'Te smalle kijk op kwaliteit domineert'

Tekst Henriette Maassen van den Brink
Gepubliceerd op 07-06-2016
Henriette Maassen van den Brink - De Onderwijsraad adviseert om onderwijskwaliteit breder op te vatten. De focus op  onderwijsopbrengsten op de basisvaardigheden (taal en rekenen) heeft effect gehad.

Het percentage scholen dat onder het minimumniveau presteert, is de laatste jaren gedaald: 2,1% van de basisscholen in 2015 (in 2011: 4,4%) en 4,8% van de middelbare scholen (in 2011: 11,1%). Het breder opvatten van kwaliteit geeft nu echter nog weinig richting.

Vanuit de kritiek op het rendementsdenken en smalle kwaliteitsnormen leggen veel scholen nu het accent op de bredere vormingstaak, waarbij naast kwalificatie ook socialisatie en persoonsvorming een plaats krijgen. Soms lijkt het bijna uitsluitend over socialiserende en
persoonsvormende aspecten te gaan. Dat is een even smalle en beperkte opvatting over de opdracht aan het onderwijs als een eenzijdig accent op de kwalificerende functie.

Volgens ons wordt de discussie vertroebeld door een aantal zaken. Er zijn vele antwoorden mogelijk op de vraag waar onderwijs toe dient en wat goed onderwijs is. Economen en sociologen kijken anders dan onderwijskundigen, juristen, pedagogen of filosofen. De discussies vertrekken vanuit andere vraagstellingen, gebruiken een andere taal en andere veronderstellingen. Een gemeenschappelijk referentiekader, waarin wordt benadrukt dat onderwijs een rol speelt in drie samenhangende doeldomeinen – kwalificatie, socialisatie en de vorming van de persoon – kan helpen om de discussie over onderwijskwaliteit aan te scherpen.

Onderwijsprocessen hebben altijd invloed in deze drie domeinen. Het is nodig dat onderwijsinstellingen zelf een visie ontwikkelen op hun inhoud en samenhang en hun aanpak op deze visie afstemmen met hun omgeving en deze evalueren. Volgens ons is een logisch gevolg van de consensus over de brede opdracht van het onderwijs dat docenten, bestuurders en schoolleiders expliciet verantwoordelijkheid nemen voor deze drie dimensies.

Een brede onderwijskwaliteit gaat samen met bredere verantwoording over de opbrengsten. De Onderwijsraad vindt dat alle scholen zich zouden moeten verantwoorden over de volle breedte van onderwijskwaliteit. En niet alleen op papier. Ook de overheid moet het onderwijs niet 'smal' afrekenen maar kwaliteit in de volle breedte erkennen en ondersteunen. Daarbij moet het onderwijs een eigen visie op meervoudige kwaliteit en verantwoording ontwikkelen en in de praktijk brengen.

Henriette Maassen van den Brink, voorzitter Onderwijsraad

Dit artikel is verschenen in de rubriek Rondom het Binnenhof van Didactief (juni 2016). Lees ook de bijdrage van Wim Meijnen over dit onderwerp.

Een ogenblik geduld...
Click here to revoke the Cookie consent