Stop met financieren van praktijkgericht onderzoek

Tekst Ferry Haan
Gepubliceerd op 20-06-2018
Volgens het Nederlands Regieorgaan Onderwijs (NRO) zijn er drie soorten onderzoek: praktijkonderzoek, beleidsonderzoek en fundamenteel onderzoek. Dit is een mal onderscheid. Alsof er verschillende soorten wetenschap bestaan: niet serieus, een beetje serieus en heel serieus. Ik denk dat er maar één categorie zou moeten zijn: wetenschappelijk onderzoek.

Ik was laatst op een bijeenkomst waar een lector met droge ogen beweerde dat het opbouwen van kennis niet het belangrijkste doel is van praktijkonderzoek. Het ging hem om het kweken van een ‘onderzoekende houding’ van de deelnemers aan het onderzoek. Wanneer onderzoek geen vragen meer probeert te stellen en te beantwoorden, maar een houding wil beïnvloeden, dan drijven we wel erg af van wetenschap. Toch is het veranderen van een houding een volkomen legitiem doel volgens het NRO. Volgens de definitie van praktijkgericht onderzoek op de NRO-website levert dit onderzoek ‘kennis en tools op die direct kunnen worden ingezet in het onderwijs. De resultaten dragen bijvoorbeeld bij aan schoolontwikkeling, professionalisering en algehele kennis over onderwijs’. Professionalisering is dus een legitiem resultaat van onderzoek. Merkwaardig en treurig. Wanneer het doel van onderzoek is om personeel te professionaliseren, dan zou ik dit geen onderzoek noemen, maar onderwijs of scholing. En daarvoor zijn jaarlijks flinke budgetten beschikbaar. De lerarenbeurs is een regeling waarvan, als ik mij niet vergis, jaarlijks budget overschiet. Voor wetenschap en onderzoek zijn de middelen echter karig. De strijd om de schaarse NRO-middelen is heftig en de kans dat een voorstel wordt afgewezen is groot. In dat geval is de tijd die nodig was om een voorstel te organiseren en te schrijven verspild. Frustrerend voor iedereen.

In de huidige situatie zijn er kwalitatief goede fundamentele onderzoeksaanvragen die naast het net vissen, terwijl verkapte professionaliseringsonderzoekjes van matige kwaliteit wél financiering krijgen. Ik begrijp wel waarom de categorie praktijkgericht onderzoek ooit bedacht is; de kloof tussen onderwijswetenschap en onderwijspraktijk moest gedicht worden. En hoe kan dit beter dan door onderzoekers te laten samenwerken met praktijkmensen? Wanneer de uitkomst slecht onderzoek is, is dat niet erg, want dan is toch samenwerking tot stand gekomen. Ik vind dat het onverstandig beleid is wanneer praktijkmensen zien dat de lat voor onderzoek niet hoog ligt en dat vragen niet echt beantwoord worden. Dan bestaat de kans dat de praktijk de gehele wetenschap als niet-relevant aan de kant schuift. Een vervelend bijeffect van het onderscheid tussen praktijk en fundamenteel onderzoek is dat wetenschappers in rare posities gedwongen worden. Veel onderzoeksinstituten zijn afhankelijk van financiering via het NRO. Alleen gokken op fundamenteel onderzoek is daarom riskant. Veel onderzoekers worden zo gedwongen ook het net uit te gooien voor kortlopend praktijkonderzoek, waarmee ze hun eigen reputatie ondergraven.

Mijn vermoeden is dat elke euro die naar praktijkgericht onderzoek gaat, beter besteed kan worden aan fundamenteel onderzoek. Ik sla de categorie beleidsgericht onderzoek hier even over. Dat er een kloof is tussen praktijk en wetenschap is een vervelend feit. Wetenschappers kunnen meer doen om deze kloof te dichten. Meer professionalisering lijkt mij prima, maar dan niet met wetenschapsgeld. De kloof kan ook van de andere kant gedicht worden. Wanneer de praktijk méér contact zoekt met wetenschap, méér vragen stelt, de wetenschap méér inschakelt bij serieuze vragen, dan is er een wereld gewonnen. De voorbeelden van ondoordacht ingevoerde onderwijsplannen op grote en kleine schaal zijn legio. Van de rekentoets, het schuiven met data voor de eindtoets in het primair onderwijs tot aan de invoering van de functiemix in het voortgezet onderwijs. Allemaal uitgevoerd zonder serieus wetenschappelijk onderzoek naar de effecten. Mijn oproep is de schaarse NRO-gelden te gebruiken voor waarvoor ze zijn bedoeld: wetenschap. Wanneer we met z’n allen professionalisering en schoolontwikkeling belangrijk vinden – en dat vind ik ook – dan moeten we zuiver zijn. Deze doelen zijn niet wetenschappelijk en moeten uit andere bronnen gefinancierd worden. Dus: stop met door het NRO gefinancierd praktijkgericht onderzoek.

Deze column verscheen in Onderwijsinnovatie, juni 2018.

Lees hier de repliek van het NRO. 

Verder lezen

1 Professionaliseren niet, praktijkgericht onderzoek wel subsidiëren

Een ogenblik geduld...
Click here to revoke the Cookie consent