Van Vroonhoven maakt indruk

Tekst Monique Marreveld
Gepubliceerd op 23-11-2020
Beeld Sebstiaan ter Burg ( Vroonhoven) en Maurice van Hout (Slob)
Monique Marreveld - Het lerarentekort zal waarschijnlijk weer domineren in 2021. Aanjager Aanpak Lerarentekort Merel van Vroonhoven veegde na Sinterklaas de minister de mantel uit: het is tijd voor samenhangende, fact-based actie.


Merel van Vroonhoven is een bijzonder geval. Als zij-instromer aan de pabo van InHolland kreeg ze in september 2019 een column in de Volkskrant. Niet tot ieders tevredenheid: hoezo zou deze dame beter verwoorden wat er speelt in het onderwijs dan leraren die er al jaren bloed, zweet en tranen in verloren? Van Vroonhovens werkervaring – ze was van 2014 tot september 2019 voorzitter van het bestuur van de Autoriteit Financiële Markten – was weinig bevorderlijk voor haar geloofwaardigheid als onderwijsdier.


Toen ze ook nog eens begin 2020 door OCW werd benoemd tot aanjager van de taskforce lerarentekort, dacht menigeen: zie je wel, Van Vroonhoven is zeker onderdeel van een pr-initiatief van het ministerie. Haar rapport kwam 2 juli uit en was echter behoorlijk kritisch naar OCW: de aanpak van het lerarentekort is te beperkt, te versnipperd en te weinig op feiten gebaseerd. Samenwerking wordt niet gestimuleerd in het stelsel, de leraar is er te weinig bij betrokken en opleidingstrajecten zijn te veel aanbodgestuurd. Op 9 december legde Van Vroonhoven haar bevindingen nog eens voor aan de Tweede Kamercommissie Onderwijs. Er was geen woord Chinees bij. Hier zat iemand die zich echt kwaad maakt over de inertie van OCW.

 

Eerst de basis

Als leraar-in-opleiding aan een Haagse basisschool wordt Van Vroonhoven naar eigen zeggen ‘elke dag’ geconfronteerd met de implicaties van het lerarentekort. ‘En dat op een school waar ouders veel kunnen bijspijkeren, maar in armere wijken is de impact zó schrijnend.’ We zijn het ten onrechte ‘bijna normaal gaan vinden dat de gymleraar voor de klas staat en taalles geeft aan kinderen met een taalachterstand, dat kinderen naar huis worden gestuurd voor een dagje of de hele middag SchoolTV zitten te kijken. Ik merk een soort gelatenheid, dat klassen zó groot zijn dat van differentiëren nauwelijks sprake kan zijn.’

Onderwijskoepel (openbaar) De Haagse scholen zocht op het moment dat Van Vroonhoven in de Kamer sprak, vierhonderd leraren PO. En hoewel Van Vroonhoven een beetje overdreef – ze sprak in de Kamer van ‘400 x 25 = 10.000 leerlingen die gewoon geen goed onderwijs krijgen omdat er geen leraren zijn’ – gaat het nog altijd om zo’n 300 fulltime banen, zo’n 7.500 kinderen.

Het stuit Van Vroonhoven tegen de borst dat met name kinderen uit achterstandswijken als het Haagse Laak daardoor dubbel worden geraakt, door de coronacrisis en door dat enorme lerarentekort (21 procent in Den Haag). En ze haalt in de Kamer keihard uit naar minister Arie Slob: ‘Dan kunnen we passend onderwijs met 25 verbeterpunten gaan veranderen, of ons opwinden over kansenongelijkheid, maar de basis is niet op orde! Ik ben heel erg bezorgd dat we allerlei andere dingen gaan doen bovenop een basis die gewoon niet klopt.’

Koers

Haar ervaring als AFM-voorzitter èn als leerkracht maken dat juist Van Vroonhoven tot een glasheldere analyse komt: ‘Als je vraagt: hoe groot is dat lerarentekort, waar, et cetera, is daar nog steeds geen fact-basis waar we ons kunnen baseren!’ (lees ook: https://didactiefonline.nl/artikel/ocw-stuurt-op-particuliere-cijfers). Natuurlijk hebben leraren zoals Eddie Erkelens, het Lerarencollectief, en de Tweede Kamer de minister al eerder gevraagd het lerarentekort in beeld te brengen. Van Vroonhoven steunt hen van harte. Letterlijk. ‘Mijn oproep’, zegt ze in de Tweede Kamer, ‘zou zijn: blijf daar op drukken. Want hoe kun je in vredesnaam met een geïntegreerd en doortastend plan komen als je niet weet waar je op koerst? In de grote steden ontstaat nu een beeld, maar in mijn visie is het de verantwoordelijkheid van de minister om daar voor te zorgen.’

Fijntjes benoemt Van Vroonhoven dat dergelijk beleid zonder feitenbasis in het bedrijfsleven onbestaanbaar zou zijn. En net als in juli in haar rapport noemt ze de aanpak van het lerarentekort ‘te beperkt, te versnipperd en te weinig fact-based. Dat laatste is schrijnend.’

Er is nog iets anders dat opvalt, als Van Vroonhoven haar vorige leven vergelijkt met haar huidige wereld: het ontbreken van de beroepsgroep als gesprekspartner. ‘Hoe is het mogelijk dat er zoveel dingen voor het onderwijs bedacht worden, zonder met de leraar te praten, degene om wie het gaat?!? Hoe kunnen opleidingen worden vormgegeven zonder dat de beroepsgroep aan tafel zit?!? Dat ken ik niet van andere takken van sport.’

