
Er zijn veel lijstjes van brede vaardigheden in omloop. Wat ze gemeen hebben? Het zijn allemaal strategieën die je kunt gebruiken als je routines te kort schieten. Je wilt een doel bereiken maar je weet nog niet precies hoe. Daardoor heb je een probleem. Alle brede vaardigheden, van zelfreguleren, onderzoeken, informatie verwerven tot reflecteren, kunnen worden beschreven als probleem oplossen: formuleer het probleem, zoek naar mogelijke oplossingen en toets deze kritisch. In curriculumdocumenten komen we deze algemene probleemoplosstrategieën in allerlei varianten tegen (tabel 1). Daarnaast zijn er in curriculumdocumenten vaak lijstjes opgenomen met (gefragmenteerde) specifieke kennis en procedures (tabel 1). Brede vaardigheden in combinatie met specifieke kennis geven leerlingen, volgens voorstanders, grip op complexe kwesties in hun persoonlijke, maatschappelijke en beroepsmatige leven. Maar is dat wel zo?
Tabel 1. Brede vaardigheden en specifieke kennis in enkele curriculumdocumenten
|
Brede vaardigheden |
Informatievaardigheden |
Formuleert een informatieprobleem (….) |
|
Probleem oplossen |
Signaleert, onderkent een probleem of vraag (….) |
|
|
Zelfreguleren |
Kan realistische doelen formuleren (….) |
|
|
Specifieke kennis |
Niet gespecificeerd |
|
|
Brede vaardigheden |
Onderzoeken (PO onderbouw) |
Leerlingen leren vragen stellen vanuit verwondering en nieuwsgierigheid ter oriëntatie op een onderwerp (….) |
|
Specifieke kennis |
PO onderbouw. Leerlingen leren:
VO onderbouw. Leerlingen leren:
|
|
|
Brede vaardigheden |
Domein A A1. Informatievaardigheden gebruiken A2. Communiceren A3. Reflecteren op leren A4. Studie en en beroep A5. Onderzoeken (….) |
|
|
Specifieke kennis |
Subdomein B5. Afweer De kandidaat kan in een context:
Deelconcepten: (….), macrofagen, T- en B-cellen, antigenen en antistoffen (….)
|
|
Covid-crisisNeem de Covid-crisis. Heb je dan wat aan een algemene probleemoplostrategie? (zie tabel 2 eerste rij). Formuleer het probleem. Tja, er zitten medische, economische, ethische en andere aspecten aan de crisis dat het niet eenvoudig is om een eenduidig probleem te formuleren. En als het probleem niet duidelijk is, hoe kunnen we dan een oplossing gaan bedenken en toetsen? In het ‘echte’ leven heb je vaak te maken met slecht gestructureerde probleemsituaties waarin het juist een uitdaging is om een goed probleem te formuleren. Heb je dan iets aan de specifieke kennis en procedures die we ook vaak tegen komen in curriculumdocumenten? (zie tabel 2 derde rij). Ook niet echt. Specifieke kennis is weer te gedetailleerd omdat je nog helemaal niet weet welk probleem je precies wilt oplossen, een politiek, biomedisch of wiskundig of … …ga zo maar door. Maar wat is dan de ontbrekende schakel?
Als je grip wilt krijgen op een complexe situatie zoals de Covid-crisis, dan moet je eerst uitzoomen en deze vanuit meerdere invalshoeken systematisch gaan bevragen. Een ethische invalshoek resulteert immers in heel andere vragen dan een economische. Bij economie gaat het bijvoorbeeld om schaarste, kwesties van vraag en aanbod, opbrengsten en kosten. Wie een ethische bril opzet, ziet goed en kwaad, waarbij concepten als keuzevrijheid, rechtvaardigheid en welzijn een belangrijke rol spelen. Om grip te krijgen op complexe situaties is dus domeinspecifiek denkgereedschap (een zogenoemd perspectief) essentieel (zie tabel 2 tweede rij).
Tabel 2: Algemene vaardigheid, domeinspecifiek gereedschap of specifieke kennis?
|
Algemene probleemoplos- strategie als brede vaardigheid |
|
||
|
Domeinspecifiek |
Politiek-bestuurlijk perspectief Wie neemt welke maatregelen in deze Covidcrisis?
|
Biofunctioneel perspectief Wat zijn aangrijpingspunten voor methoden om de ziekte te voorkomen of te genezen?
[Inzoomen op verdediging tegen ziekteverwekkers]
|
Verbanden & Verandering perspectief Met welk verband kan het aantal zieken in de tijd worden beschreven?
|
|
Specifieke kennis
|
|
|
|
Bleekmiddel injecteren? Of is er een beter advies mogelijk tegen het Covid-virus?
|
Domeinspecifiek denkgereedschap biedt grip op bepaalde aspecten van complexe kwesties. Met behulp van vragen behorend bij het perspectief kan een probleem worden geformuleerd. Ook helpt het bij het opdelen van het probleem in deelproblemen die ieder weer richting geven aan het zoeken en toetsen van kennis om dit deelprobleem op te lossen. Zo laat het voorbeeld in het kader zien dat je met behulp van de vragen behorend bij het biofunctionele perspectief alvast een aantal aanknopingspunten kunt formuleren voor methoden om de ziekte te voorkomen of te behandelen, ook als je over weinig detailkennis beschikt. Een perspectief vervult zo niet alleen de rol van denkgereedschap bij het bevragen van complexere probleemsituaties. Het is ook een kapstok waaraan bestaande en nieuwe kennis betekenisvol en in samenhang kan worden ‘opgehangen’.
