Hulp nodig?

Tekst Paul Kirschner
Gepubliceerd op 22-06-2023
Oefentoetsing bevordert het leren. Maar hoe zit dit bij basisschoolleerlingen? Onderzoekers gingen dit na met ‘normale’ activiteiten en gewone leerteksten.

Oefentoetsing (retrieval practice) is een krachtige manier om het leren te bevorderen. Dit hoeft niet ingewikkeld te zijn, denk aan simpele vragen en flashcards. Het is bovendien duurzaam en overdraagbaar naar nieuwe contexten (zorgt voor transfer). Veel activiteiten kunnen worden omgezet in leeractiviteiten gebaseerd op oefentoetsing. Dit doe je door ze te laten uitvoeren zonder het te leren materiaal erbij, zodat leerlingen in hun geheugen moeten graven voor wat ze eerder hebben geleerd.

Helaas hebben wij bijna geen data over hoe dit werkt bij kinderen. Volgens Jeffrey Karpicke en zijn collega’s (2014) zijn groep 5-7 cruciaal voor onderwijsontwikkeling. Kinderen in deze groepen kunnen lezen en beginnen dan steeds meer te ‘lezen om te leren’. Ze lezen lesmaterialen zelf, bedenken strategieën (vaak verkeerde zoals onderstrepen, markeren, herlezen) en passen deze toe om te leren van wat ze lezen. Oefentoetsing werkt in het algemeen wel, maar het is essentieel om na te gaan hoe we dat beter kunnen (leren) inzetten bij basisschoolleerlingen.

In drie experimenten probeerden Karpicke en collega’s de technieken voor oefentoetsing die effectief blijken bij middelbare scholieren en studenten aan te passen voor kinderen. Het onderzoek vond plaats in een natuurlijke omgeving (de klas) met ‘normale’ activiteiten en gewone leerteksten. Ik bespreek hier alleen het eerste onderzoek; het tweede en derde ging over het maken van concept-maps en gebruikte ongewoon korte teksten.

Leren studeren is
een vaardigheid die
je moet verwerven

De onderzoekers lieten leerlingen (9-11 jaar) teksten van circa 250 woorden lezen en daarna deelnemen aan vier verschillende leeractiviteiten, verspreid over vier weken (dit heet een within-subjects design). In één groep lazen ze de tekst en maakten ze een concept-map met de tekst voor zich. In de tweede groep lazen ze de tekst en probeerden ze zich daarna zoveel mogelijk informatie te herinneren (free recall) zonder de tekst erbij. Vervolgens lazen ze de tekst opnieuw en probeerden ze zich een tweede keer de inhoud te herinneren. In de derde groep lazen de leerlingen de tekst en kregen ze een blad met een zinsopening als steuntje (begeleide free recall). Daarna lazen ze de tekst opnieuw en probeerden ze zich de inhoud te herinneren zonder zinsopeningen. Hierdoor konden ze nagaan of de begeleiding hielp. In de vierde groep, de zogenoemde controlegroep, lazen de leerlingen zoals ze normaal ook zouden doen. Tot slot kregen ze vier dagen lang na elke leeractiviteit een korte toets met vragen over wat letterlijk in de tekst stond; vragen over wat ze konden concluderen over ideeën die niet expliciet in de tekst stonden; en vragen waarbij ze het geleerde moesten toepassen op nieuwe situaties.

De resultaten? De begeleide conditie die hielp bij het leren, bleek niet te helpen bij de toets achteraf. Apart was dat leerlingen slechts 20% van de ideeën uit de tekst opnamen in hun concept-maps, terwijl ze de teksten voor zich hadden. Dit bewijst mijn stelling dat leren studeren een vaardigheid is die je moet verwerven via instructie en oefening. Maar het toont vooral het belang aan van onderzoek naar strategieën om na te gaan of die werken bij kinderen in ‘normale’ educatieve omgevingen met authentiek materiaal.

Paul A. Kirschner is emeritus hoogleraar Onderwijspsychologie aan de Open Universiteit en gasthoogleraar aan de Thomas More Hogeschool (België).

 

Bron:

Karpicke, J. D., Blunt, J. R., Smith, M. A., & Karpicke, S. S. (2014). Retrieval-based learning: The need for guided retrieval in elementary school children. Journal of Applied Research in Memory and Cognition, 3(3), 198-206. https://doi.org/10.1016/j.jarmac.2014.07.008.

 

Dit artikel verscheen in Didactief, juni 2023.

Een ogenblik geduld...
Click here to revoke the Cookie consent