Leren van meerkeuzetoetsen

Tekst Paul A. Kirschner
Gepubliceerd op 29-02-2024
De Amerikaanse komiek Rodney Dangerfield was bekend om zijn uitspraak ‘Ik krijg geen respect.’ Meestal gevolgd door iets als: ‘Mijn hond blijft blaffen bij de voordeur. Hij wil niet naar buiten, maar dat ik wegga.’ Zo is het ook met meerkeuzevragen: ze krijgen geen respect.

Meerkeuzetoetsen zijn misschien wel de populairste toetsvorm. Er is al vaak onderzocht hoe je ze het beste kunt gebruiken om het leren te meten, maar meerkeuzetoetsen kunnen het leren ook bevorderen. Onderzoeker Andrew Butler bekeek of de gevonden ‘best practices’ voor meerkeuzetoetsen als beoordelingsinstrument overeenkomen met die voor leren. Uit zijn review komen zes tips voor toetsitems naar voren.

 

1. Niet te complex

Te complexe meerkeuzevragen ondermijnen het geheugen van leerlingen. Ze leiden tot strategisch gissen, en het complex maken van toetsitems is geen garantie dat hogere-orde-denkvaardigheden gemeten worden. Vermijd die complexe opties dus liever. Volgens de literatuur wegen de kosten van het ontwikkelen van complexe toetsitems niet op tegen de baten.
 

2. Specifieke cognitieve processen

Benader het opstellen van meerkeuze-items voor leren zoals je elke andere leeractiviteit benadert. De cognitieve verwerking voor elk meerkeuze-item moet passen bij die voor toekomstige prestaties. Tal van bronnen kunnen je helpen bij het opstellen van meerkeuze-beoordelingsitems, waarbij degene die de toets afneemt specifieke cognitieve processen moet inschakelen om vragen te beantwoorden, zoals speciaal ontwikkelde tekstsjablonen die alleen ingevuld hoeven worden.
 

Er is al vaak onderzocht hoe
je meerkeuzetoetsen het beste
kunt gebruiken om het leren te meten,
maar ze kunnen het leren ook bevorderen


3. Vermijd ‘geen van bovenstaande’ en ‘alle bovenstaande’

De opties ‘geen van bovenstaande’ (GvB) en ‘alle bovenstaande’ (AB) zijn populair, maar je kunt ze beter vermijden. Door ze toe te voegen aan een eenvoudig meerkeuze-item, wordt het complex. De weinige studies over dit onderwerp als het gaat over leren, wijzen naar dezelfde conclusie: vermijd ze. Als GvB het juiste antwoord is, is dit meestal schadelijk voor het leren (want ondertussen hebben leerlingen wel al die foute opties gelezen), maar het heeft een verwaarloosbaar effect als afleider. Het gebruik van AB lijkt alleen gunstig te zijn voor het leren wanneer dit het juiste antwoord is. De leerling wordt namelijk alleen blootgesteld aan juiste informatie; alle alternatieven zijn tenslotte waar. De effecten op het leren zijn minder duidelijk als AB het foute antwoord is.


Credits: Dirkjan
 

4. Drie plausibele antwoordopties

Voor beoordeling lijken drie antwoordopties (één juiste en twee afleiders) de beste balans tussen psychometrische kwaliteit en efficiëntie van afname. Maar onderzoek laat ook zien dat je het exacte aantal het best kunt bepalen door het aantal plausibele onjuiste antwoorden dat je kunt maken. Dit lijkt ook te gelden voor meerkeuzetoetsen voor leren, maar om een andere reden. Als leren het doel is, stellen meerkeuzetoetsen leerlingen bloot aan veel onjuiste informatie, met als risico dat ze foute antwoorden leren. Veel foute afleiders vergroten namelijk de kans op een fout antwoord op een volgende meerkeuzetoets. Dit noemen we het negatieve suggestie-effect.[1]
 

5. Uitdagend, maar niet te moeilijk

Om leren effectief te meten, moet elk meerkeuze-item helpen om onderscheid te maken tussen leerlingen die wel en niet de gewenste vaardigheden en kennis hebben verworven. Onderzoek laat al jaren zien (Lord, 1952) dat 77% van de leerlingen een vraag met drie afleiders juist zou moeten kunnen beantwoorden. Voor meerkeuze-items om het leren te bevorderen, geldt hetzelfde. Net als bij toetsing kunnen deze meerkeuzetoetsen positieve en negatieve effecten hebben op het leren. Leerlingen die hun kennis kunnen ophalen en gebruiken om een vraag te beantwoorden, hebben er baat bij. Wanneer ze een afleider echter niet kunnen ophalen en selecteren, belemmert dit hun leren.
 

6. Geef feedback

Feedback is een integraal onderdeel van toetsen-om-te-leren. Het geven ervan na een meerkeuzetoets versterkt de positieve effecten van de toets op het leren en elimineert de mogelijke negatieve effecten of vermindert deze aanzienlijk. Feedback stelt leerlingen ook in staat om hun fouten te corrigeren, en voorkomt daarmee dat ze onjuiste informatie leren.

Kortom, als ze goed worden ontworpen en ontwikkeld, kunnen meerkeuzetoetsen zowel het leren als het beoordelen bevorderen. Misschien krijgen meerkeuzetoetsen dan het respect dat ze verdienen.

 

Voetnoot:

[1] De impact van blootstelling aan onjuiste alternatieven op het geheugen voor correcte informatie.

 

Bronnen:

Butler, A. (2018). Multiple-choice testing in education: Are the best practices for assessment also good for learning? Journal of Applied Research in Memory and Cognition, 7(3), 323-331.

Lord, F. M. (1952). The relationship of the reliability of multiple-choice test to the distribution of item difficulties. Psychometrika, 18, 181–194.

Verder lezen

1 Haal meer uit meerkeuze!
2 Meerkeuze is zo makkelijk nog niet

Een ogenblik geduld...
Click here to revoke the Cookie consent