Artikelen

Succesvol doorstromen van mbo naar hbo

Tekst Ardita Muja en Anja van den Broek
Gepubliceerd op 04-11-2025 Gewijzigd op 17-11-2025
Wat helpt mbo’ers hun plek te vinden in het hbo? Welke onderwijsactiviteiten in mbo en hbo maken die overgang soepeler en succesvoller? Onderzoek van onder anderen Ardita Muja en Anja van den Broek geeft praktische adviezen aan mbo’s en hbo’s. 

De overgang van mbo naar hbo verloopt voor veel studenten moeizaam. Ondanks aandacht van beleidsmakers en de praktijk hebben mbo-doorstromers vaker moeite om hun studie in het hbo succesvol te doorlopen. Ze stoppen vaker met hun opleiding en halen minder vaak hun diploma op tijd. Dit komt niet omdat ze minder talent of capaciteiten hebben, maar omdat ze minder goed voorbereid zijn op de andere manier van studeren en de hogere eisen in het hbo, dat meer theoretisch is en meer zelfstandigheid vraagt. 

Mbo- en hbo-instellingen bieden verschillende onderwijsactiviteiten aan om deze overgang te versoepelen. In Noord-Nederland gebeurt dat binnen het samenwerkingsverband ‘Succesvolle doorstroom mbo-hbo Noord-Nederland’. In het mbo kunnen studenten onderdelen kiezen die zich richten op doorstroom naar het hbo. Daarnaast krijgen ze coaching en begeleiding in studie- en loopbaanvaardigheden ter voorbereiding op hun vervolgopleiding. In het hbo richten onder andere Eerste 100-dagen programma’s zich op een betere landing in het hbo. Deze activiteiten helpen nieuwe studenten zich snel thuis te voelen en hun weg te vinden. 

Succesvol doorstromen

Ons onderzoek laat zien hoe onderwijsactiviteiten de overgang versoepelen en elkaar versterken. Hoewel het binnen een regionaal samenwerkingsverband is uitgevoerd, zijn de inzichten en aanbevelingen ook relevant voor andere mbo- en hbo-instellingen die hun doorstroom en studiesucces willen verbeteren. De resultaten bieden praktische handvatten. Hieronder staan de belangrijkste aanbevelingen voor mbo en hbo. 

Handvatten voor mbo-instellingen

1. Bied gevarieerde oriëntatie op het hbo. Bied diverse oriëntatiemogelijkheden aan zoals open dagen, meeloopdagen en keuzedelen, zodat studenten een realistisch beeld van het hbo krijgen en een betere studiekeuze maken. Ontwikkel modulaire LOB-activiteiten die aansluiten bij verschillende fases van het studiekeuzeproces: oriëntatie, bevestiging of verdieping. De combinatie keuzedelen en individuele gesprekken blijkt bijzonder krachtig: bied deze combinatie structureel aan. Verstrek daarnaast praktische informatie over opleidingen, studietempo en financiële zaken om studenten goed voor te bereiden.

2. Stimuleer studievaardigheden. Aandacht voor studievaardigheden in het mbo bevordert zelfstandigheid en geeft inzicht in het werktempo in het hbo. Bied extra vakken aan voor studievaardigheden of verwerk deze in bestaande vakken, die vakinhoud en studievaardigheden combineren. Besteed ook tijd aan studieplanning en timemanagement. 

3. Zet alumni als rolmodellen in. Succesvolle mbo-doorstromers kunnen nieuwe studenten helpen met een goede voorbereiding en realistische verwachtingen. Betrek alumni actief bij onderwijsactiviteiten (zoals gastlessen en sparringssessies). Ontwikkel een instellingsbreed alumnibeleid zodat hun betrokkenheid duurzaam en toegankelijk is voor alle studenten.

4. Werk intensief samen met het hbo. Een structurele samenwerking vergemakkelijkt de doorstroom en versterkt de aansluiting van het onderwijs. Stimuleer gezamenlijke projecten, gastcolleges van hbo-docenten en de inzet van hbo-peercoaches in het mbo. Verwerk dit in het curriculum, zodat alle studenten profiteren. Zorg voor regelmatige afstemming met het hbo en leg de samenwerking vast in convenanten en gezamenlijke ontwikkelteams. 

