'En houd je aan de opdracht, CvTE en Cito!'

Tekst Arie Wilschut
Gepubliceerd op 27-01-2017
Arie Wilschut - Fouten in examens zijn onacceptabel, dat is vanzelfsprekend, maar wat mij betreft is ook een belangrijke vraag hoe groot de speelruimte van het College voor Toetsen en Examens (CvTE) en Cito bij het maken van de examens eigenlijk is?

Arie WilschutAls examenprogramma’s worden vernieuwd, worden de nieuwe examens bij Cito gemaakt door dezelfde mensen die ook de traditionele examens maakten. Vóór de recente herziening van geschiedenisexamens waren die gebaseerd op twee (jaarlijks wisselende) examenthema’s (bijvoorbeeld: ‘Met de loep op Lancashire: katoen en samenleving 1750-1850’ of: ‘Van kind tot burger: volksopvoeding via het onderwijs in Nederland 1780-1920’). Die thema’s werden voorzien van een uitgebreide stofomschrijving met verplicht te leren jaartallen, namen, begrippen en gebeurtenissen. Leerlingen konden deze uit het hoofd leren om ze op het examen te reproduceren. Elk jaar hadden de examenmakers weer nieuwe stof te bevragen: het was niet moeilijk telkens nieuwe opgaven te verzinnen. Maar samenleving en vervolgonderwijs vroegen zich terecht af wat leerlingen nu eigenlijk bij geschiedenis leerden en waarom dat elk jaar iets anders was.

De commissie-De Rooy adviseerde vervolgens op verzoek van de regering in 2001 een curriculum gebaseerd op ‘oriënterende kennis’ van tien tijdvakken met hun ‘kenmerkende aspecten’. Er volgde een pilot op negen scholen, waarin Cito, gesteund door het CvTE, probeerde de nieuwe examens zoveel mogelijk op de oude te laten lijken. Na afloop van de pilot voegde het CvTE ‘syllabi’ aan het examenprogramma toe, waardoor dat nóg meer op het vroegere ging lijken. Uiteindelijk leiden Cito en CvTE ons terug naar een examen met voornamelijk reproductieve leerstof vol concrete gebeurtenissen, namen en jaartallen, wat in strijd was met de bedoelingen van de wetgever. De essentie van de vernieuwing werd hiermee uit het examen gehaald. Mijn conclusie: de invloed van CvTE en Cito is negatief en moet aan banden worden gelegd.

 

Arie Wilschut, lid commissie-De Rooy in 2001 en lector didactiek van de maatschappijvakken aan de Hogeschool van Amsterdam.

Lees hier de reactie van Paul van Meenen, Tweede Kamerlid D66.

Dit artikel verscheen in de rubriek 'Rondom het binnenhof' in het januari/februarinummer 2017.

Een ogenblik geduld...
Click here to revoke the Cookie consent