Onderwijs 2032 op koers

Tekst Leo Salemink
Gepubliceerd op 08-04-2016
Leo Salemink - Bij nauwlettend lezen van Onderwijs 2032 valt op dat Schnabel c.s. zich lijken te baseren op Eisenstadt en Bertram-Troost, gerenommeerde wetenschappers. Zij kunnen helpen een nuttige koerswijziging van de mammoettanker Onderwijs te verwerkelijken.

Onwillekeurig denk je bij Onderwijs 2032 – zeker na al die rapporten rond basisvorming en Tweede Fase - wie zit er nu te wachten op zo'n oefening in toekomst-denken? De zoveelste fase in een discussie zonder einde? En bijna voorspelbaar was ook de harde en soms wel erg zure kritiek vanuit het veld die vrijwel direct losbarstte ('Schnabeltjeskrant').
Natuurlijk staat het rapport van de commissie Schnabel weer behoorlijk vol met open deuren en holle retoriek (onderwijs moet de nieuwsgierigheid prikkelen, het belang van digitale geletterdheid en nog veel meer) en bijna romantische toekomstvisies (de leerling van de toekomst moet vooral 'vaardig, waardig en aardig' zijn). Ook lijkt het erop alsof oude idealen van decennia terug afgestoft worden en op weinig kritische wijze weer in de etalage komen te staan zoals het vakoverstijgende projectonderwijs.

Maar – ere wie eer toekomt! – er is bij integrale lezing van het rapport zeker ook iets nieuws te ontdekken. Niet een hemelbestormende koerswijziging, maar een kleine koerswijziging waardoor het mammoetschip Onderwijs op den duur wellicht toch een wat andere koers gaat varen...een koers die meer aansluit op wat jongeren 'sterker' maakt. Dat vraagt om toelichting.

Moreel kompas
Meer dan voorheen wordt in dit rapport de nadruk gelegd op 'persoonlijke ontwikkeling/identiteitsvorming' en 'burgerschap/maatschappelijke betrokkenheid' als tegenwicht tegen individualisering in een steeds meer pluriforme samenleving. De commissie plaatst deze leerstroom zelfs, tamelijk gelijkwaardig, naast de bekende reeks van reken- en taalvaardigheid en digitale geletterdheid. In de verschillende onderdelen van het rapport komen deze leerdoelen naar voren en het lijkt er soms op alsof Schnabel c.s. nu eens uitdrukkelijk een toon willen zetten: naast de noodzakelijk en nuttige vakken zoals wiskunde, Engels en digitale geletterdheid zijn dit minstens zo belangrijke onderdelen voor de leerling om een moderne wereldburger te worden! Die leerling 'heeft behoefte aan reflectie op de actualiteiten, achtergronden en antwoorden in de wereld', aldus het rapport. We lopen op dit gebied behoorlijk achter op het buitenland, volgens de heer Schnabel.

Grote nadruk wordt derhalve gelegd op onderwijs in de kernwaarden van de democratische rechtsstaat, de rechten van de mens, de collectieve waarden van de Nederlandse samenleving, maar ook – iets minder prominent - op de kennis van andere culturen, religies en levensbeschouwingen. En wat de vorming van een eigen identiteit betreft is men niet minder ambitieus: leerlingen moeten 'een moreel kompas' kunnen ontwikkelen. De leerling moet daarom niet alleen leren met het hoofd maar ook met het hart en de handen en dus pleit de commissie voor stevige aandacht voor sport en kunstonderwijs in al zijn varianten. Juist ook niet-cognitieve vaardigheden zijn van groot belang voor het hebben van succes. Je leest het niet vaak zo scherp in een onderwijsrapport!

Merkbaar
Natuurlijk moet er in verband met deze deels nieuwe invalshoeken ook andere toetsing plaatsvinden. In de beoordeling van een leerling moet niet alleen datgene wat 'meetbaar' is meespelen, maar zeker ook dat wat 'merkbaar' is op bovengenoemde terreinen. Ter ondersteuning van hun pleidooi wijzen de commissieleden nog ook op een veldraadpleging van ruim duizend leerlingen. Het resultaat was dat bij leerlingen naast keuzevrijheid en maatwerk, identiteitsvorming en burgerschap eveneens hoog scoren. Blijkbaar is het niet uitsluitend een idee van hooggeleerde volwassenen.

Het lijkt erop alsof de socioloog Schnabel en zijn commissie hier aansluiten bij wat de gerenommeerde Pools-Israëlische socioloog Shmuel Eisenstadt(1923) zijn protest tegen 'de negatieve kant van de moderniteit' noemde en dan in de betekenis van: 'in onze moderne samenleving kan de illusie postvatten dat educatie alleen om technologie en economie draait...de brede context raakt uit het zicht'.
En spelen bij hen soms ook de bevindingen van VU-pedagoge Gerdien Bertram-Troost (1979) mee? Ze toonde in haar proefschrift uit 2006 aan dat goed en breed opgezet levensbeschouwelijk onderwijs juist uiterst zinvol is voor de ontwikkeling van een kind. Dat geeft bij een kind geen verwarring, maar juist meer verdieping en houvast in een globaliserende wereld.

In het verslag van Onderwijs 2032 zijn deze ideeën soms expliciet aanwezig, maar vaak ook impliciet in de uitgewerkte voorstellen en afwegingen.

Democratische rechtsstaat
Laten we deze zinvolle bespiegelingen niet te snel afdoen door te wijzen op de toch al overbelaste leraren of neersabelen met de dooddoener: mooi soft sociologisch gepraat, maar hoe moet dat in de praktijk uitgevoerd worden? Volgens mij schuilt in de genoemde voorstellen - hoe vaag ook - een eerste en verfrissende aanzet tot koerswijziging van het mammoetschip Onderwijs, een aanzet die in mijn ogen broodnodig is met behoud van alle goede elementen die in ons onderwijssysteem gegroeid zijn. Een koerswijziging die juist inspeelt op onze snel veranderende samenleving waarin mensen beroepshalve maar ook op persoonlijk niveau meer en meer in aanraking zullen komen met barsten in en bedreigingen van de democratische rechtsstaat en de westerse waarden. Ook zal men in 2032, nog meer dan nu, in aanraking komen met verschillende culturen, levensbeschouwingen en ethische kwesties die om een stellingname vragen. Een eerste, ongetwijfeld onvolledige aanzet is door de commissie Schnabel gegeven.

Leo Salemink, historicus en ex-docent geschiedenis.

Een ogenblik geduld...
Click here to revoke the Cookie consent