De overheid loopt met de huidige aanpak (of het gebrek daaraan) bovendien het risico water naar de zee te dragen, zegt Van Vroonhoven, omdat ze te weinig aandacht besteedt aan het tekort aan schooldirecteuren. ‘En we weten,’ voegt ze terecht toe, ‘dat op scholen waar dat speelt, leraren eerder weglopen.’

Vijf maanden na publicatie van het rapport als aanjager resumeert Van Vroonhoven nog eens haar aanbevelingen voor de Kamer. Zo pak je het lerarentekort aan:
 

  1. Zorg dat de vrijblijvendheid uit de samenwerking gaat

‘Nu is het onderwijs bijna georganiseerd als markt. Soms zeg ik wel eens gekscherend: de concurrentie in het onderwijs is groter dan in de financiële sector! Hoe is dat mogelijk? Hoe kan het dat een kind in de ene wijk nergens last van heeft en een kind twee kilometer verderop naar huis gestuurd moet worden vanwege het lerarentekort? Elk kind is toch belangrijk?!? Door de bekostiging en de inrichting van het stelsel concurreren besturen en scholen met elkaar; er is geen incentive om samen te werken. Maar élk kind in Nederland is een kind van ons allemaal.’
 

  1. Verbeter de zij-instroomtrajecten

‘Zij-instromers worden nu behandeld volgens de checklist. Een gepromoveerde moet bijvoorbeeld zijn of haar onderzoeksvaardigheden opníeuw aantonen, nú in het onderwijs. Zo wordt in-, uitstroom. En als ook op school de begeleiding onvoldoende is, gaan al die mensen weer weg. Als ze worden bejegend als een 17-jarige, zeggen ze: “ik wil best heel nederig zeggen dat ik het vak niet beheers, maar erken ook dat ik wel levenservaring heb.” En daarnaast: veel zij-instromers kunnen helemaal geen plek vinden.’
 

  1. Betrek de leraren erbij

Er gebeurt te weinig aan behoud van leraren bij veel te hoge werkdruk, te grote klassen, te veel bureaucratie en te weinig loopbaanperspectief. En er wordt over ze, maar niet met ze gesproken.
 

  1. Zorg voor meer en betere aansturing

Met verbazing zegt Van Vroonhoven: ‘Ik heb nog nooit zoveel convenanten gezien. Wat dat zijn? Ja, afspraken. Maar wie ziet er toe op naleving?’ Als je dat vraagt, is het vaak heel erg lang stil, vertelt ze. En van wat er wel gebeurt, werd ze niet erg blij. ‘Mijn oproep was een “taskforce”, maar dat is in ieder geval niet een groep mensen die aan een lange tafel zitten en eigenlijk allemaal hun eigen belang vertegenwoordigen.’ Haar werd bij de presentatie van haar rapport beloofd dat er na de zomer een nieuwe taskforce zou worden opgericht. Op het moment dat ze dat meldt, zucht ze en glimlacht: ‘Het is nu geen zomer meer,’ voegt ze toe. Opeens snap je als toehoorder waarom Van Vroonhoven zo fel is. Je ziet haar denken: waar blijft de actie, minister Slob?


 

 

 

 

 

 

 

 

 

Actie om het lerarentekort naar beneden te krijgen, bedoelt ze dan. ‘Want dat is de echte crisis.’ Dus kies waar je als minister je energie aan besteedt. En die les geldt ook voor Kamerleden, zegt ze. ‘Kies! Er is zoveel tegelijk in gang gezet in onderwijs... Focus op waar de pijn het grootst is. Het lerarentekort moet uw focus zijn. Een curriculumdiscussie – moet dat echt nu, midden in de crisis van het lerarentekort?!? Een routekaart voor passend onderwijs: idem. Kansengelijkheid? Zonder leraar is het kansloos.’

Lumpsum

Aan het veld heeft ze nog wel een boodschap: stap over je eigen schaduw heen, onderwijspartijen, en lever wat autonomie in. ‘Want wie is de baas? En wat doen we als een bestuur niet werkt? De lumpsum is mooi, maar het moet wel werken. Het idee dat jij als schoolbestuur veel impact hebt, zelf dingen kunt doen, is goed – maar je moet er verantwoording over kunnen afleggen. Dat kunnen aftoetsen.’ Net als in de financiële markten.

Van de minister vraagt ze vooral leiderschap. ‘Adresseer het wantrouwen en de pijn. Pak dat aan. En adresseer het salarisprobleem. Differentiëren of iedereen een vo-salaris... maar niks doen is geen optie.’ Ten slotte benoemt ze een van de hete gangijzers van dit moment: de 384 routes naar het leraarschap. ‘Zelfs voor Wiscat variëren de normen tussen hogescholen.’ Volgens Van Vroonhoven is het tijd om de lerarenopleidingen in Nederland te ‘ontsnipperen en van het leraarschap veel meer een vak te maken, met volwassen didactiek en expertise’. Ook hier is de concurrentie in het hbo spelbreker als het gaat om verbetering.

De Kamer was onder de indruk van Van Vroonhoven. In het nieuwe jaar praat ze verder over het lerarentekort. Wij zijn benieuwd of er iets met haar lessen gebeurt.

Verder lezen

1 Chaos in routes naar leraarschap
2 OCW stuurt op particuliere cijfers
3 Ministerie maakt zich afhankelijk van onbevoegden

Een ogenblik geduld...
Click here to revoke the Cookie consent