EAPRIL is Nederlands feestje

Tekst Anje Ros
Gepubliceerd op 24-03-2017
Anje Ros - Nederland is een van de gouden leden van de EAPRIL, het jaarlijkse Europese congres voor praktijkgerichte onderzoekers en onderzoeksgerichte mensen uit de praktijk. Van de 500 bezoekers die afgelopen winter (22-25 november) naar Porto trokken, was de helft Nederlands. Anje Ros doet verslag.

Anje RosIeder jaar vindt de EAPRIL in een andere Europese stad plaats. Dit keer was plaats van handeling de ISEP-universiteit in Porto, aan de beroemde rivier Douro in Portugal. Misschien denk je nu aan een terras in een winterzonnetje, maar het was er rond de 12 graden en binnen was geen verwarming. Wie in het doolhof van gebouwen en gangen eindelijk het goede lokaal had gevonden, zat regelmatig met de jas aan. Portugese studenten zijn hierop gekleed, ze dragen allemaal een zelfde zwarte cape (het schijnt dat J.K Rowling voor Harry Potter door deze Portugese studenten is geïnspireerd).

Portugese school

De eerste dag van de EAPRIL staat meestal in het teken van schoolbezoeken. Dit keer werd de Escola da Ponte bezocht, een innovatieve basisschool waar de persoonlijke ontwikkeling van leerlingen leidend is. Basisvoorwaarden om naar een volgende groep te gaan zijn vooral de mate van autonomie, motivatie en taak-werkhouding. De school werkt met drie bouwen, die zijn gedefinieerd als initiëren en op gang brengen (1), ontwikkeling (2) en consolidatie (3).

De school kiest ervoor om de kinderen die toe zijn aan aanvankelijk leesonderwijs klassikaal te onderwijzen met één vaste leraar. Alle andere leerlingen kiezen aan het begin van het schooljaar een leraar als hun tutor. Deze tutor begeleidt hen in hun persoonlijk leer- en ontwikkelproces. Minstens een keer per week vindt een reflectiegesprek plaats. De school heeft als missie om de leerlingen te voorzien van een goed begrip van het ‘waarom’ en ‘wat’ van hun inspanningen. Dit gebeurt in een permanent zelf-trainingsproces bedoeld om hun reflectievermogen te verbeteren en hun vermogen tot kritisch analyseren.

’s Middags was er een workshop solving school challenges. Deelnemers bogen zich over een vraag van een school voor vo die ook in Nederland heel actueel is: hoe kun je formatief toetsen structureren? In kleine groepjes werd gebrainstormd. Wat opviel was vooral dat scholen in verschillende Europese landen verschillende belangen centraal stellen. In Nederland zijn we bijvoorbeeld gewend vooral kindontwikkeling voorop te stellen, terwijl Zwitserse collega’s met name interesse hadden voor de ouderbelangen. Het leidde tot mooie discussies.

Nederlandse masters

Onder de deelnemers waren drie leerkrachten van basisscholen uit Brabant die alle drie de master Leren en Innoveren van Fontys volgen. Zij hielden een posterpresentatie over het onderzoek dat ze in het kader van hun studie hebben uitgevoerd: From knowledge-providing to process-guiding, Teachers: from knowledge carriers to coach, en the functioning of teaching teams as professional learning community. Studenten in PortoZe waren blij dat ze naar de EAPRIL gegaan waren. Zoals een van hen zei: ‘Wij denken dat je als master Student naar EAPRIL “moet” omdat het goed is voor je persoonlijke ontwikkeling; je verlegt grenzen, doet dingen waarvan je van tevoren niet wist dat je ze in je had. Het verbreedt je blik, je ontmoet zoveel gelijkgestemden en mensen die je verder kunnen helpen.’ Met de tweet die ze over hun presentatie maakten, wonnen ze overigens ‘the best tweet award’.

Op dag 2 was er onder andere een workshop van Els Laenens uit Antwerpen over de Theory U van Otto Scharmer. Het doel van deze theorie is het verbeteren van het leren en het welbevinden van iedereen. De kunst hierbij is om door middel van vier luisterniveaus een diepere laag aan te boren om te communiceren.

Blik over de grens

Wat volgde was een keynote sessie door Miquel Goncalves. In Portugal, vertelde hij, is de kloof tussen studie en praktijk groot, een baan vinden is lastig in Portugal. Zijn diagnose: studenten hebben veel kennis, maar kennen zichzelf niet. Ze weten niet waar ze voor staan, wat hun passie is en waar hun talenten liggen. Hij heeft een ‘pitch-bootcamp’ ontwikkeld zodat studenten zichzelf beter leren kennen en beter voorbereid zijn op de arbeidsmarkt. Goncalves: ‘Knowledge inside the head without the heart is not useful.’

