Onderzoek

Zo verleid je leerlingen tot techniek

Tekst Monique Marreveld
Gepubliceerd op 25-08-2021 Gewijzigd op 25-08-2021
Beeld Shutterstock
Hoe verleid je leerlingen te kiezen voor techniek? Een klein onderzoek onder docenten geeft zicht op succesfactoren.

Afgezet tegen het aantal vacatures in praktische bèta-technische beroepen nu en in de toekomst kiezen nog altijd te weinig leerlingen exact. Het blijft lastig daar verandering in te brengen (zie kader), zeker ook omdat veel ouders hun kinderen liever niet op het vmbo zien, van oudsher hofleverancier voor loodgieters, elektriciëns en dergelijke. Mede in dat licht is het niet verwonderlijk dat de overheid ervoor kiest het vmbo vanaf 2024 praktischer te maken: de gemengde en de theoretische leerweg worden dan opgeheven en vervangen door één nieuwe leerweg met een praktijkgericht programma.

 

Platform Talent voor Technologie is een publiek-private samenwerking van werkgevers- en werknemersorganisaties en de ministeries van OCW, EZK en SWZ, waarbinnen de kennis en ervaring van TechniekTalent.nu, PBT en TecWijzer is gebundeld. De voorganger – Platform Bèta Techniek - werd al in 2004 opgericht. Een evaluatie door KBA in 2016 was behoorlijk kritisch over PBT. Zie ook het rapport.

 

 

Persoonlijk contact

Er zijn wel scholen die leerlingen weten te verleiden. Young Works heeft dit voorjaar in samenwerking met Platform Talent voor Technologie (PTvT, voorheen Platform Bèta Techniek) docenten op deze zogenoemde stuwscholen (vmbo’s, havo’s en vwo’s die wél een hoge doorstroom naar technische opleidingen realiseren) gevraagd naar hun ‘geheim’. Op basis van 28 interviews met docenten van 25 scholen komt Young Works tot een flink aantal succesfactoren. Conclusie: een deel van de sleutel ligt bij docenten.

Juist bij leerlingen in bèta-profielen is persoonlijk contact essentieel. Leerlingen werken niet voor zichzelf maar voor mij, zeggen geïnterviewde docenten. Een goede band smeden met de klas helpt dan ook om enthousiasme voor bèta en techniek aan te wakkeren. Dat kost weliswaar tijd, maar het is geen ‘tijdverlies’.

Ook helpt het als een docent boven de stof staat – zoals dat natuurlijk voor alle lessen geldt. De geïnterviewde docenten beschouwen een lesmethode vooral als leidraad, maar gebruiken ook eigen voorbeelden en opdrachten die aansluiten bij de leefwereld van hun leerlingen. Zij geven wel aan dat dit in de bovenbouw moeilijker is dan in de onderbouw vanwege de (strengere) eind- en examentermen.

De meeste collega’s zeggen te investeren in het ontwikkelen en bijhouden van hun didactische vaardigheden en kennis. Sommige proberen ook te experimenteren met alternatieve toetsingsvormen. Zij laten bijvoorbeeld praktijkwerk meetellen in de eindcijfers. Zij benadrukken bovendien vooral het proces in plaats van het cijfer.  

 

‘Een eerste werkstuk geef ik nooit een onvoldoende. Het eerste werkstuk toont wat hun basis is, die is nooit onvoldoende. Pas vanaf het tweede werkstuk gaan ze stappen maken en dan kan het onvoldoende zijn.’

- Vmbo-docent techniek

 

Docenten proberen met positieve feedback het zelfvertrouwen van leerlingen te vergroten, bijvoorbeeld door hun vooruitgang te beoordelen in plaats van het niveau waarop ze presteren. Een deel omarmt ook het ‘didactisch coachen’: hierbij stellen ze vragen aan vastgelopen leerlingen, totdat deze zelf tot het juiste antwoord komen.

