Artikelen

Het gereedschapskistje van de leraar

Tekst Eva Naaijkens en Martin Bootsma
Gepubliceerd op 25-01-2024 Gewijzigd op 25-01-2024
Beeld Dorieke Fotografie
Schoolleider Eva Naaijkens en teamleider en leraar Martin Bootsma van de Alan Turingschool delen dit schooljaar hun gedachten en praktijken over goed onderwijs. Dit keer: leg aanpakken als team vast in een gereedschapskistje.

Benieuwd naar meer mooie (praktijk)verhalen uit het onderwijs?


Met een (digitaal) abonnement op Didactief kun je bij ons hele archief vanaf 2003: interviews, reportages, opinie en relevant onderwijsonderzoek. Lees bijvoorbeeld Op lesbezoekLeraar onderzoekt of Wijsheid uit de klas. Lid worden doe je hier.


Onderwijs is ambacht. En een belangrijk aspect hiervan is het streven naar goed werk. Richard Sennett omschrijft dit proces in zijn boek De ambachtsman (2008) als het rijpen van vaardigheden: ‘Vakmensen zijn het meest trots op de vaardigheden die rijpen. Daarom geeft domweg nadoen geen blijvende bevrediging; de vaardigheid moet zich ontwikkelen. De traagheid van de vaardigheid fungeert als een bron van voldoening: de oefening raakt ingesleten, zodat de vaardigheid eigen wordt gemaakt.’

Tijd en ruimte om je
de vaardigheid van het
lesgeven eigen te maken

Leraren hebben tijd en ruimte nodig om zich de complexe vaardigheid van het lesgeven eigen te maken. Je moet kennis hebben van vakinhoud, vakdidactiek en pedagogiek, en daarnaast moet je goed kunnen plannen, organiseren en communiceren. Alle gereedschappen die je hiervoor nodig hebt, zitten bij ons op school in een denkbeeldig gereedschapskistje (zie kader): de school als werkplaats. Om dat goede werk te kunnen leveren is het belangrijk om samen te werken, waarbij je deze methodieken en didactieken gebruikt.
 

Wat zit erin?


Wat er in het gereedschapskistje van de leraar zit, verschilt per school. De visie op leren en leren organiseren en de vraag of een aanpak ‘kansrijk of veelbelovend’ is omdat die in andere landen werkt of op scholen in Nederland lijkt te werken, is voor ons leidend bij het vullen van het gereedschapskistje. In ons kistje zit onder andere een schoolbrede gedragsaanpak, klassenmanagement, een instructiemodel, rekenonderwijs, thematisch onderwijs en de aanpak voor effectief leesonderwijs en interventieprogramma’s die nodig zijn voor leerlingen die meer uitdaging of extra ondersteuning vragen. Hierbij horen ook schoolbrede werkvormen en activiteiten. Stel jezelf bij het vullen van de kist de vraag: ‘Welke vaardigheden moeten alle leraren beheersen om deze aanpakken te kunnen inzetten in de les?’ Werk je vanuit een gedeelde visie en hanteer je dezelfde gereedschappen, dan is samenwerking en begeleiding relatief eenvoudig. Je spreekt immers dezelfde taal en weet welke ritmes en routines in de klas worden ingezet.

 

Waar te beginnen?

Toen wij in 2016 de school startten, hebben we de eerste twee jaar veel tijd gestoken in het vullen van het gereedschapskistje van leraren en ondersteuners, gericht op het versterken van pedagogiek en op ritmes en routines die gericht waren op gedrag. Zo volgden de leraren een cursus pedagogisch tact om hun pedagogisch handelen te versterken. Dit was urgent omdat er sprake was van grensoverschrijdend gedrag van leerlingen. Het reguleren van dit gedrag, wat wij als voorwaarde zien om tot lesgeven te komen, had prioriteit. Tegelijkertijd is het team geschoold in het geven van een goede instructie binnen rekenonderwijs. De kennis was gericht op vakinhoud en didactiek. Alle leraren volgden de cursus ‘Foutloos Rekenen’ van het Mathematisch Instituut, zodat ze eventuele hiaten in hun basiskennis wegwerkten en ze tijdens rekenlessen vol vertrouwen instructie konden geven. De vakinhoud koppelden we aan het ‘expliciete directe instructie’-model, een effectieve methode volgens de literatuur. En makkelijk te hanteren door de structuur en overzichtelijkheid. Bovendien zit erin ingebed dat je kijkt naar welke leerlingen verlengde of verdiepende instructie nodig hebben.

