Nieuws

Maak inductie deel van omvattend beroepsperspectief

Tekst Monique Marreveld
Gepubliceerd op 29-02-2024 Gewijzigd op 27-02-2024
Beeld Pexels
‘Het gezicht van de Henegouwenlaan’ heet Anke van den Bercken. Ze werkt al 20 jaar op het Stedelijk College Eindhoven. Behalve leraar Engels is ze voorzitter van een vijfkoppig coachteam dat starters begeleidt. En daar profiteren meer dan alleen beginners van.

Eigenlijk is de coaching op de Henegouwenlaan een voortzetting van het BSL-traject (Begeleiding Startende Leraren 2014-2019). De lessen die daar geleerd zijn, waren aan het Stedelijk goed besteed. Tien jaar na de start staat het inductieprogramma als een huis. Iedere starter heeft recht op drie jaar begeleiding die zoveel mogelijk op maat wordt ingevuld, afhankelijk van behoefte en capaciteit. Momenteel krijgen er circa 25 collega’s begeleiding, van wie er 12 voor het eerst voor de klas staan.

Leraren worden al vóór
het begin van een schooljaar
op school verwelkomd

Voor allemaal geldt dat ze al vóór het begin van een schooljaar op school worden verwelkomd, vertelt Van den Bercken. Of ze nou voor het eerst voor de klas staan of al jaren ervaring hebben. ‘Het is fijn als leraren elkaar al eens gezien hebben,’ legt ze uit. ‘Goed voor de groepsvorming en het voelt veilig: je komt niet blanco in een grote groep terecht op je eerste schooldag.’

Verder krijgt iedere starter een coach vanaf dag één. Een collega die lesbezoeken doet, en starters helpt om te landen en het reilen en zeilen van de school te leren kennen. Coaches krijgen daarvoor 300 uur op jaarbasis.

Het eerste jaar is er
regelmatig ruimte
voor intervisie

Het eerste jaar is er met regelmaat op dinsdagmiddag ruimte ingeroosterd voor intervisie, en zijn er zes studiedagen in het schooljaar. Thematisch wordt vaak aangehaakt bij het schoolritme. Zijn er leerlingbesprekingen gepland, dan gaat de intervisie daarover: hoe pak je die het beste aan? Van den Bercken: ‘We kijken eigenlijk altijd: wat is er nodig op dit moment? Waar hebben jullie behoefte aan?’ Starters met ervaring kiezen vaak coaching met videofeedback (‘de videoclub’) en individuele coaching op thema. Een deel van die specifieke begeleiding vindt plaats binnen secties door zogenoemde buddies.

Aandachtspunt bij de begeleiding van starters is ook wat Van den Bercken ‘de micropolitiek van een school’ noemt. Gedoe in een sectie bijvoorbeeld kan belemmerend zijn voor het enthousiasme van starters en voor het gevoel van veilig landen. En ook daar heeft de coach een belangrijke rol. Van den Bercken: ‘Als coach moet je soms ook zaken gladstrijken of verzachten, of even influisteren bij iemand “let op je nieuwe collega, misschien moeten jullie even samen gaan zitten?”. Een school is een hele kleine afgesloten bubbel en als iemand altijd het hoogste woord heeft, is het soms moeilijk om niet meteen in je schulp te kruipen als starter. Maar een lichtje schijnen op die relaties kan al helpen.’
 

Urenreductie

De ene starter is de andere niet, benadrukt Saskia Heunks, programmaleider inductie van Trion, een samenwerking van TU Eindhoven, Tilburg University, Fontys Hogeschool en ruim 20 vo-scholen waaronder het Stedelijk. Ze is de vaste bovenschoolse contactpersoon van Van den Bercken. ‘Neem de wettelijk geregelde urenreductie voor starters: 20% volgens de cao. In de praktijk is dat toch ingewikkelder, want ja, wie is precies starter? Bij Trion werken studenten in opleiding die al een baan hebben, zij-instromers, deeltijders en nieuwe leraren met veel werkervaring. Niet iedereen past dus in dat cao-plaatje. Het is dan een taak van de school om te bewaken dat een nieuwe collega niet te veel uren voor de klas staat en dat ook ervaren leraren ruimte overhouden om te leren.’

