Troonswisseling

Tekst Peter-Arno Coppen
Gepubliceerd op 22-04-2013
Peter-Arno Coppen - Ik moet eerlijk zeggen: ik sta er een beetje ambivalent tegenover. Aan de ene kant vind ik het prachtig: een hele verbetering, weg met die ouderwetse en onbegrijpelijke uitzondering die je zo moeilijk aan buitenlanders kunt uitleggen, ja waarvoor je je eigenlijk als Nederlander een beetje schaamt in internationaal perspectief.

Maar aan de andere kant is het natuurlijk ook een kleine ramp: daar gaat weer een mooie gelegenheid om de mensen aan het denken te zetten over wat we allemaal vanzelfsprekend vinden en waar je eigenlijk nooit zo bij stilstaat.

Ik heb het uiteraard over de vervanging van het woord Koninginnedag door Koningsdag, een van de gevolgen van de aanstaande troonswisseling waar in de media nauwelijks over nagedacht wordt. Natuurlijk, het woord Koninginnedag verdwijnt niet uit de taal, maar het zal in de loop van de komende jaren langzaam wegkwijnen tot het niveau waarop Koningsdag zich bevond. Want dat woord bestond natuurlijk ook al, maar je kwam het haast nooit tegen.

Waarom ben ik daar zo blij mee, dat Koninginnedag verdwijnt? Wel, het is natuurlijk een onbegrijpelijke en vrijwel niet uitlegbare uitzondering in ons spellingssysteem. Het is Koninginnedag en niet koninginnendag omdat het om een unieke persoon gaat. We hebben (hadden) maar één koningin (tegelijk), en die is bedoeld in Koninginnedag, maar weer niet in koninginnensoep en koninginnenhapje, en eigenlijk in geen enkele andere samenstelling. Wat is dat voor waanzin? Daar kun je toch in het buitenland niet mee voor de dag komen? Weg met die onzin!

Maar waarom vind ik het ook een beetje jammer? Tja, hier hadden we nou een van die zeldzame uitzonderingen in het spellingssysteem die er nog over waren. Het was al zo'n kaalslag in die spelling, waar door veranderende regelgeving stelselmatig onregelmatigheden uit verwijderd zijn. En onregelmatigheden hebben we hard nodig om te leren nadenken. Als alles volgens mechanisch toepasbare regeltjes gaat, hoef je nooit meer na te denken, en dat kan nou ook weer niet de bedoeling zijn.

Het is een bekend didactisch principe: je raakt pas gemotiveerd om na te denken over je begrip van de wereld als je een kleine onregelmatigheid tegenkomt (cognitieve frictie) die net niet klopt met wat je al weet. Daardoor denk je: hee, wat is daar aan de hand? Hoe zit dat? En dan begin je te denken, en daar word je dan slimmer van.

Die kans zijn we nu kwijt in het spellingonderwijs. De troonswisseling houdt zo het volk dom.

Peter-Arno Coppen is hoogleraar Vakdidactiek en schoolvakontwikkeling op de wetenschapsgebieden taal, cultuur en geschiedenis, en wetenschappelijk directeur van het Instituut Leraar en School in Nijmegen.

Een ogenblik geduld...
Click here to revoke the Cookie consent