Onderzoek

Bijna alles op een rij over… ouderbetrokkenheid in het vo

Tekst Winifred Jelier
Gepubliceerd op 31-10-2019 Gewijzigd op 31-10-2017
In het vo kunnen kinderen meer eigen verantwoordelijkheid aan. Maar betrokken ouders blijven nodig, benadrukken onderzoekers. Deel daarom je informatie gul en stel je op als expert.

Leerlingen doen het, ook op de middelbare school, beter als ze steun krijgen van thuis (zie onder meer Prins e.a., 2013; Smit e.a., 2007; Beek, 2007). Ze functioneren het beste in een situatie waarin ouders en school als (gelijkwaardige) partners met elkaar optrekken, open en flexibel met elkaar communiceren en elkaar serieus nemen (De Gruijter e.a., 2011). Maar ouders hebben lang niet altijd zicht op wat er nu eigenlijk gebeurt op een middelbare school en wat hun kind daar doet (zie onder meer Herweijer en Vogels, 2013; De Bruin e.a., 2012; De Gruijter e.a., 2011). Maak alle informatie die je deelt met leerlingen, ook vindbaar voor hun ouders. Veel scholen zetten huiswerk, cijfers en verzuimregistratie in een digitaal registratiesysteem (zoals Magister) en geven ouders een eigen inlogcode.

Hoe je school het ook aanpakt, wees gul met informatie en wees daarbij zo specifiek mogelijk (zie onder meer Kuiper e.a., 2015). Geef geruchten en desinformatie geen kans. Rapporteer over de voortgang van de leerlingen, procedures op school, staand of toekomstig beleid, et cetera. Het maakt ouders niet zo veel uit hoe je ze informeert (mondeling, schriftelijk, op papier of digitaal), zolang je ze maar informeert (De Bruijn, 2012).

Begin vroeg: laat ouders van nieuwe leerlingen tijdens introductiebijeenkomsten weten wat ze mogen verwachten van school en wees ook eerlijk in wat je zelf van ouders wilt (zie onder meer De Gruijter e.a., 2011). Introductiebijeenkomsten vormen een goede gelegenheid om het belang van een goede samenwerking niet alleen te benoemen, maar ook te laten zien. Pak de organisatie van dat soort avonden bijvoorbeeld samen met de ouderraad op en zorg dat een ouderraadslid ook zichtbaar is of even het woord voert.

Gastspreker

Als ouders het gevoel hebben dat hun kind op school zijn draai heeft gevonden, kan de animo voor informatiebijeenkomsten teruglopen. Om de aandacht vast te houden, kan je school bijvoorbeeld voorlichtingsbijeenkomsten over typische puberthema’s organiseren, al dan niet met een deskundige als gastspreker. Het geeft je de kans de school- en wettelijke regels nog eens te benadrukken (‘Op schoolfeesten wordt geen alcohol geschonken en kan bij binnenkomst een alcoholtest worden afgenomen’) en daar steun voor te zoeken. Alcohol en drugs voor 18 jaar zijn natuurlijk wettelijk verboden, maar ouders beseffen niet altijd dat de school erop kan worden afgerekend als er laks met de regels wordt omgegaan.

Online privacy
Pubers hebben voorlichting nodig over hun privacy op internet en sociale media. Waarschuw ouders voor het risico dat hun kind foto’s van zichzelf of andere persoonlijke informatie post. Anderen kunnen hiermee aan de haal gaan of die gebruiken voor cyberpesten of sexting. En wijs ze op de consequenties als hun kind zelf dader blijkt: je school wil misschien een incident nog wel door de vingers zien, maar als de ouders van een slachtoffer aangifte doen, dan staat de school machteloos.

Wees de expert

Soms blijkt dat slechte cijfers te wijten zijn aan typisch pubergedrag. Als expert kun je ouders dan misschien geruststellen: experimenteren hoort bij de puberteit. Vertel bijvoorbeeld op een informatieavond dat het brein van pubers een groeispurt doormaakt. Hierdoor kan het voor jongeren lastig zijn om zich te houden aan een langetermijnplanning en zijn ze sneller dan volwassenen afgeleid (Crone, 2008). Ook zitten jongeren midden in de fase waarin ze leren om het perspectief van een ander in te nemen. Ze denken nog geregeld dat iedereen op ze let en alles ziet (dat ze een ‘fout’ merk spijkerbroek dragen).

Ook geloven jongeren vaak dat alles wat ze meemaken volstrekt uniek is en om die reden kunnen ze het gevoel hebben dat niemand ze begrijpt. Ze vinden het moeilijk om te erkennen dat ouders en docenten ooit in dezelfde fase zaten (Crone 2012). Dergelijke kennis kan ouders geruststellen (het is normaal en het gaat weer voorbij). Soms is het juist wel nuttig om in te grijpen, zoals bij intensief gamen of voortdurend actief zijn op sociale media. Maar weinig ouders zijn er blij mee en jij hebt er in de klas ook last van. Benadruk het belang van afspraken over de duur dat een jongere thuis en op school met zijn smartphone of tablet bezig mag zijn. Jongeren vinden het zelf vaak lastig om níét direct te reageren op berichtjes, met als gevolg dat ze tot laat op de avond in schermlicht kijken en slechter slapen (zie onder meer Van Aken, 2013). Dat is niet bevorderlijk voor hun leerprestaties (Crone, 2008).

Gesprek kan telefonisch

Sommige ouders zie je zelden (zie onder meer Nout, 2006). Ga er niet van uit dat ze niet betrokken zijn, maar probeer te achterhalen wat de redenen zijn. Misschien is er een praktische oplossing mogelijk. Blijkt de taal het probleem? Probeer dan een tolk te regelen. Zijn ouders langdurig ziek en druk met werk? Dan kun je misschien een telefonisch gesprek doen. Probeer in ieder geval te voorkomen dat je beeld van wat er thuis bij je leerlingen leeft, uitsluitend bepaald wordt door de ouders die je elke bijeenkomst en rapportbespreking ziet.

Maak ouders bewust van hun invloed en wettelijke aansprakelijkheid. Moedig ze aan om (meer) met hun kind – op een positieve manier – te praten over school, over wat hun kind leert, hoe het huiswerk gaat en hoe het presteert. Voorzie ouders van leerlingen die veel verzuimen actief van informatie over afwezigheid en leerprestaties. Verzuimregistratie in Magister is mogelijk niet genoeg. Trek tijdig aan de bel.

Merk je dat een ouder niet voldoende steun kan bieden, bijvoorbeeld vanwege ziekte, laaggeletterdheid of gebrek aan vertrouwdheid met het Nederlandse onderwijssysteem? Opper bij de leerling dan de mogelijkheid om een familielid, kennis of ‘hulpouder’ in te schakelen. Dit vereist natuurlijk wel dat je enig zicht hebt op de achtergrond van de leerling.

Met dank aan Geert Driessen en Eddie Denessen (Radboud Universiteit).
Alles op een rij is een artikelenserie waarin Didactief terugblikt op onderwijsonderzoek uit de afgelopen vijftien jaar.

Dit artikel verscheen in de rubriek 'Alles op een rij' in Didactief, november 2017.

Click here to revoke the Cookie consent