Een coach doet
lesbezoeken en helpt
starters om te landen

Groei lijkt een toverwoord bij Trion. Zoals Van den Bercken zegt: ‘Leerlingen groeien ontzettend snel en wij mogen mee als leraren, sterker nog, we moeten mee, anders groeien we uit elkaar. School biedt daarvoor gelukkig de ruimte.’ En inderdaad niet alleen aan starters, zegt ze. ‘Bij ons krijgen mensen de kans om verschillende rollen te vervullen. Ik ben leerlingcoördinator geweest, ik geef faalangsttrainingen en workshops examenvrees, en ik coach. Als je zoveel verschillende dingen mag doen, kun je ook echt groeien binnen een organisatie en heb je minder de behoefte om een andere school te zoeken. Ik heb het hier al 20 jaar naar mijn zin.’
 

Professionele leergemeenschappen

De inductie en begeleiding van collega’s bij Trion past helemaal in het plaatje dat lector Marco Snoek van de ideale lerarenloopbaan schetst in het hoofdartikel ‘Houd starters overeind’ en in deel één van de boekenreeks Leraar: Een professie met perspectief. ‘Het boek van Snoek is ook ons uitgangspunt,’ zegt Heunks. ‘Het gaat bij ons echt om professionalisering en niet om hrm, want dat vinden wij over het algemeen veel te aanbodgestuurd: schrijf je in voor training zus of cursus zo. Hier staat de opleidingsschoolgedachte veel meer centraal, waarin je bewust samen opleidt, samen professionaliseert en afstemt op de individuele leervraag. We hebben ook een aantal professionele leergemeenschappen waarin we kennis delen, aandacht besteden aan gespreid leiderschap en zo loopbaanpaden creëren om het vak van leraar interessant te houden. De begeleiding van starters is kortom een onderdeel van een meer omvattend beroepsperspectief.’

Nieuwkomers kunnen een school veel brengen, aldus Heunks. Ze overbruggen vaak grenzen en brengen nieuwe inzichten mee.
 

Bore-out

Behalve op starters moet de focus ook liggen op mensen die al lang in dienst zijn en voor wie de zogenoemde bore-out op de loer ligt. Heunks: ‘We proberen plekken te creëren voor mensen die je potentieel verliest bij onvoldoende uitdaging. We hebben nu een professionele werkplaats ingericht voor uitdagingsgericht leren waarin leraren van negen Trion-scholen samen duurzaamheidsonderwijs ontwerpen. Allemaal ervaren en ambitieuze mensen die vooruit willen. Juist zij halen hier inspiratie uit.’

Uitdaging bieden vraagt wel om scherpe keuzes van de schoolleiding. Van den Bercken: ‘Een klas wegsturen als iemand ziek is om een collega te kunnen begeleiden? We bezuinigen niet op coaching, dat levert winst op. Natuurlijk hebben we ook vacatures, maar we proberen continu te bouwen aan school als een aantrekkelijke werkplek en een aantrekkelijke leeromgeving. Daar komen leraren ook op af, daar profiteert de school van.’
 

Help starters
 

Anke van den Bercken ziet starters in hun beginperiode vooral worstelen met drie zaken:

1 Werken aan de relatie én aan stevig klassenmanagement. ‘Dat is soms echt erg uitdagend. Ze zijn soms best jong en denken dan “het past niet bij mij om streng te zijn”, maar streng is natuurlijk gewoon duidelijk hè. Leerlingen hebben er behoefte aan om te weten hoe ver ze kunnen gaan. Dat zorgt voor frictie, dus dan moeten starters echt nadenken: als de leerling dit doet, wat doe ik dan? Hoe ga ik daarmee om? Het duurt een paar jaar voordat je je eigen manier hebt gevonden. En daar ook voor staat. Dan voelen de leerlingen dat ook. Want het is allemaal energie en synergie.’

2 Kijken wat er nu past bij welk niveau. ‘Starters moeten leerlingen niet overvragen, maar vinden differentiëren moeilijk.’

3 De eigen identiteit en ontwikkeling als leraar. ‘Hierdoor hebben starters nog niet zoveel oog voor het perspectief van de leerling. Dus ze moeten leren niet te snel naar de leerling te wijzen, maar naar zichzelf.

 

Dit artikel verscheen aanvullend bij het maartnummer van Didactief, 2024.

Click here to revoke the Cookie consent