijpen, toepassen, analyseren, evalueren en creëren. De diepgang van de opdracht kan daarmee variëren. In het basisonderwijs is het IGDI-model (Interactief Gedifferentieerd Directe Instructie) gemeengoed, een nieuwe versie van directe instructie die uitgaat van twee of drie niveaugroepen in de klas. Een gemiddelde groep kan na instructie aan het werk, een groep werkt zelfstandig en een derde groep krijgt meer instructie en begeleiding. De les wordt gezamenlijk begonnen met het vaststellen van het lesdoel en gezamenlijk afgesloten met een terugblik op het geleerde.

  • Leertijd: De docent kan differentiëren in de leertijd voor leerlingen. Dat betekent dat hij er bewust voor kiest om een bepaalde groep zo lang mogelijk mee te laten doen tijdens de instructie en het activeren van het denkproces terwijl hij anderen juist wat sneller zelfstandig aan het werk zet.

  • Leerstof: De variatie in leerstof houdt rekening met meervoudige intelligentie en verschillen in leerstijlen. Met differentiëren is een docent gedwongen op andere manieren te werken dan hij gewend is: hij komt uit zijn ‘comfortzone’. Iedere docent heeft eigen voorkeuren. Hij hoeft ook niet in iedere les verschillende leerstijlen toe te passen, maar kan er bijvoorbeeld twee kiezen. Of iedere les een andere. 

Dit artikel verscheen in de special 'Ziet u het verschil?' over differentiëren. Deze special is gemaakt door de redactie van Didactief in samenwerking met CPS Onderwijsontwikkeling en advies. Een financiële bijdrage is geleverd door CPS. 

De special verscheen in Didactief, oktober 2012.

Verder lezen

1 Ziet u het verschil?

Click here to revoke the Cookie consent