Geschiedenis die werkt

Tekst Dick van Straaten en Arie Wilschut
Gepubliceerd op 14-12-2018
Beeld Arno Mikkor
Dick van Straaten en Arie Wilschut - De honderdjarige herdenking van het einde van de Eerste Wereldoorlog liet het zien: het verleden is voor veel mensen heel belangrijk. Maar op school ziet dat er anders uit. Leerlingen zien het nut van geschiedenis vaak niet in.



De Franse president Macron verbond aan de herdenking van het einde van de oorlog een scherpe waarschuwing. Het heroplevende nationalisme is een bedreiging voor de toestand in de wereld, aldus Macron. Nationalisme moet scherp onderscheiden worden van patriottisme. Nationalisme was een belangrijke oorzaak van het uit de hand lopen van internationale spanningen in 1914. 

Met zijn waarschuwing deed Macron iets wat op school zelden gebeurt: verbanden leggen tussen verleden, heden en toekomst. Bij lessen over de Eerste Wereldoorlog leggen geschiedenisleraren standaard uit wat de oorzaken waren (militarisme, nationalisme, blokvorming in bondgenootschappen) en wat de aanleiding was (de moord op de Oostenrijkse troonopvolger in Sarajevo). Op het proefwerk moeten leerlingen vooral laten zien dat ze dat vaktechnische onderscheid tussen oorzaken en aanleiding goed begrepen hebben. Maar geen enkele vraag gaat over de betekenis hiervan voor het heden.

Weten wat er gebeurd is

Geschiedenis bestaat voor veel mensen uit kennis. Weten wat er gebeurd is. Soms in zoverre serieus dat je er een goed cijfer mee kunt halen als je je op tijd de juiste feiten herinnert. Soms als iets wat je kunt gebruiken bij een tv-quiz. Soms als iets waar je vertederd naar kunt kijken in een museum: kijk toch eens hoe simpel ze vroeger leefden. Kennis van het verleden heeft op al die manieren niets met het heden en de toekomst te maken. Het is geen kennis die je verder helpt, kennis die je kunt gebruiken. Voor leerlingen is het weinig motiverend om iets te leren waar ze voor hun gevoel weinig aan hebben. Het heeft bovendien weinig zin, want kennis die je niet gebruikt, vergeet je ook weer snel. Ondanks alle moeite die geschiedenisleraren op school doen om de kennis erin te stampen, weten de meeste mensen verbazend weinig over hoe het vroeger was.

Eindexamens helpen weinig
om het vak zinvoller te maken

Ook de eindexamens geschiedenis helpen weinig om het vak zinvoller te maken. Ze gaan hoofzakelijk over een aantal willekeurig gekozen thema’s waarover leerlingen feiten uit hun hoofd moeten leren. Die feiten worden op het examen teruggevraagd. De thema’s worden om de paar jaar vervangen door andere, dus heel belangrijk kan die feitenkennis niet zijn. Anders zou het wel kennis zijn die iedereen permanent beschikbaar zou moeten hebben. Het is voor leerlingen dan ook moeilijk te begrijpen waarom zij ineens alles moeten weten over ‘Steden en burgers in de Lage Landen 1050 – 1700’, terwijl dat voor een vorige generatie nog ‘Duitsland 1871-1945’ was. De examenthema’s beantwoorden nooit een relevante vraag over verleden, heden en toekomst, op de manier waarop Macron dat deed met de Eerste Wereldoorlog.

Geschiedenis als denkwijze

Toch is er veel voor te zeggen om geschiedenis niet op te vatten als memoriseertechniek, maar als een echt vak, een denkwijze die je helpt om de wereld beter te begrijpen. Op de Hogeschool van Amsterdam hebben we een uitvoerig onderzoek gedaan – inclusief een promotietraject – naar de manier waarop geschiedenis relevanter kan worden door systematisch verbanden te leggen tussen verleden, heden en toekomst. Dat kan bijvoorbeeld door historische situaties met elkaar en met het heden te vergelijken. Eén van de onderdelen was een project over vluchtelingen vroeger en nu, waarin joodse vluchtelingen in Nederland in de zeventiende eeuw, Belgische vluchtelingen in Nederland tijdens de Eerste Wereldoorlog (een miljoen vluchtelingen binnen een maand in een land van destijds zes miljoen inwoners!), Cubaanse vluchtelingen in de Verenigde Staten en nog enkele andere situaties met elkaar en met het heden werden vergeleken. Leerlingen en leraren waren positief over deze aanpak. Hun beleving van relevantie van geschiedenis nam meetbaar toe. Het kan dus best anders met geschiedenis. Maar daarvoor zouden in de eerste plaats de eindexamens, en vervolgens ook de aanpak in de leerboeken, grondig op de schop moeten.

 

Dick van Straaten en Arie Wilschut zijn historici, lerarenopleiders en onderzoekers aan de Hogeschool van Amsterdam

Deze column verscheen op 16 november 2018 in Het Parool.

Download hier de samenvatting van het proefschrift van Dick van Straaten: Connecting past, present and future.

 

Verder lezen

1 Geschiedenis

Een ogenblik geduld...
Click here to revoke the Cookie consent