Kunst en cultuur horen erbij

Tekst Marjolein Deunk
Gepubliceerd op 02-07-2013
Marjolein Deunk - Twee weken geleden was ik omringd door theater en kunst op Oerol. Zijn kunst en cultuur niet essentieel, in plaats van 'voor erbij'? vroeg ik me af.

Oerol was prachtig, inspirerend en verhelderend. Het maakte me vrolijk, energiek en levenslustig. Ik keek met meer aandacht om me heen en voerde andere gesprekken met mensen. Als kunst en cultuur essentieel zijn, waarom dan?
Martha Nussbaum weet waarom. Dinsdagavond op 25 juni vertelde de Amerikaanse filosofe aan een overvolle Aula van de Rijksuniversiteit Groningen, tegen het decor van de felblauwe muurschildering van Matthijs Röling en Wout Muller, waarom we de we de geesteswetenschappen nodig hebben.

We verkeren in crisis, stelt Nussbaum. Niet de economische crisis die steeds in het nieuws is, maar een stille crisis. Bijna ongemerkt worden kunst en cultuur wegbezuinigd uit het onderwijs en daarmee veranderen we, zonder er goed bij stil te staan, wat we kinderen leren. Dit leidt ertoe dat het onderwijs steeds meer gericht is op het aanleren van specialistische, technische kennis en minder op kritisch leren nadenken. Het onderwijs is steeds meer gericht op economische groei en het versterken en behouden van een concurrerende positie in de wereld: alles voor de winst. Hierdoor, waarschuwt Nussbaum, loopt de democratie gevaar. Economische groei houdt namelijk geen rekening met eerlijk delen, met de natuur, met welzijn en met recht op vrijheid, veiligheid en gezondheid voor iedereen.

Groei en winst leiden niet automatisch tot welvaart voor de gehele bevolking en een duurzame omgang met de aarde. In een onderwijssysteem gericht op economische groei is het vooral belangrijk dat een kleine groep hele specialistische kennis verwerft. De overige mensen kunnen volstaan met meer basale taal- en rekenvaardigheden. Zaken als literatuur, filosofie, geschiedenis en kunst worden minder gewaardeerd. Niet alleen omdat ze minder duidelijk iets opleveren, maar ook omdat ze een ontregelende werking hebben: de geesteswetenschappen helpen ons om oneerlijkheid te herkennen, om kritische vragen te stellen en om alles in twijfel te trekken - en te blijven trekken.

In een op winst georiënteerde samenleving is er angst voor de geesteswetenschappen, aldus Nussbaum. De geesteswetenschappen met hun ontregelende werking zijn zo belangrijk omdat ieder mens in strijd is met de meer opportunistische en narcistische kanten van zichzelf. Om te illustreren dat mensen van nature gevoelig zijn voor autoriteit en sociale druk, haalt Martha Nussbaum oude psychologische experimenten aan van onder andere Milgram (proefpersonen dienen anderen elektrische schokken toe bij een fout antwoord als zij daartoe worden opgedragen door de onderzoeker) en Asch (proefpersonen geven hetzelfde antwoord als een aantal mensen voor hen, ook al is dat antwoord overduidelijk onjuist).

Deze gevoeligheid voor autoriteit en sociale druk is een gevaar voor de democratie, aldus Nussbaum, want het bevordert gedachteloos en kritiekloos 'volgen'. Om dit te voorkomen en om mensen te helpen autoriteit en sociale druk te weerstaan, is het belangrijk om de drie kernwaarden van decent global citizenship te stimuleren.
De eerste waarde is socratische (zelf)kritiek: kun je kritisch nadenken over jezelf en je eigen cultuur en begrijp je wat je denkt en vindt en waarom je dat denkt en vindt? Dit leidt tot een andere houding ten opzichte van mensen die een andere mening hebben en daarmee tot een gemeenschappelijk respect voor de rede. Het kunnen debatteren, discussiëren en argumenteren en het open staan voor andere ideeën is essentieel in een goed functionerende democratie.

De tweede, gerelateerde waarde is mondiaal burgerschap: zie je jezelf als een lid van verschillende sociale groepen en sta je open voor andere groepen, gemeenschappen en culturen, met andere tradities, overtuigingen en gebruiken.

Kennis van geschiedenis, religies en de wereldeconomie is erg belangrijk bij het begrijpen en accepteren van die andere groepen. Het begrijpen van anderen gaat tenslotte gepaard met de derde waarde, namelijk narratieve verbeelding: kun je je inleven in de situatie van anderen en kun je sympathie voelen voor mensen en groepen die iets verder van je af staan. Literatuur kan een effectief middel zijn tot het stimuleren van de narratieve verbeelding als grondhouding en het leren kennen van andere (groepen) mensen.

Kritisch denken, jezelf goed onder woorden kunnen brengen, open staan nieuwe ideeën, inlevingsvermogen en verbeeldingskracht dus. Volgens Martha Nussbaum essentieel in het schoolse curriculum, ook al zijn het geen vaardigheden die makkelijk te toetsen zijn en wordt er in op winst georiënteerde samenlevingen juist veel waarde gehecht aan meetbare opbrengsten. Natuurlijk zijn basisvaardigheden in taal en rekenen belangrijk en natuurlijk moeten de bètavakken ook ruimschoots aan bod komen, maar in het onderwijs mogen de geesteswetenschappen niet ontbreken. Alleen zo creëer je de kritische en sociale burgers die de democratie nodig heeft, besluit Nussbaum haar betoog.

Geheel in lijn met het idee dat de geesteswetenschappen essentieel zijn bij het vormgeven van een democratische samenleving, krijgt Martha Nussbaum als dank voor haar lezing een vertaling van Multatuli's Max Havelaar cadeau. Dat literatuur het publieke en politieke debat kan beïnvloeden, is misschien geen nieuw idee, maar wel nog steeds actueel. Kunst en cultuur zijn niet voor erbij; ze horen erbij.

Marjolein Deunk, onderzoeker/docent bij het GION, Gronings Instituut voor Onderzoek van Onderwijs, Rijksuniversiteit Groningen.

Een ogenblik geduld...
Click here to revoke the Cookie consent