De persoonlijke aandacht op succesvolle scholen gaat zover dat docenten soms binnen klassikale lessen meerdere leersporen aanbieden, zodat leerlingen in hun eigen tempo kunnen leren. Ook leggen ze de leerstof op meer manieren uit of gieten ze die in verschillende opdrachten om verschillende leerlingen aan te spreken. Ten slotte koppelen docenten met LOB-taken de leerervaringen van hun leerlingen zoveel mogelijk aan concrete toekomstperspectieven. Sommige kennis is nu eenmaal noodzakelijk om in een beroep te slagen, laten ze de leerlingen zien.

Maar docenten kunnen het natuurlijk niet alleen. Uit het onderzoek komen ook factoren naar voren die op het bordje van schoolleiding of bestuur liggen. Aandacht voor techniek moet hoog op de prioriteitenlijst van de school staan en er moet dus ook geld worden vrijgemaakt voor materialen, en voor een goed voorziene lesomgeving. Er moet ruimte zijn voor innovatie en ontwikkeling, ook in tijd. Extra financiering en extra uren stimuleren docenten om nieuwe vakoverstijgende en multidisciplinaire plannen te bedenken en te realiseren, of om bestaande succesvolle initiatieven verder uit te bouwen. Sommige stuwscholen nemen ‘ruimte’ letterlijk en geven bèta-docenten een aparte ruimte/verdieping binnen de school.

 

‘We hebben veel collega’s met ideeën en visies. Elke maandagmiddag gaan we daar in groepjes mee aan de slag. De maandagmiddag is bij ons altijd vrij voor teamontwikkeling. Dit is al zo sinds ik er werk.’

- Havo-docent natuurkunde

 

Continue aandacht helpt om meer leerlingen tot bèta te verleiden: stuwscholen bieden bijvoorbeeld bèta-technische combinatievakken aan in de onderbouw, ontwikkelen doorlopende leerlijnen in samenwerking met het technisch vervolgonderwijs en organiseren profiel-overstijgende bèta- en techniekprojecten in de bovenbouw. Ze werken vaak nauw samen met het technisch bedrijfsleven en investeren in het opbouwen en onderhouden van een regionaal netwerk met bedrijven.

Het zou winst zijn als meer scholen er in slagen de succesfactoren die onderzoekers op stuwscholen identificeren te implementeren. Want de nood is echt hoog, bleek vorige week opnieuw. Het aantal vacatures in Nederland in het tweede kwartaal van 2021 is voor het eerst in 50 jaar groter dan het aantal werklozen, stelt het CBS. Met name in de technische beroepen stevent Nederland af op                                                                                      dramatische tekorten aan arbeidskrachten.

 

Cijfers

De nieuwe cijfers over leerlingen die voor bètaprofielen kiezen, die Nina Terpstra van het Platform Talent voor Technologie half juni presenteerde, zijn ook niet geruststellend. Er is de laatste jaren sprake van een fikse daling in het aantal leerlingen dat op vmbo-tl kiest voor na/sk en ook het aantal leerlingen dat op havo/vwo voor natuurprofielen kiest, daalt, zij het minder scherp.

 


Daling NaSk op vmbo-tl (gebaseerd op cijfers van DUO).

 


 

Daling natuurprofielen havo vwo (gebaseerd op cijfers van DUO).

 

Ook de doorstroom van vmbo-tl naar technische vervolgopleidingen daalt enorm.

 

                          Doorstroom vmbo naar betatechnische vervolgopleidingen (gebaseerd op cijfers van DUO).


Voor vmbo-bb/kb/gl is het beeld iets rooskleuriger, maar vanwege demografische krimp daalt ook het absolute aantal leerlingen dat straks eenmaal afgestudeerd de waterleiding kan repareren of de zonnepanelen kan installeren.



Meer Didactief-artikelen lezen? Trakteer jezelf op een online abonnement voor slechts €24,50: maar liefst tien edities per jaar en toegang tot ons archief vanaf 2003.

Click here to revoke the Cookie consent