 

Vakmanschap groeit

Door te beginnen met gereedschappen gericht op pedagogiek, vakinhoud en vakdidactiek zagen we al snel de effectieve lestijd en de kwaliteit van de lessen toenemen; het vakmanschap van leraren groeide snel. Door het succes van de aanpakken voor gedrag en rekenen gingen de leraren die het in de vingers kregen het geleerde toepassen tijdens andere lessen. Ze zagen de mogelijkheden die het versterkte didactisch handelen bood, zoals activeren van voorkennis, afwisselende werkvormen, vaart in de les en controle van begrip en pasten deze ook in andere lessen toe. Ook op andere onderdelen van het leerplan – zoals taallessen, thematisch werken en spelling – kregen leraren meer grip op het lesverloop en de lesstof. Bovendien zorgde het werken met schoolbrede aanpakken ervoor dat leraren op onderwijsinhoud met elkaar gingen samenwerken, hier werden ze erg enthousiast van. Ook maakte dit het makkelijker om het gereedschapskistje uit te breiden met de door onszelf ontwikkelde aanpak van effectief leesonderwijs binnen thematisch onderwijs.

Kern van vakmanschap:
‘verlangen om werk goed
te doen voor ‘t werk zelf’

Hoe je met het gereedschap omgaat, hebben we vervolgens beschreven in professionele standaarden. Je kunt deze standaarden zien als handleidingen die beschrijven welke aanpakken we hanteren en hoe. Door te werken vanuit heldere standaarden en een gezamenlijke aanpak kun je een duurzame schoolontwikkeling bereiken. Niet al het gereedschap heb je elke les nodig, maar het is wel belangrijk dat het er is en dat je weet hoe je erover kunt beschikken.

 

Schoolbrede aanpak

Om nog even bij het beeld van de school als werkplaats te blijven: de kracht zit duidelijk in de schoolbrede aanpak. Als je wilt dat je school aan het eind van acht jaar leerlingen aflevert die goed kunnen lezen en rekenen en ook cultureel geletterd zijn, dan is het van groot belang om het onderwijs in een doorgaande lijn aan te bieden en hierbij ook schoolbrede aanpakken, door ons gereedschappen genoemd, te hanteren. Stel als doel dat alle leraren over een gedeelde gereedschapskist beschikken. Geef ze hiervoor scholing en begeleiding die is gericht op het oefenen met het gereedschap en het effectief leren hanteren ervan.

Het gereedschapskistje van onze school is belangrijk voor onze huidige en toekomstige vakmensen. Dit zijn aanpakken die we als team goed moeten vastleggen (vandaar die standaarden) en vooral: onderhouden. Ontwikkelingen ervan moeten we goed waarborgen, zodat we ze kunnen inzetten bij de verantwoording en dialoog over ons onderwijs. En nog belangrijker: zodat we het gereedschapskistje kunnen doorgeven aan nieuwe collega’s. Onze school groeit en dat brengt het risico met zich mee dat aanpakken verwateren. Om dit te voorkomen, blijven we aandacht besteden aan professionalisering en coaching door data te analyseren en te monitoren hoe het onderwijs ervoor staat. Nieuwe collega’s krijgen nascholing door ervaren collega’s of externen aangeboden en worden intensief begeleid om onze aanpakken in de vingers te krijgen.

We onderschrijven het uitgangspunt van Sennett, namelijk dat bijna iedereen een goed vakmens kan worden. Maar dan moeten leraren wel de kans krijgen om hun vakmanschap binnen de complexe vaardigheid die lesgeven is te laten rijpen en daarbij te leren samenwerken op basis van schoolbrede aanpakken. Leraren omarmen dan wat Sennett ziet als de kern van vakmanschap, namelijk ‘een blijvende, fundamentele menselijke impuls, het verlangen om een ​​werk goed te doen omwille van het werk zelf’.

 

Bronnen:

Naaijkens, E. & Bootsma, M. (2022). De school als werkplaats. Gereedschap voor een sterke kwaliteitscultuur. Pica.

Sennett, R. (2008). De ambachtsman. De mens als maker. Meulenhoff.

Bosman, A.M.T., Meester, E. & Montulet, N. (2023). Wat moet je leren op de pabo en waarom? Het belang van een goede leerkracht. Themahogeronderwijs.org.

 

Dit artikel verscheen in Didactief, januari/februari 2024.

Verder lezen

1 Spieken bij de Alan Turing
2 Gedrag in de school

Click here to revoke the Cookie consent