Onderzoek naar verschillen in probleem oplossen tussen experts en beginners heeft ook aangetoond dat betere probleem oplossers niet perse beschikken over betere algemene oplosstrategieën. De ‘werkzame stof’ is nu juist domeinspecifiek (zie tabel 3). Hun kennis van een bepaald domein is hiërarchisch georganiseerd rond centrale concepten en principes (ze kunnen hoofd- van bijzaken onderscheiden: de dieptestructuur) en gekoppeld aan bepaalde typen problemen. Ze herkennen in een probleemsituatie welke kennis relevant kan zijn en beschikken over domeinspecifieke strategieën die richting geven aan het zoekproces. Doordat ze regelmatig succesvol zijn geven ze ook niet snel op als het moeilijk wordt en beschouwen ze het maken van fouten vaak als onvermijdelijk bij het verkennen van onbekend terrein. Minder goede probleemoplossers in een domein gaan vaak af op oppervlakkige kenmerken omdat ze slechts over gefragmenteerde kennis beschikken. Ze herkennen de dieptestructuur in een probleemsituatie niet. Omdat ze veel minder succeservaringen opdoen ontbreekt het hen aan domeinspecifiek zelfvertrouwen, geven ze eerder op als het moeilijk wordt en proberen ze soms fouten maken te voorkomen.
Tabel 3. Verschillen tussen experts en beginners. Samenvattend overzicht uit Pellegrino & Hilton, 2013, p. 85
|
Aspecten |
Experts |
Beginners |
|
Feiten |
Geïntegreerd |
Gefragmenteerd |
|
Procedures |
Geautomatiseerd |
Kost bewuste inspanning |
|
Concepten |
Dieptestructuur |
Oppervlakte structuur |
|
Strategieën |
Domeinspecifiek |
Algemeen |
|
Houdingen |
Productief |
Niet productief |
Kortom, brede vaardigheden zijn geen ‘magic bullet’. De ‘werkzame stof’ voor succesvol en innovatief probleem oplossen is domeinspecifiek. Ook onderzoek naar transfer laat zien dat reflectief, creatief en kritisch probleem oplossen wel degelijk bestaat, maar voor elk domein weer opnieuw moet worden ontwikkeld. Als je bijvoorbeeld hebt geleerd wat voor soort vragen historici stellen en hoe ze te werk gaan bij het zoeken van antwoorden en kritisch toetsen hiervan, helpt dat je vrijwel niets bij het formuleren en oplossen van bijvoorbeeld ethische, statistische, geografische of economische problemen.
De mythe dat brede vaardigheden het verschil zouden kunnen maken is heel hardnekkig en heeft een grote aantrekkingskracht. Als algemene strategieën er namelijk echt toe zouden doen, zouden we leerlingen niet meer in hoeven leiden in die domeinen en geen docenten meer nodig hebben die echt verstand hebben van een domein. Samenhang zou hiermee kunnen worden gerealiseerd omdat de vaardigheden voor alle domeinen hetzelfde zouden zijn en overladenheid zou kunnen worden teruggedrongen. Scholen, docenten en leerlingen zouden zelf kunnen kiezen aan de hand van welke thema’s ze deze algemene strategieën zouden leren. Maar de belofte van brede vaardigheden is een lege huls. En het leidt de aandacht af van het uitwerken van het domeinspecifieke denkgereedschap waarmee leerlingen echt creatief en kritisch problemen kunnen leren oplossen.
Fred Janssen is hoogleraar Didactiek van de Natuurwetenschappen en werkzaam bij het Interfacultaire Centrum voor Lerarenopleiding, Onderwijsontwikkeling en Nascholing (ICLON) aan de Universiteit Leiden.
Voor een inzichtelijke analyse van de gemeenschappelijke kern van hogere orde denkprocessen zie paragraaf 1.1. en 1.2.
A.D. de Groot (1961). Methodologie. ’S-Gravenhage. Mouton & Co
Voor een onderbouwing en aanvullende argumenten waarom het onderwijzen van algemene vaardigheden niet werkt.
Tricot, A., & Sweller, J. (2014). Domain-specific knowledge and why teaching generic skills does not work. Educational psychology review, 26(2), 265-283.
Voor een goed en toegankelijk overzicht van resultaten van onderzoek naar transfer en expertise.
Pellegrino, J.W. & Hilton, M.L.(Eds.) (2013). Education for life and work. Developing transferable knowledge and skills in the 21st century. Washington DC. National Academic Press.
Voor een toegankelijke onderbouwing waarom perspectieven essentieel zijn om grip te krijgen op complexe slecht gestructureerde probleem situaties (‘moerassen’).
Janssen, F.J.J.M. (2017). Grip op complexiteit. Onderwijs voor het ‘moeras’. Oratie. Leiden. ICLON
Voor een beknopte schets van mogelijke perspectieven voor een algemeen vormend curriculum met weer verwijzingen naar uitwerkingen.
Janssen, F.J.J.M. (2020). Vragen leren stellen voor het leven. Didactief online.
1 Vragen leren stellen voor het leven
2 Biesta’s drieslag als denkstopper
3 Biesta’s wenkend en wijkend wonderland
4 Diep leren op afstand
5 Context telt, ook bij NPO
En blijf op de hoogte van onderwijsnieuws en de nieuwste wetenschappelijke ontwikkelingen!
Inschrijven