Ook Diana Laurillard uit Londen hield een keynote, getiteld Why should learning improve with technology? Zij pleit ervoor dat leraren veel meer van elkaar leren over welk type lessen effectief zijn. Ze heeft een website ontwikkeld waarin leraren hun ontworpen lessen en de ervaringen met en opbrengsten van deze lessen kunnen delen. Via het aangereikte kader kunnen leraren hun eigen lessen analyseren en van elkaar leren.

Christodoulou

De Britse Rebecca Eliahoo vertelde over haar promotieonderzoek naar professionalisering van lerarenopleiders wereldwijd. Een van haar conclusies: lerarenopleiders moeten meer samenwerken en elkaar coachen (mentoring) bij het verbeteren van het opleidingsonderwijs. Wat Eliahoo opviel in haar onderzoek is dat er wereldwijd grote verschillen zijn in de professionele ontwikkeling van opleiders. Ook de kennisbasis verschilt. Twee gidsen die zij aanbeveelt: Daisy Christodoulou met haar boek 7 myths About education en David Didau met What if Everything you know about education is wrong?

Agora

logo van EaprilNieuw op een EAPRIL-conferentie waren transformational labs waarin een transformatie centraal staat. Aan het woord was een zeer gepassioneerde directeur, Jan Fasen van AGORA in Roermond, die het roer durfde om te gooien. Zijn drijfveer: ‘Je moet de leerlingen niet voorbereiden op de toekomst, maar bereidt ze voor op het creëren van hun eigen toekomst.’ Om dit te realiseren is het belangrijk volgens Fasen dat docenten samenwerken en samen leren. Als de een een vraag heeft, weet de ander het antwoord weet. In een team van docenten is genoeg kennis aanwezig om elkaar verder te helpen. Vertrouw op elkaar, is Fasens devies. Een workshop over samenwerkend leren door leraren later op de dag sloot daar mooi bij. Een van de conclusies: ‘Deep level collaboration is about teachers believes’.

Ook op de EAPRIL dit jaar meer aandacht voor pedagogiek, onder andere in een workshop over critical reflexive dialogue als voorwaarde voor het ontwikkelen van pedagogische sensitiviteit.

Digitaal

Verschillende sessies hadden betrekking op flipping the classroom. Het uitgangspunt daarbij is dat leerlingen of studenten vooraf thuis filmpjes of websites over de theorie bekijken, waarna ze tijdens de les de diepte in kunnen gaan. Ervaring leert dat leerlingen die voorbereiding dan wel moeten doen. Als een deel dit niet heeft gedaan, heeft de docent een probleem. Deelnemers werden uitgedaagd om oplossingen te bedenken die bijdragen aan een goede voorbereiding van leerlingen. Een van de inzichten waar men mee kwam was dat de wijze van toetsing cruciaal is.

Award

Elk jaar wordt er tijdens de EAPRIL Drie projecten waren genomineerd voor de EAPRIL Best Research and Practice Project. De eerste was het D-PAC project uit Antwerpen. D-PAC staat voor Digital Platform for the Assessment of Competences (D-PAC). In dit project is een systeem ontworpen om op een eerlijker manier complexe vaardigheden te beoordelen, door ze steeds paarsgewijs te vergelijken. Dit is uitgeprobeerd op kindertekeningen en met dit systeem blijken beoordelaars beter in staat de kindertekeningen in een juiste ontwikkelingsvolgorde te plaatsen. Het is een systeem dat ook tijdens ResearchED door verschillende sprekers werd aanbevolen.

Het tweede project is het GRASS-project, wat staat voor Grading soft skills. Dit is een internationaal project, waarin gepoogd wordt soft skills, zoals probleemoplossingsvaardigheden creativiteit, divergent denken, te beoordelen, zodat de ontwikkeling van de lerende gemonitord kan worden en daardoor beter te begeleiden is door de leraar. 

Winnaar werd Harry Stokhof van de HAN met zijn collega’s, en hun project Teacher guidance of effective student questioning. In dit project over vraaggestuurd leren is een tool ontwikkeld dat leerkrachten in staat stelt leerlingen te leren op een goede manier vragen te stellen, om zo de intrinsieke motivatie van leerlingen te bevorderen, op een doelgerichte manier. Uit onderzoek bleek dat het programma praktische haalbaar is voor leerlingen en leerkrachten en tot betere leerresultaten leidt.

Verder lezen

1 Relax, meneer de perfectionist!
2 PISA 2015: wat voorzichtige gedachten over succesvol lesgeven
3 'Onderzoek negeren is onethisch'
4 Op bezoek bij Agora
5 Filmpjes in de les
6 De geflipte klas: theorie thuis bekijken, oefenen in de les
7 Flip de wiskundeles
8 Geef ruimte aan nieuwsgierigheid

Een ogenblik geduld...
Click here to revoke the Cookie consent