Handvatten voor hbo-instellingen 

1. Bied maatwerk en differentiatie in begeleiding. Maak (tussentijdse) beoordelings- en feedbackmomenten zo formatief mogelijk. Geef opbouwende feedback afgestemd op mbo-voorkennis. Bespreek met studenten hoe zij feedback ervaren en gebruik dit om begeleiding te verbeteren. Persoonlijke begeleiding vanaf de start is essentieel: koppel studenten aan een mentor of coach en reserveer hiervoor structureel tijd in roosters en taken. Een buddy-systeem met ouderejaars, bij voorkeur met mbo-achtergrond, is een waardevolle aanvulling. Bied daarnaast diverse begeleidingsvormen aan (individueel of in een groep).

2. Focus op sociale en academische integratie. Studenten die zich verbonden voelen met de opleiding zijn gemotiveerder en vallen minder vaak uit. Stimuleer groepsprojecten om samenwerking en binding te versterken. Zorg voor kleine en diverse groepen, zodat studenten van elkaar leren en wederzijds begrip ontstaat. Zet peer-coaches of studentmentoren in, het liefst met een mbo-achtergrond. Creëer ook ruimte voor informele interactie.

3. Aandacht voor studievaardigheden. Het hbo vraagt om andere vaardigheden dan het mbo. Besteed vanaf het begin aandacht aan studievaardigheden, zoals plannen, zelfstandig werken en academisch schrijven, bijvoorbeeld via schrijfopdrachten. Bied extra ondersteuning via schrijfklinieken of workshops.

4. Zorg voor structuur en duidelijkheid in het onderwijsprogramma. Een duidelijke structuur biedt studenten houvast. Communiceer duidelijk wat studenten kunnen verwachten qua opbouw, studietempo en toetsmomenten. Bespreek per vak wat het doel en de inhoud is. Verminder de mate van structuur geleidelijk naarmate studenten zelfstandiger worden. 

5. Zet de juiste docenten en activiteiten in. Werk met een klein en vast docententeam dat studenten regelmatig ziet en leert kennen. Dit versterkt de binding met de opleiding. Kies docenten met sterke pedagogisch-didactische vaardigheden en ervaring met mbo-doorstromers. Wees bewust van de timing van beroepsgerichte activiteiten. Een vroege kennismaking kan motiveren maar ook overweldigen; bied daarom maatwerk.

Samenwerking mbo en hbo

1. Investeer in structurele sectoroverstijgende samenwerking. Een soepele overstap vraagt om een gezamenlijke visie, duidelijke afspraken en vaste contactmomenten. Structurele samenwerking zorgt ervoor dat activiteiten op elkaar aansluiten en dat studenten vertrouwd raken met de verwachtingen en werkwijzen van het hbo.

2. Plan gezamenlijke evaluatie en doorontwikkeling. Reflecteer regelmatig op resultaten en ervaringen. Dit verbetert de kwaliteit van doorstroomtrajecten. Gebruik ervaringen van studenten en docenten om knelpunten te signaleren en verbeteringen door te voeren.

3. Zorg voor voldoende tijd, middelen en organisatorische ondersteuning. Goede samenwerking en begeleiding kosten tijd. Faciliteer docenten en begeleiders daarom met voldoende uren, middelen en ondersteuning om deze taken goed uit te voeren. Zorg dat randvoorwaarden zoals professionalisering, coördinatie en communicatie structureel geborgd zijn. Zo blijven doorstroomtrajecten duurzaam en haalbaar.

 
Ardita Muja is onderzoeker bij ResearchNed, Anja van den Broek is senior onderzoeker bij ResearchNed.

Het rapport Transitie van MBO naar HBO - wat werkt en wat versterkt? 

Samenhangende aanpak

Een succesvolle doorstroom vraagt om een samenhangende aanpak, gedragen door mbo en hbo. Studenten die in beide sectoren op verschillende manieren ondersteuning krijgen, ervaren een succesvollere doorstroom. Er is een cumulatief effect: een goed op elkaar afgestemde begeleiding tussen mbo en hbo vergroot de kans op een succesvolle start in het hbo. Een soepele overgang vraagt dus om maatwerk én structurele, sectoroverstijgende samenwerking tussen onderwijsinstellingen.

Dit artikel is verschenen in Didactief, november 2025.

Click here to revoke the Cookie consent